Plaknagels: Succes of juist niet?
Je weet wel hoe dat gaat: alles wat jij niet hebt, is extra mooi bij een ander. En als we het dan over nagels gaan hebben, behoor ik toch wel tot de grote-loser-familie. Want ik doe eigenlijk alles wat de Nagel-Goden verboden hebben: ik verzorg ze nooit, ik kluif ze af en als ze op zijn, begin ik aan mijn vingertoppen. Een sneu - en ietwat ranzig - spektakel, waar ik geregeld streng op wordt aangesproken door mijn gruwelende vriendinnen. Het mag niet baten, mijn nagels zien er nog altijd even mistroostig uit:
Zo, dat was dat. Ze zaten erop. Terwijl ik alle gemaakte rommel wilde opruimen, trok ik algauw de conclusie dat dat niet meer zo makkelijk ging. Door de lengte van de nagels kon ik niets meer fatsoenlijk vast pakken. Iedere handeling maakte me weer bewust van die krengen. Wanhopig deed ik een poging mede-redactielid Betty te smsen met een foto van het resultaat. Betty werd gillend gek, zo ordinair vond ze het geworden. Ik kon niet anders dan het met haar eens zijn. Het enige probleem was dat ik ze er niet meer afkreeg; ze zaten vastgelijmd en ik had geen spul gekocht om ze los te maken. Ik moest het er dus maar mee doen. Betty adviseerde me om ze te lakken. Op die manier zouden ze minder lelijk zijn, zei ze.
Dus dat deed ik. Ik koos voor grijs - maar waarom is me nog steeds niet duidelijk. Nu was ik niet langer een Sjonnie die met geen mogelijkheid meer aan haar reet kon krabben, maar een Wanstaltige Heks met datzelfde probleem. Ik besloot me er maar bij neer te leggen en aan iedereen die het wilde weten te vertellen dat ik door hoofdredactrice Jet was gedwongen om een review over plaknagels te schrijven. Op die manier zou ik wellicht nog wat medelijden krijgen.
Ik voelde me ook wel een stuk chiquer met deze opgeplakte schoonheid. Ik vond het leuk ermee op tafel te tikken en ze zwoel op mijn onderlip te leggen als ik diep nadacht. Maar zoals dat gaat met neppe dingen: het plezier is van korte duur. Op de tweede dag sprong er namelijk plotseling één af, zo op het bureau van mijn collega. En dat was niet de laatste, de rest van de dag vloog er zo nu en dan eentje door de ruimte. De laatste twee heb ik er zelf maar teleurgesteld afgepeuterd. |