Schoenen kopen: zo gaat het nooit (meer) mis!
Als je schoenen koopt, heb je eigenlijk twee eisen: ze moeten én heel leuk zijn én even goed zitten als het muiltje bij Assepoester zat. Alleen, hoe weet je zeker dat je voor de juiste maat kiest? Als je met onderstaande punten rekening houdt, kan er weinig meer misgaan!
De juiste pastijd is het halve werk
Ja! Het is shoptijd! En dus sta je het liefst al om 09.00 uur ’s ochtends voor de eerste de beste schoenenwinkel. Heel begrijpelijk, alleen niet heel handig. ’s Ochtends zijn je voeten namelijk nog dun, maar in de loop van de dag zwellen ze wat op. Lijkt dat leuke laarsje dus rond koffietijd nog perfect te passen, blijkt-ie rond een uur of vier eigenlijk te krap te zijn. Als je dus ’s middags een schoenenwinkel binnenloopt, kun je schoenen passen als je voeten op hun dikst zijn. Daardoor koop je ze dus minder snel te klein.
Staand passen
Van shoppen word je, hoe leuk het ook is, vaak best een beetje moe. Het zou dus heerlijk zijn om tijdens het passen van die biker boots gewoon lekker op dat bankje in de winkel te blijven zitten. Ai, jammer! Ook dat is niet zo’n goed idee. Als je gaat staan en lopen, zet je voet namelijk nog wat uit. Wie dus alleen zittend die UGGs past, loopt kans bij de eerste de beste wandeling met zijn tenen tegen de neus aan te zitten. Ga dus bij het passen altijd staan en loop even een rondje.
Eerst passen, dan kopen
We hebben tegenwoordig 1001 dingen te doen en als we dus al tijd hebben, blijven we liever op de bank zitten dan dat we nog eens met onze wallen op de knieën de stad in gaan. Met een paar klikken online die gave slippertjes bestellen lijkt dan ook ideaal. Er is alleen één minpuntje: je kunt de schoenen niet (meteen) passen. Het is dus handiger om, als het even kan, toch even die tocht naar de schoenenwinkel te maken. Zo weet je meteen of die schoenen goed zitten. En zo niet, dan hoef je niks terug te sturen. Bonus!
Wiebeltenen
Het is belangrijk dat je de schoenen bij het passen goed vastmaakt, maar het is ook weer niet de bedoeling dat je je voeten amper kunt bewegen. Sterker nog: tussen de grootste teen (dit hoeft niet per se je grote teen zelf te zijn) en de neus hoort een ruimte te zitten die vingerdik is. Daarnaast hoor je je tenen ook naar boven en in de breedte vrij te kunnen bewegen.
Stevig hieltje
Je moet je tenen dus goed kunnen bewegen, maar het schoeisel moet ook weer niet té los aan je voet zitten. Zo is het belangrijk dat je hiel stevig in het hielstuk zit en dat je voet niet naar voren schuift bij het lopen.
Beide schoenen
Het zou zo lekker makkelijk kunnen zijn: je past even één schoen van een paar, en als die lekker zit, kun je met de doos naar de toonbank rennen. Maar helaas: het is eigenlijk een must om beide schoenen te passen. Er is namelijk een grote kans dat je voeten ongelijk zijn. Waar je met je rechtervoet dus gemakkelijk in een maat 38 glijdt, zou je linkervoet kunnen snakken naar een halve of een hele maat meer. Pak de andere schoen er dus altijd even bij.
Goeie sokken
Het spreekt misschien voor zich, maar toch: als je schoenen past, is het handig om de juiste sokken erbij aan te trekken. Je voeten in een laarsje proppen met dikke skisokken aan omdat er buiten 29 centimeter sneeuw is gevallen, is dus niet zo handig. Kies liever voor een sok die je bij ‘normale’ schoenen altijd aan hebt: eentje van katoen of, bij pumps, een pantykousje. Heb je die niet bij je, dan kun je altijd in de winkel vragen naar een passok of -kous.
Eens maat 38, niet altijd maat 38
Negen van de tien keer heb je maat 38, dus daarom zal je die nu ook wel weer hebben, toch? En als die schoenen niet zo goed passen, loop je ze misschien wel uit. Dat zou mooi zijn! Maar staar je niet blind op de maat die je vaak hebt. Die kan namelijk per merk en soort schoen verschillen. Voel je dus dat de maat die je normaal hebt, niet goed zit? Vraag dan gerust om een maat groter of kleiner.
Meten is weten
Twijfel je of je eigenlijk wel de maat hebt die je denkt dat je hebt? Laat dan je voeten eens opmeten. Zo weet je ook of je eventueel rekening moet houden met een verschil in lengte. Het is trouwens sowieso goed om je voeten eens in de zoveel tijd op te laten meten, omdat je voeten nog weleens kunnen veranderen.
Fabeltjes
Sta je in de winkel met dat laatste prachtig paar, maar zijn ze nét wat te klein? Het kost even wat moeite, maar probeer je niet te laten verleiden alsnog die maat te nemen onder het mom dat ze nog wel uit zullen lopen. Schoenen lopen namelijk niet uit. Je kunt daarnaast op internet verschillende manieren vinden om te kleine schoenen wat op te rekken, maar feit is en blijft: loop je er in de winkel al niet lekker op, dan wordt het heel lastig je schoenen later ook écht comfortabel te laten zitten.
Waar let jij op als je schoenen past?