Non-binair: wat is dat?
Je hebt vast wel eens van de term 'non-binair' gehoord. Maar wat is het nu eigenlijk? Hoe vaak komt non-binariteit voor? En hoe gebruik je genderinclusieve taal? Wij leggen het je uit.
Wat is non-binair?
Non-binaire identiteiten zijn genderidentiteiten die niet (helemaal) man of vrouw zijn en dus buiten de binaire categorieën vallen. Een non-binair iemand voelt zich niet thuis in het zijn van een man of vrouw en voelt zich beter bij een niet-binaire genderidentiteit.
Er zijn meerdere termen voor het parapluberip non-binair, zoals genderqueer, agender, genderfluïde, gender non-cornform en bigender. Deze termen met elkeaar gemeen dat ze allemaal buiten de binaire gendervorm vallen, maar toch verschillen ze van elkaar. Sommige non-binaire personen identificeren zich ook als transgender, maar niet iedereen doet dat. Het gaat er wel bij al deze termen om dat de personen die zich op deze manier identificeren niet comfortabel zijn bij het geslacht dat hen werd toegewezen bij de geboorte.
Hoe vaak komt het voor?
Uit Europees onderzoek weten we dat 23% van de transgender personen zich identificeert als non-binair, tegenover 11% als genderfluïde, 9% als genderqueer, 7% als agender en 1% als polygender. Het is echte moeilijk om hierover accurate cijfers te geven, aangezien er een steekproef wordt gedaan bij onderzoeken, en niet de gehele populatie aan bod komt.
Het aantal non-binaire personen neemt toe, wat waarschijnlijk komt door de toenemende aandacht voor deze positie op het spectrum. Vroeger hadden mensen het gevoel dat ze man of vrouw moesten zijn, nu kun je alles zijn (of juist helemaal niet).
Iemand die vroeer werd gezien als iemand die aan trevestie doet, maar het verlangen had naar (gedeeltelijke) transitie kwam niet in aanmerking voor medische behandelingen. Wie dan tóch de knoop doorhakte, moest ervoor kiezen alle aspecten van medische behandelingen te accepteren, en mochten niet kiezen voor edeeltelijke transitie. Deze mensen werden vroeger onterecht als transgender bestempeld, terwijl ze dat misschien helemaal niet wilden.
Dat gaat nu anders. Mensen kunnen nu medische hulp krijgen voor gedeeltelijke transitie, het komt vaker in de media en wordt over het algemeen vaker besproken en geaccepteerd.
Lees ook: Opmerkingen die non-binaire personen écht niet meer willen horen
Hoe gebruik je genderinclusieve taal?
Als iemand non-binair is, kiest deze vaak om neutrale aanspreektitels en termen te gebruiken om naar zich te verwijzen. Dit hoeft niet altijd, vraag daarom hoe diegene aangesproken wilt worden.
Veel personen met deze genderidentiteit kiezen de voornaamwoorden die/hen/hun, hen/hen/hun of die/die/diens. Het is ook mogelijk dat een non-binair persoon hij/zij/zijn of zij/haar/haar gebruikt, of deze combineert. Volledig nieuwe voornaamwoorden zijn ook mogelijk.
Je kunt dus niet zomaar aan het uiterlijk afleiden hoe de andere persoon zich identificeert en welke voornaamwoorden goed voelen. Wanneer je een persoon (opzettelijk) met de verkeerde voornaamwoorden aanspreekt, kan dat kwetsend en genant zijn. Je misgendert deze persoon, waardoor deze misschien het gevoel krijgt dat je het niet wilt normaliseren. Maak je deze fout, verbeter jezelf dan en ga verder met het gesprek. Dit toont aan dat je je best doet om de juiste termen te gebruiken. Weet je niet hoe iemand aangesproken wilt worden? Het beste is om dit even te vragen, of jezelf voor te stellen met je eigen voornaamwoorden.