Lachen om de dood

De maatschappij door Danielle de M
Dood gaan we allemaal. Dat is een absolute zekerheid. Dus daar kunnen we verder niet zoveel mee. Valt er ook nog wat te lachen met het absolute einde? Ja, onbedoeld vaak wel: met overlijdensadvertenties.
 
Een kleine waarschuwing: degenen die recentelijk een dierbare hebben verloren kunnen misschien beter even wegklikken nu. De zometeen te geven voorbeelden zullen daar niet in goede aarde vallen, ben ik bang.
 
Ik kan me zo voorstellen dat, op momenten waarop emotie toch vaak de boventoon voert, de taal een beetje het onderspit moet delven. Ook wordt er weleens vergeten dat dingen toch anders over kunnen komen dan oorspronkelijk de bedoeling was, en op die manier nogal tragikomisch worden. Want, wat te denken van bijvoorbeeld: 
?Nog geen week na zijn broer Arie, nam de Here tot zich, na een ernstige ziekte, onze zeer geliefde broer, zwager en oom?..?
Hier wordt in elk geval duidelijk gemaakt dat God midden tussen de mensen staat. Hij heeft een broer die Arie heet  en neemt belangrijke besluiten nadat Hij een ernstige ziekte te boven is gekomen. 
 

Fouten in rouwadvertenties
Ook in andere annonces lijkt God toch menselijker dan we denken. Hij rijdt zowaar auto: 
?Na een aanrijding in Venlo heeft in een ziekenhuis in Eindhoven de Heer tot zich genomen??
Zelfs ziektes worden menselijke eigenschappen toegedicht:
?Na een slopende, doch moedige ziekte..?
Waaruit blijkt dat de overledene behoorlijk angstaanjagend moet zijn geweest, als de ziekte hem of haar zo moedig heeft durven besluipen. Je ziet de ziekte bijna handenwrijvend gniffelen; BAM jonguh! 
 
Soms wordt er ook over het hoofd gezien dat het lijdend voorwerp in een zin iets anders is dan blijkt in real life:
?Na een langdurig en dapper gedragen lijden, hebben wij afscheid moeten nemen van onze lieve vader en opa?.?  
Nogal stellig om te verklaren dat je je lijden zo dapper gedragen hebt, ik zou mezelf daar niet zo voor op de borst kloppen.
 
In onderstaande advertentie lijkt bovendien de opluchting wel heel erg groot: 
 
 
Die laten we maar voor zichzelf spreken.

Dat emoties inderdaad menigmaal de boventoon voeren, blijkt ook maar weer uit de volgende aankondiging: 
 

Olijke nabestaanden
Die Fred heeft olijke nabestaanden met het hart op de tong. En waarom ook niet, de dood an sich is al triest genoeg, die mag je af en toe best met wat humor omkleden. Ook een trap(je) na wordt soms niet geschuwd, in een Belgische rouwadvertentie is op verzoek van de gestorvene specifiek opgenomen: ?Zoals ze zelf wilde, zal er géén koffietafel zijn, noch rouwprentjes. Diegenen die koffie wensten, hebben volgens Mariëtte tijd genoeg gehad om die samen met haar te drinken.?  Zo, ga je maar lekker schuldig voelen als je niet op bezoek bent geweest. 
 
Wat je ook dikwijls tegenkomt: strofen uit een gedicht of lied, al dan niet zelf bedacht, dat de gevoelens van de achterblijvenden uitdrukt. Dat kan bijzonder treffend zijn, soms drukt het met name de verwarring van het moment uit: ?Doodgaan. Er klopt iets niet.? Ja, het hart van de geliefde persoon vooral.
Waar ikzelf van in verwarring raakte was dit citaat, ?Wachet auf, ruft uns die Stimme?, uit een cantate van Bach. Maar zelfs Bach heeft het onheil niet af kunnen wenden, aangezien ?Vannacht is onze allerliefste ? in zijn slaap overleden. Hij stierf als een gelukkig mens.? direct eronder wordt vermeld. Hier heeft overduidelijk geen ontwaken meer plaatsgevonden, en is tevens in de laatste zin de wens vermoedelijk vader van de gedachte. Ik weet namelijk niet of mijn verscheiden zo gelukkig zou zijn geweest als ik steeds maar een stem hoorde die riep dat ik wakker moest worden. Ik zou me postuum schuldig voelen dat ik koppig was doorgeslapen, op ramkoers richting tragedie.
 
Ik denk trouwens dat ik de tekst voor mijn eigen advertentie maar vast zelf op ga stellen. Voor de zekerheid. Want mijn kinderen komen, krijsend van het lachen, tot nu toe niet verder dan:
 
Ashes to ashes
Dust to dust
Nu laat ze ons eindelijk met rust.
 
Maar er staan tenminste geen taalfouten in. Dat dan weer wel.
 
Lees ook de vorige columns van Daniëlle!



Daniëlle de Mol Moncourt (1969) geniet ervan met een knipoog naar dagelijkse dingen te kijken.

Ze is moeder van twee hevig puberende zonen - waarbij ze die knipoog meer dan hard nodig heeft -, schrijfster en journalist. Buiten dat houdt ze van sporten, heeft ze een hardnekkige chocoladeverslaving en wijst ze een lekker wijntje ook niet af.

In haar columns observeert ze mensen, de dingen die ze doen en waarom ze dat doen. Wat drijft ze? Een enorm gebied wat haar verbeelding steeds weer opnieuw prikkelt.

Over haar sportavonturen schrijft ze op haar blog serendipityddmm.blogspot.com.