Een sprong in het diepe
Hij doet het niet. De juf gooit van alles in de strijd om hem over te halen maar de angst is te groot. En terwijl de rest van de groep de zwemles vervolgt kijkt mijn zoon toe vanaf de bank. Net zoals de vorige keren. Ik pak de handdoek uit de tas en loop naar hem toe. Na een warme douche trakteer ik hem thuis op wat lekkers en laat hem even tegen me aanzitten.
“Ik ben heel trots op jou”, zeg ik tegen hem. “Want ik weet dat je het heel eng vindt en toch ga je iedere keer weer naar zwemles. Weet je, grote mensen zijn ook wel eens bang.” En ik vertel hem over alle keren dat ik letterlijk en/of figuurlijk de sprong in het diepe niet durfde te maken maar het uiteindelijk toch heb gedaan. Hij luistert aandachtig maar heeft inmiddels wel uitgerekend dat het nog maar 3 nachtjes duurt voordat hij weer tegenover dat diepe blauwe water zal staan. Ik beloof hem te helpen en druk hem nogmaals op het hart dat het heel knap is als je eerlijk durft te zeggen dat je ergens bang voor bent omdat mensen je dan kunnen helpen.
Op woensdagochtend maak ik hem op tijd wakker. Tijdens het aankleden verras ik hem door in plaats van een onderbroek zijn zwembroek aan te trekken. “Moet ik niet naar school?”, vraagt hij verbaasd. “Eigenlijk wel", zeg ik , “maar vandaag ga ik jou leren om in het diepe te springen zodat je morgen niet meer bang hoeft te zijn.” Bij het zwembad aangekomen beginnen we in het pierenbadje. En hand in hand maken we de ene sprong na de andere totdat we dan eindelijk echt naar het diepe gaan. Ik lig in het water en hij staat aan de kant. Nadat ik hem plechtig heb beloofd dat ik hem niet laat verdrinken kijkt hij me doordringend aan. Hij neemt een grote hap lucht en…..hij maakt de sprong. Vol trots klimt hij weer de kant op. “Ik kan het, ik kan het!” En zijn armpjes gaan triomfantelijk de lucht in.
Op donderdagmiddag zit ik weer op de tribune. Mijn zoon staat in de rij langs de kant van het diepe. Nog één kindje en dan is hij aan de beurt. Hij kijkt naar mij en hij steekt zijn duim omhoog. Dan springt hij, zonder angst en vol overtuiging. De juf klapt en geeft hem een kus. Ik kijk vol trots toe. Want ik weet hoe het is om in het diepe te willen springen terwijl de angst je aan alle kanten verlamt. Maar gelukkig weet ik ook hoe fijn het voelt als je uiteindelijk dwars door je eigen angst heen durft te springen.
Ook ik ga dit jaar een aantal sprongen in het diepe maken. En geïnspireerd door de moed van mijn zoon zal ik mijn angsten niet ontkennen. Ik zal ze recht in de ogen kijken, een grote hap lucht nemen en springen met het volste vertrouwen dat ik niet zal verdrinken.