6 beroepen die we wat meer zouden moeten waarderen

De maatschappij door Fleur

‘Jij liever dan ik!’, hoor je soms als iemand vertelt wat-ie doet. Tja, sommige beroepen kunnen ook bijzonder lastig zijn. Daarom mogen we er best wat meer waardering voor hebben. Check de onderstaande banen, bijvoorbeeld! 

Schoonmaker
We hebben het de afgelopen weken maar weer gemerkt: zonder schoonmakers zijn we nergens. He-le-maal nergens. We zitten in treinen waar de plakken salami aan de stoelen hangen en we uitglijden over nachttreinkots en platgetrapte patatje joppi’s. We komen op stations waar je door de hoop vuilnis de vertrekborden niet meer ziet. En dan hebben we het alleen maar over schoonmakers die de treinen en stations netjes houden. Moet je je even voorstellen hoeveel gal we de lucht in spuwen als álle schoonmakers het bezempje erbij neer zouden gooien. We donderen zelf alles neer op straat, maar o-wee als het niet opgeruimd wordt. En wie mag dat doen? Juist. Wij zeggen: terecht, die nieuwe CAO. En: dank je wel. Maar echt.
 

Verkoopmedewerker
Stel je voor: dag in, dag uit komen er mensen de winkel waar jij werkt binnen om er vervolgens totale chaos te creëren. Truitjes, broeken, vesten, lederhoses, noem maar op, vouw jij op. En weer, omdat die ene klant ‘even’ wilde kijken of zijn maat erbij lag. En weer, omdat die andere klant ‘even, maar echt, heel even maar’ wilde spieken of dat vest er ook met blauwe ruitjes was. Heb je je handen erafgevouwen, mag je bij de pashokken staan, waar je er persoonlijk op toe moet zien dat niemand die hokken gebruikt voor een stevig potje tongworstelen of het vakkundig verwijderen van het kledingalarm. Gaat dat goed, dan kun je door naar de kassa, waar mensen verwachten dat jij met een brede glimlach hun geld in het laatje douwt, terwijl zij aan de telefoon de laatste roddels met hun BFF doornemen. Voor je ‘fijne dag nog!’ kunt zeggen, zijn ze al weg, op naar de volgende winkel om daar het personeel een burn-out te bezorgen. Ga er maar aan staan, zeg.

Medewerker klantenservice

Ieder moment van de dag kun je hem bereiken: de medewerker klantenservice. Hij geeft antwoord op ál je vragen over dingen die het niet doen, dingen die het wel doen, maar niet goed, dingen die je gewoonweg niet begrijpt en dingen waar je boos over bent. Zelfs als jij helemaal uit je panty gaat en de medewerker klantenservice uitscheldt voor dooie gerbil, blijft-ie geduldig en probeert-ie een oplossing te vinden, terwijl jij al twintig keer hebt opgehangen of hebt gezworen te weten waar zijn huis woont, zodat je er een waxinelichtje tegenaan kunt gooien. En waarom blijft zo’n medewerker dan rustig? Omdat-ie daarvoor trainingen volgt. In de avonduurtjes. Naast zijn werk. Want overdag is-ie nu eenmaal bezig met uitgescholden worden. Om daarna met een oplossing voor je te komen.

Stewardess
Het is altijd weer feest, als je in je KLM-pak en met opgestoken haar het vliegtuig betreedt. Van de helft van de passagiers krijg je een vriendelijk ‘hallo’, de andere helft bromt je wat toe en grist nijdig een krant van het stapeltje dagbladen voor de cabine. Voor het opstijgen moet je nog een stuk of 55 keer zeggen dat die iPhone uit moet, waarbij je zo’n 23 maal in discussie gaat over dat uit ‘uit’ betekent en niet ‘vliegtuigstand’. Heeft iedereen alles begrepen op het gebied van telefoons uit/riemen vast/baby’s niet door het gangpad laten kruipen/rechtop zitten/niet roken – nee, ook niet elektrisch/zitten blijven, dan kan de reis beginnen. Na een kwartier rol je met je kar consumpties door de gangpaden, waarbij je het serveren 13 keer moet onderbreken voor het uitdelen van kotszakken, het sussen van luidruchtige kinderen en dus het uitdelen van 60 kleurplaten en het vastbinden van passagiers die kennelijk al wat te drinken hadden gehad. Nadat iedereen voorzien is van een lauwe hap andijvie en een appelsap en je een stiekeme roker uit het toilet hebt getrokken, kun je even zitten. Eén tel. Dan geeft die meneer op stoel F14 aan dat hij toe is aan kotszak twee. Kom op, opstaan. Niet zeuren. Je bent immers maar een serveerster in de lucht.



Leraar
Laten we maar meteen met de deur in huis vallen: er is een reden dat docenten geen veertig uur per op school vertoeven. En dat is niet alleen omdat ze daarbuiten nog moeten nakijken en voorbereiden. Psychisch is het gewoon ondoenlijk om de ganse dag een klas van dertig pubers in het gareel te houden. Hebben ze hun huiswerk niet gemaakt, dan schreeuwen ze wel tegen je dat je hun iPhone terug moet geven, en ga jij een keer door het lint omdat je door hun gedrag bijna naar de Arbo-arts kan, dan word je wel gefilmd. Leuk voor op YouTube. Uiteraard heb jij het ook gedaan als je de ouders van Chantal en Daan aanspreekt op het gedrag van hun kinderen – hè, hoe kán dat nou, thuis zijn ze altijd zo lief! Dat ze je zorgvuldig voorbereide les verzieken door 98% van de tijd achterstevoren zitten om de klas aan te moedigen kauwgom naar je te gooien, wisten ze nog niet.

Huisarts
Van half acht ’s ochtends tot vijf uur ’s middags ben je bezig je patiënten te helpen. Patiënten met een snotneus, een ingegroeide teennagel of een steenpuist tussen de kadetten. Maar ook: patiënten die mogelijk heel ziek zijn of die je slecht nieuws moet brengen. Je krijgt dus nogal wat op je schouders. Toch heb jij het gedaan als die loopneus niet binnen drie weken over is. Of als iemand niet meteen goed reageert op medicijnen. Of als iemand te lang heeft gewacht met het maken van een afspraak en je die wratten nu moet weghakken in plaats van 'stip & gone' voor te schrijven. Ook leuk: als om jouw advies gevraagd wordt, terwijl de patiënt er maling aan heeft – hij heeft er immers voor gestudeerd, jíj niet. Je bent tenslotte ‘maar’ huisarts. En wie mag het oplossen als het fout gaat? Ja. Precies.

Welke baan zou volgens jou wat meer waardering mogen krijgen?