Vandaag is de dag van de blindengeleidehond: 5x dingen die je moet weten
Blindengeleidehonden: ze zien er schattig uit, maar zijn niet om te aaien. Deze feitjes laten jou anders kijken naar deze trouwe vietvoeters.
1. De geschiedenis van blindengeleidehonden
Blindegeleidehonden zijn viervoeters die al heel lang ingezet worden om blinden en slechtzienden te helpen in het dagelijks leven. We weten dankzij literatuur en kunst dat ze waarschijnlijk al sinds de zestiende eeuw gebruikt worden. Sinds de twintigste eeuw werden de opleidingen voor de honden steeds gangbaarder, waardoor het hebben van zo'n speciaal huisdier toegankelijker werd.
2. Verschillende rassen
Geleidehondenrassen worden gekozen op basis van verschillende factoren: trainbaarheid en temprament. Daarom worden Duitse Herders, Labradors en Golden Retrievers het meest gekozen. Deze rassen hebben een goed formaat, zijn zachtaardig en zijn over het algemeen het meest gezond. En dat is belangrijk, want je wil dat zo'n dier je te hulp kan staan en nog lang met je meegaat. Het meest populaire ras is de Labrador Retriever, maar er worden ook andere kruisingen tussen de Retrievers, Labradors en Labradoodles gebruikt.
3. Nauwkeurige match
Een hulphond matchen aan een blind of slechtziend persoon is niet zomaar wat. Beiden worden van top tot teen gescand op zowel fysiek als mentaal vlak, om zo een goede match te vinden. Er wordt bijvoorbeeld een interview gehouden met screeningsproces, en later kan er een hond worden gekoppels die past bij de mobilieit, levensstijl en persoonlijkheid.
4. Niet afleiden
Een feit dat de meeste mensen wel kennen, maar toch altijd verleidelijk is: je mag een blindengeleidehond absoluut niet aaien. Doe je dit wel, dan worden de dieren afgeleid terwijl ze aan het werk zijn. Niet alleen aaien kan niet, maar voeren, naar ze fluiten of tegen ze praten is niet goed, tenzij het eerst aan de eigenaar gevraagd is. De eigenaar moet kunnen vertrouwen op de hond, want daar is de hulp immers voor.
5. Met pensioen
Ook een blindengeleidehond kan met pensioen gaan, net als mensen. De reguliere loopbaan is gemiddel zeven tot tien jaar. De hond wordt daarna geadopteerd door een nieuw gezin, waar 'ie zijn leven lang nog mag genieten van zijn oude dag. Het slechtziende of blinde baasje krijgt dan een nieuwe hond, een jongere vervanger. Natuurlijk is dat lastig, zowel voor het baasje als voor de hond: je hebt namelijk een goede band opgebouwd in die jaren. Het is dan ook niet alleen een hulpdier, maar ook een trouwe vriend geworden. Gelukkig worden de honden altijd gematcht op basis van fysieke en emotionele behoeften van het baasje, dus is een nieuwe viervoeter even wennen, maar uiteindelijk net zo leuk en behulpzaam.