Het Rooskleurige leven: Op vakantie zonder koffers
Maandelijks schrijft redacteur Roos over herkenbare en ongemakkelijke situaties in het dagelijks leven. Kortom, het Rooskleurige leven. Met deze keer: Op vakantie zonder koffers.
Laatst ging ik op vakantie naar Sicilië. Een week lang alleen maar vreten en als een aangespoelde walrus op het strand liggen bakken. Klinkt heerlijk, right? Was het ook. Ware het niet dat onze koffers het eiland helaas niet hebben gehaald…
Sterker nog, die kregen we pas één dag voordat we weer naar huis gingen. I kid you not. Tja, sta je dan met je handbagage en een lege telefoon bij de bagageband. Jut en Jul naar de Lost & Found balie, waar een sikkeneurig vrouwtje ons mededeelde dat het allemaal wel effe kon duren op Sicilië. In een vooroorlogs systeem noteerde ze onze namen en dat was dat.
‘Wat doe je dan?!’, hoor ik je denken. Allereerst: kleding. Inmiddels liepen we namelijk nog steeds met een lange broek in de snikhitte. We verbleven in een slaperig dorpje met één strandwinkeltje waar mini speedo’s een godsvermogen kostten en ik mijn Hollandse reet niet eens in de grootste bikinimaat geperst kreeg (“You have bigger size, sir?”, “No mam, this is biggest size!”).
Nee, we zouden de volgende dag wel even naar de grote stad gaan voor wat kleding. ’s Avonds waste ik als een huismoeke ons ondergoed en hing het te drogen aan de waslijn, zodat we de volgende dag enigszins fris op pad konden.
Je voelt de bui natuurlijk al hangen. Werden we de volgende ochtend wakker van de hemel die naar beneden kwam. Doorweekt was het, ons ondergoed. Er zat maar één ding op: commando in die broek. Schaapachtig keken we elkaar aan: hebben wij weer.
Wij als Sjonnie & Anita in ons vliegtuigkloffie een dagje naar de grote stad. Als herboren stapten we fris en fruitig en gehuld in een compleet nieuwe outfit de H&M uit. Het valt me nog mee dat we voor de deur niet gescout werden om in de nieuwste campagne te figureren. Zwembroekie erbij en de vakantie kon, na een hobbel in de weg, eindelijk beginnen.
Eenmaal bij het strand bedachten we ons dat we ook wel zonnebrand konden gebruiken. En na een paar dagen radiostilte schreeuwde mijn haar om shampoo. En om een scheermesje. Die had ik heel erg nodig, trust me. Gelukkig zou de vliegmaatschappij onze eerste levensbehoeften vergoeden ("Zouden nieuwe sneakers tot je eerste levensbehoefte behoren?", "Nee Roos", "O...").
Het grappige is dat je je in die week beseft wat een onzin het eigenlijk is dat je 20 kilo meesleept naar een bestemming waar je alleen een zwembroek en slippers nodig hebt. Ik heb zes dagen in dezelfde outfit gelopen en heb me zelden zo relaxed gevoeld. Ergens, heel ver, mag ik die vliegmaatschappij dus dankbaar zijn.
Maar of ik de volgende keer minder bagage mee zal nemen op vakantie? Ik kan nu heel stoer ja zeggen, maar we weten allemaal dat dat gelogen is. De volgende keer prop ik natuurlijk gewoon weer veertien outfits voor zeven dagen in een koffer. Maar wel een bikini in m’n handbagage. Dat dan weer wel.
Lees ook mijn eerdere columns:
De blootloper
Ik ben écht niet shopverslaafd!
Flirten in het openbaar