Somebody Els: Jetlag
Linda woont in Australië. Een aantal jaar geleden pakte mijn zus haar spullen, en vertrok. Dappere zet, vind ik. Je moet het maar durven, naar de andere kant van de wereld verhuizen. In je eentje.
Maar, we hadden afgesproken dat ze gewoon terug zou komen als het haar niet beviel. Linda en ik waren echte maatjes, dus het was niet makkelijk om haar uit te zwaaien. Maar ik deed het toch. Tenslotte wilde ze het heel erg graag, en ik gunde het haar.
Romy was destijds ongeveer 1,5 jaar oud. Inmiddels is Romy bijna 4 en Linda is niet teruggekomen. En dus is het gevolg dat ik nu in Australië ben. En ik heb mijn dochter meegenomen.
Australië voelt niet ver, met de moderne middelen van tegenwoordig. Facebook en Skype laten mijn zus erg dichtbij voelen. Maar dat het wel degelijk de andere kant van de wereld is, werd wel duidelijk tijdens de vliegreis. Zevenentwintig uur waren we onderweg. Zevenentwintig uur in een vol vliegtuig. Zevenentwintig uur zonder slaap. Zevenentwintig uur zonder douche. En voor mij betekende het vooral: zevenentwintig uur kijken hoe Romy zich staande hield te midden van al deze nieuwe prikkels. Romy had nog nooit gevlogen.
‘Vind je het niet zielig voor haar, zo’n klein kind meeslepen?’
In mijn omgeving heb ik veel vragen gekregen over het feit dat ik zo ver weg zou vliegen met een klein kind. “Vind je het niet zielig voor haar? Er wordt zo met haar gesleept”, is me regelmatig gevraagd. Natuurlijk vond ik het heel spannend om Romy mee te nemen; voor een volwassene is het al een enorme onderneming, dus hoe zou het zijn voor een kind van drie? Maar je weet het nooit als je het niet probeert. Dus ik nam de gok. Als Romy er veel last van zou hebben, zou het bij deze keer blijven.
Er was niets om bang voor te zijn. Romy deed het erg goed. Ze sliep, ze speelde, geen oorpijn, ze was een schatje. Geen enkel moeilijk moment in deze 27 uur. Ik vond het vervelender dan zij.
Ook de jetlag was heftiger voor mij dan voor haar. De eerste dagen kreeg ik haar ’s avonds moeilijk in slaap. En dat ze écht even in de war was, viel me op toen ze in bed lag en zei: “Waar is de zon nou gebleven? Waarom slaapt iedereen al? Ik snap er niets van.” Zij was wakker, maar ik was moe. Ik was kapot. De derde nacht was de zwaarste nacht.
Kastelen bouwen… middenin de nacht
De héle nacht was ze op. En ik geef het toe: ik raakte even gefrustreerd. Hoe kon ze nou niet moe zijn, terwijl ik mijn ogen niet open kon houden? En waar was Martijn om me af te lossen? Ik dacht dat ik gek werd. Ik was boos, ik was moe, ik was gefrustreerd, ik was verdrietig. Maar dat ene moment, waarbij ik mijn armen in de lucht gooide en mijn ex-man vervloekte dat hij er niet was, was direct ook het moment dat ik de situatie accepteerde. Ik kon niet anders dan me overgeven aan de jetlag van mijn dochter. Dus, om 0200 uur in de nacht, en 0300 uur in de nacht, en 0400 uur in de nacht, hebben we kastelen gebouwd met blokken, puzzels gemaakt en filmpjes gekeken. De dag erna sliep Romy haar normale ritme.
Op het moment dat ik dit schrijf, hebben we nog één week te gaan in Australië. Daarna vliegen we weer in 27 uur terug naar ons eigen koude kikkerlandje. En begint het jetlag-circus opnieuw. Dit keer weet ik wat ik kan verwachten, en weet ik dat er niets anders op zit dan de situatie te accepteren zoals het is. Het heeft ook wel iets bijzonders, middenin de nacht kastelen bouwen. De volgende keer serveer ik er thee en koekjes bij.
Of Australië bij deze keer blijft? Voor Romy is het geen enkel probleem. Maar of ik het nog een keer aankan? Ik weet het niet, hoor…
Lees ook de vorige columns van Els!
Een peuter en een konijn.
Een ex-man en een therapeut.
Vijf dagen werk in 32 uur. Kan makkelijk.
De tango en peuterballet.
Een appartement in een voorstad van Den Haag.
Ik ben Els, ik ben 29 en zit nu al middenin het dertigersdilemma.
Hoe kom ik hieruit?!