10 dingen die we missen uit onze studententijd
Dat we al zo’n zeven jaar geen student meer zijn, wil niet zeggen dat we niet vol weemoed terugdenken aan deze tijd. Want wat was je studententijd toch epic! Vrije tijd, op kamers, knappe studie- en dispuutgenoten...
Want ja: hars'ke leuk hoor, dat je nu eindelijk een heel huis hebt in plaats van een berghok met een bed erin en dat je niet hoeft rond te komen van € 8,63 per maand. Maar dat wil niet zeggen dat je de tijd van onbezorgdheid niet af en toe ont-zet-tend mist…
Wat je dan mist? Nou…
Huisgenoten. Ze konden ont-zet-tend irritant zijn met hun overlast om vijf uur 's nachts, hun pizzakorsten die ze door het huis lieten zwerven en hun alcoholverslaving, maar wat was het gezellig op jouw 10 m2 waar iedereen zomaar binnenliep! Om even een praatje te houden, om samen te studeren of de laatste huisroddels door te nemen. En wat dacht je ervan als iemand weer eens een date mee naar huis had genomen? Heel het huis kon meegenieten: fantastisch!
De tonnen aan vrije tijd die je had. Gemiddeld had je twee ochtenden les in de week. De rest van de tijd zat je gezellig met je projectgroep te klets- euh.. werken, stoïcijns uit je raam te staren in je studentenkamer, naar je huisgenoten te MSN'en dat ze boodschappen moesten doen, rolde je uit de kroeg of zat je in de wachtkamer bij de GGD. Oh en op zaterdag had je dan een bijbaantje. Vooruit.
Geen verantwoordelijkheid hebben. Eigenlijk heb je als student alleen de verantwoordelijkheid naar jezelf om je studie binnen een aantal acceptabele jaren af te ronden. Maar als je gaat werken… ben je ineens verantwoordelijk voor duizenden euro’s marketingbudget dat op de juiste manier gespendeerd moet worden of het aantal unieke bezoekers van de website waar je voor werkt. Help?!
Je studiegenoten. Met je klasgenoten kon je het maar wat goed vinden en had je de grootste lol over de leraar Organisatiewetenschappen en studiegenoot Anja die de halve opleiding had afgewerkt. Ook buiten schooluren in de kroeg en in de sportschool spraken jullie af. Met je collega’s is dat nog weleens anders. Netty van Crediteuren haalt het bloed onder je nagels vandaan en met Michel van P&O valt ook geen zak te beleven, tenzij je tijdens de lunch warm wordt van de verhalen over zijn raceautootjesverzameling.
De studentenstad waarin je woonde. Of je nu in Utrecht, Amsterdam, Groningen of Maastricht studeerde: op kamers in een van deze steden is awesome. Je leerde de leukste studentenkroegen kennen, ontmoette meer leuke mensen dan je agenda (en portemonnee) aan kon en er was altijd wat te doen. Altijd. Nu woon je in een buitenwijk en spelen de leukste feestjes zich af op de kinderspeelplaats. Grmpf.
Het gevoel van voor het eerst op jezelf wonen. Je kon ongegeneerd As The World Turns kijken na college, zonder dat je moeder je op je huiswerk of je tv-zucht attendeerde en je kon gerust je stofzuiger een halfjaar niet aanraken en de schimmel laten groeien op de vaat zonder dat iemand er wat van zei. Dat gevoel was magisch!
Sjansen met al je studie- of dispuutgenoten. Je was vrijgezel: vrijheid, blijheid! En dat was te merken ook. Aangezien je niet langer meer in dat dorp woonde waar elke scharrel lokaal wereldnieuws werd, kon je er nu lekker op los experimenteren. Want die ene jongen uit je projectgroep was wel een lekker ding, en die van je studievereniging, en die van de Albert Heijn om de hoek, en die bij Managementwetenschappen en die…
Geen zorgen. Tuurlijk heb je op elke leeftijd wel zorgen, maar toen je nog studeerde waren die toch meer van het kaliber ‘Oh shit, ik kan niet afspreken want ik moet leren voor m’n tentamen, maar ik heb zo'n zin in wijn’. Nu zit je volop in je dertigersdilemma: waar wil je heen met je carrière? Wil je kinderen? En wil je dat wel met je huidige vriend? Aaargh, zoveel kopzorgen!
Het gevoel dat de toekomst nog open ligt. Wil je later in de stad blijven wonen of in een rustige buitenwijk? Wil je in het buitenland afstuderen? Wil je op een marketingafdeling werken van een grote verzekeraar of wil je zelfstandig ondernemen? Alles opties liggen nog open en dat geeft een gevoel van vrijheid. (Oké en keuzestress.)
De wijn. Doordat je zoveel vrije tijd had, kon je makkelijk de volgende dag brak zijn. En dus dronk je wijn. Veel wijn. In de kroeg, in een discotheek of thuis. Met huisgenoten, studiegenoten en vriendinnen. Op zaterdag, maar ook op woensdag, donderdag en vrijdag. En soms maandag. En als je dan net gedumpt was, wilde het ook nog weleens voorkomen dat je je ex belde met de mededeling dat hij zo’n kloothommel was en dat je echt he-le-maal klaar was met hem. Die goeie, ouwe tijd hè.
Wat mis jij het meest aan je studententijd?