Ik op de weg
WAT ZIJN ER TOCH EEN HOOP IRRITANTE MENSEN OP DE WEG! &$#@*&(&%%> &^%$#@*&(&%% Zo, dat is eruit. Sinds ik zelf mag ervaren hoe het is om de weg op te gaan (nogmaals, ik ben heel blij met mijn welverdiende roze pasje; als ik weer eens een lesauto waarneem denk ik: 'Yeeha, ik hoef niet meer!' en ik heb me sindsdien voorgenomen om niet te zeuren over dit soort futiliteiten, maar een mens kan van gedachte veranderen), gaan me steeds meer dingen opvallen. En gaan ook steeds vaker mijn nekharen recht overeind staan. Kijk. Ik heb een hekel aan racemonsters, zoals bekend, ik noem ze gemakshalve maar even vrijdagavondrijders. Ik houd er niet van als men de weg gebruikt alsof men denkt deel te nemen aan de TT in Asse Maar oh, neem dan het andere uiterste: de zondagsrijders. ZUCHT. GAAP. AAAARGH. Zondagsrijders zijn brokkenmakers, zo is het vooroordeel. Dat verbaast mij geenszins. Weggebruikers die dusdanig tuffen, ahum, trutten, alsof ze recent nog een ontbijt hebben genuttigd bestaande uit slakkensalade overgoten met schildpaddensaus, opdat je nog niet eens naar z'n twee kan schakelen, tralala, omdat zelfs in de tweede versnelling je de indruk hebt in een cocktailshaker te zitten. Moet jij soms niet ergens op tijd zijn of zo? Ik anders wel, ja! Ga toch fietsen! Als we ons keurig aan de wet houden, zouden we pas mogen claxonneren indien er acuut gevaar dreigt. Welnu, dan mag ik vast ook wel een ferme klap in het midden van mijn stuur geven zodra mijn bloeddruk acuut tot een gevaarlijke hoogte stijgt? Tot dusver heb ik mij nog redelijk weten in te houden. Sterker nog, ik heb nog helemaal niet geclaxonneerd, maar ik vrees dat ik mijn jeukende handen eerdaags niet langer in bedwang kan houden en al toeterend door het leven chauffeer. En je zou het misschien niet direct zeggen; ik ben van nature best een geduldig iemand. Ja, echt! Ik heb, ik weet niet hoe vaak als een soort relativerende surrogaattherapeut naast manlief gezeten, mijn irritaties opkroppend, omdat hij weer eens zat te foeteren op een rood stoplicht dat hardnekkig bleef branden. 'Jouw ergernis maakt het stoplicht echt niet opeens groener, hoor,' kraamde ik dan met kromme tenen voorzichtig uit.
Op woensdag schijnen trouwens de meeste ongelukken te gebeuren. Ai, dat doet me ietsepietsie denken aan de titel van het boek: Woensdag, gehaktdag. En het zal je niet verbazen dat de kans om ongelukkig terecht te komen op zondag het kleinst is. Verrek, maken zondagsrijders dus toch nog de minste brokken. |