Ons Soort Loeders: Schoolkeuze
Als de school maar bij je kind past, zeggen ze. En hoe moet ik dat weten? Kan ik mijn dreumes vragen of hij het type hoofd-hart-handen is, en of hij het prettig vindt zijn werk zelf in te plannen?
Op de voorlichtingsavond van school 1 is de verrassing dat we dit geen school mogen noemen. Ze zijn namelijk een gemeenschap. “We doen het samen, u maakt ook actief deel uit van het geheel.” Vins kijkt me paniekerig aan. Ook vertellen ze ons dat alle kinderen cultuurontwikkelaar zijn. Zonder bescheiden te willen zijn, dat herken ik nog niet zo bij die van mij. Je wordt als ouder ook geacht bij de kringgesprekken te zijn. (Op het werk: “Nee sorry jongens, ik kom de komende jaren niet op die vergaderingen want ik heb iedere ochtend overleg met dertig kleuters.”)
Witte boterhammen
Op school 2 krijgen we een rondleiding. In het eerste klaslokaal wordt stil gewerkt. Kom er nog maar ‘ns om. De tweede groep is bezig met iets dat een ‘tien uur hapje’ schijnt te heten. Veel witte boterhammen. Opeens voel ik me thuis. Achter me fluistert een vrouw: “Zeeman-kindjes.” We mogen vragen stellen aan de kekke hoogblonde schoolleider. “Het lijkt een enigszins gemengde school”, zegt een moeder op neutrale toon. Maar de grote roerganger slaat direct haar lange nagels uit: “Bijna alle kinderen komen uit deze buurt. EN we hebben hoge CITO-scores.” Ja, en dus? “Ik zag gelukkig ook kinderen met een kleurtje hoorrr”, zegt een vader met lang haar en sandalen. Hij heeft alleen zijn gitaar thuisgelaten. “Mooi toch, de maatschappij in het klein.”
Pools leren
Yolan, Kaat en ik willen de jongens graag naar dezelfde school hebben. We hebben het erover in Bagels & Beans, onder begeleiding van cappuccino-met-cheesecake. De mannen zijn ook aangeschoven en onze kleintjes scharrelen er gezellig rond. Je moet ze zo vroeg mogelijk laten wennen aan de horeca, vind ik.
Yolan begint uit te varen over de ‘kakschool’, het USV, waar ze volgens haar veel te cognitief bezig zijn en de kinderen geen gympen mogen dragen.
Kaat grinnikt: “En je moet er wel Pools leren spreken met al die au pairs op dat schoolplein. Alle jaarclubgenoten van Jan-Jaap hebben hun kinderen op die scholenvereniging. De wachtlijst daar is lang, dus hun motto is: Na de laatste wee, bel het Uu Es Vee.
Yolan overweegt de Vrije school, want, zo licht ze stralend toe: “Daar leren ze pas lezen als ze tanden wisselen.” Sommige mensen worden van de gekste dingen blij.
Kaat denkt aan de Montessorischool. Daar werken ze volgens haar vooral aan de zelfstandigheid van de kinderen. “Mooi!”, zegt Vins opgewekt, “dat scheelt ons weer een hoop gedoe!” Delegeren, dat is wel zijn ding. Yolan gaat ook om. Gezellig als het grut bij elkaar in de klas komt. Zo creëren we nog onze eigen gemeenschap.
Tenminste, dat dachten we. Een week voor zijn vierde verjaardag krijgt Thomas onverwacht een plek aangeboden op de ‘kakschool’. Jan-Jaap had hem toch stiekem op de wachtlijst gezet… en Kaat zwicht. Ondanks haar bedenkingen lijkt ze nu gevleid dat hij er terecht kan.
“Lang na de laatste wee, loopt ze alsnog met de jaarclub mee”, appt Yolan me.
Lees ook de vorige verhalen van Alies!
Een helemaal niet zo roze wolk, oude vrienden die je niet meer ziet, keiharde concurrentie tussen moeders, opdringerige vaders, schoolpleinaffaires, etiket-plakkende professionals en tegen je zin de juf helpen: een greep uit de onderwerpen in de serie ‘Ons Soort Loeders’.
Hierin beschrijft Alies haar leven als moeder in het over het paard getilde Utrecht-Oost. Haar nieuwe vriendinnen, waaronder een jaloerse MILF en de Opper-Vagina van het schoolplein, lijken vooral bezig te zijn met de kinderen. Maar gaandeweg komen hun werkelijke behoeften aan het licht. Meer Alies? Kijk op Facebook.com/OnsSoortLoeders.