Hoe we onderhandelden als kind

Vrije tijd door Sabine
Onderhandelen, het is niet echt iets waar we in uitblinken. We hebben lood in onze schoenen als we om loonsverhoging willen vragen. Onderhandelen blijft gewoon lastig, maar als kind hadden we daar wel onze techniekjes voor…

Als we tijdens het shoppen een broek vinden waar een scheur in zit, kost het ons heel wat lef om aan de winkelmevrouw te vragen of er korting af kan. Wanneer we een hele simpele korte ‘nee’ te horen krijgen, laten we ons zo afwimpelen. Nee, er schuilt geen afdingkoningin in ons. Maar als kind waren we toch onderhandelaartjes!
 
“Als ik jouw gelpen mag hebben, ben je mijn beste vriendin”
Een keer in de zoveel tijd had een van je klasgenootjes iets in haar bezit dat wat jij ook graag wilde hebben. Je wist dat ze het niet zomaar aan jou ging geven, dus je moest even bedenken hoe je het kon ontfutselen. Met je vriendschap natuurlijk! Als zij die gelpen/ tamagotchi/bonk aan jou wilde afstaan, zou ze je beste vriendin zijn. Jij was immers hartstikke cool, dus wie wilde er nu niet jouw beste vriendinnetje zijn?

 
Schreeuwen in de supermarkt als je van je moeder geen snoep kreeg
Er waren van die woensdagmiddagen waarop je moeder je van school kwam ophalen en jullie eerst nog even langs de supermarkt moesten. Met een rammelende maag sjokte je achter je moeder aan langs de groente- en fruitafdeling en vervolgens ook nog even langs het brood. Je maag begon inmiddels harder te protesteren en jij vond dat je wel een snoepje had verdient. Wanneer je die niet van moeders kreeg, ging je gewoon keihard schreeuwen. Als je een beetje een theatrale kleuter was, ging je er ook nog bij op je buik liggen en sloeg je je vuistjes tegen de grond.
 
“Ik doe alles wat je wilt”
Eigenlijk werd bovenstaande zin maar in één soort situatie gebruikt. En dat was wanneer jij iemand pijn had gedaan. Je slachtoffer brulde het hele schoolplein bij elkaar en jij was als de dood dat de gedupeerde met zijn/haar betraande kop naar de juf zou gaan. Jij had dus echt geen zin in straf of een preek. Dus voor je het wist, kraamde je eruit dat je alles zou doen, als hij/zij maar niet naar de juf ging. En wat denk je? Vaak werkte het nog ook!



Zielig kijken

Een andere manier om dingen voor elkaar te krijgen, was door zielig te kijken. Hoe vaak zette je wel niet een zielig masker op in de hoop sympathie op te wekken bij je klasgenootjes. Als iemand jarig was en bij de juffen en meesters langs mocht met een traktatie, hoopte jij heel erg dat jij mee mocht. Ja, je wist echt wel dat de persoon in kwestie een paar beste vriendjes had, maar die keken dus niet zo zielig als jij. Je oud-klasgenootjes zullen nu wel op je terugkijken als een heel zielig kind. Maar dat maakt niet uit. Je kreeg er wel veel mee voor elkaar!
 
Huilen
En als al het bovenstaande niet werkte, bleef er een ding over. Je geheimen wapen die je voor het laatst bewaarde. En dat was een potje janken! Niemand houdt ervan als een kind in huilen uitbarst. Je omstanders dachten op dat soort momenten dat je echt heel verdrietig was dat je iets niet mocht, maar jij wist dondersgoed dat mensen nu eenmaal een zwak hebben voor huilende kinders. Alleen je moeder keek door deze façade heen. Maar ja, bij de rest werkte het wel!

Hoe onderhandelde jij als kind?