Volwassenen die pesten: Grow up!

Psyche & spiritualiteit door Donna
Als kind zijnde pestte je misschien dat klasgenootje wat raar liep. Of wie weet werd jij zelf wel gepest. Die tijd is voorbij, denk je nu je volwassen bent. Maar toch zijn er mensen die ook op volwassen leeftijd nog pesten.

Zo weet ik mij te herinneren dat redactriZe Esther en ik wel eens een hele pauze in het teken stelden van het plagen van 'Waterhoofdje', een jongen die een buitenproportioneel groot hoofd had ten opzichte van zijn iele lichaam. Wat we toen deden vonden we vrij onschuldig: we liepen gewoon achter hem aan. De hele tijd, overal naartoe, zonder iets te zeggen. 'Waterhoofdje' lachte er in het begin een beetje ongemakkelijk om, al maakte die lach al snel plaats voor krankzinnige kreten van frustratie. Het weerhield ons er niet van om onze missie voort te zetten. Belachelijk als ik er zo op terugkijk.


 
Pesten, een kansloze bezigheid
Met het volwassen worden komen de meesten van ons wel tot de conclusie dat pesten een behoorlijk kansloze bezigheid is. Eén waar we onze tijd niet meer aan willen verdoen. Mensen zijn nu eenmaal zoals ze zijn ? en al maakt dat de autistische buurman niet minder vreemd, de behoefte om hem voor 'mafkees' uit te maken is lang zo groot niet meer. Maar hoe kan het dan toch dat er ook in het volwassen leven regelmatig situaties voordoen waarbij sprake is van pesterijen? We beweren tenslotte allemaal dat we daar niet meer aan meedoen. Dus wie liegt ? en waarom?

Volwassenen die pesten
In mijn optiek is er een wezenlijk verschil tussen pesten op de middelbare school en pesten in het hier en nu. Vroeger vonden we het namelijk 'leuk' (of: nodig) om mensen op hun zichtbare tekortkomingen te wijzen. Het waren voornamelijk uiterlijke kenmerken die we uitlichtten, om onszelf op die manier beter te voelen en bij de groep te horen. Tegenwoordig heeft pesten een heel andere vorm gekregen. Iemand met een grote neus vertellen dat hij een grote neus heeft, doet het niet meer voor ons. In plaats daarvan pakken we het nu veel grootser aan. We gaan iemand doelbewust aanvallen op diens persoonlijkheid en doen daarmee alles wat die ander bereikt heeft teniet. Vaak komt het voort uit een naar het negatieve doorgeslagen bewondering voor diegene. Eén die negatief is geworden, omdat we onszelf er onzeker door zijn gaan voelen. En helaas, in plaats van energie en tijd te steken in waaróm wij onzeker worden, gaan we veel liever die ander onderuit trappen en kijken hoelang het duurt totdat hij breekt. Als ie breekt, is het tenslotte een bevestiging voor ons dat wij niet minder zijn dan die ander. Dan kunnen we ons zelfs een beetje 'meer' voelen.
 

Onzekerheid van de pester
Pesterijen komen altijd voort uit onzekerheid. Immers, als ik tevreden ben met mijzelf, kan ik de wereld vrolijk tegemoet zien en heb ik geen behoefte om anderen neer te halen. Wanneer ik echter ontevreden ben (bijvoorbeeld omdat ik me verveel), kan ik er waanzinnig veel plezier uithalen om te zien hoe een ander worstelt. Het is dan hilarisch om bevestigd te worden door anderen in mijn haat voor die zondebok. En hoe massaler we erop kunnen duiken, hoe leuker we het hebben!

Waarom het écht niet kan
Het is natuurlijk een nieuw niveau van achterlijk dat we ons op deze leeftijd schuldig maken aan dergelijke praktijken. We zijn inmiddels allemaal wijs genoeg om te beseffen dat iedereen behoefte heeft aan acceptatie en respect en er is geen enkel denkbaar excuus om tegenovergesteld te handelen. Iemand doelbewust kapot willen maken (of ernaar kijken zonder in te grijpen) kan niet. Het is kwetsend, onvolwassen en gemeen. Dat betekent niet dat we iedereen dus maar aardig moeten vinden, maar wel dat we ongeacht onze mening over de ander medeleven moeten blijven tonen voor diens situatie. Dus mocht jij je in het bovenstaande herkennen, ga dan niet uit alle macht ontkennen dat het over jou gaat, maar grijp de bewustwording ervan aan om wat aan je gedrag te doen.
 
Het 'Waterhoofdje'-tijdperk is voorbij. Grow up.