Hoe overleef je de decemberblues (winterdepressie)?
De dagen zijn korter en donkerder, het is koud buiten en er is overdag weinig zonlicht te zien. Allemaal factoren die ervoor zorgen dat je misschien minder lekker in je vel zit. Veel mensen krijgen in de winter last van de decemberblues, oftewel een winterdepressie. Voorkomen is beter dan genezen, dus wij leggen je graag uit hoe je de decemberblues voorkomt én hoe je er vanaf komt als je er al last van hebt.
Wat zijn de decemberblues precies?
De decemberblues zijn eigenlijk heel erg goed verklaarbaar. Doordat je dag- en nachtritme in de winter sneller wordt verstoord, krijg je last van de decemberblues. De grootste oorzaak hiervan is het gebrek aan licht. Het is veel donker buiten, het licht is buiten minder fel en dit heeft allemaal invloed op jouw biologische klok. Je hersenen maken hierdoor bepaalde stoffen anders aan, zoals het stofje melatonine (het slaaphormoon). Hierdoor wordt je bijvoorbeeld sneller slaperig als je veel in het donker zit en voel je je sneller neerslachtig in de winter.
Waaraan herken je decemberblues?
We willen natuurlijk liever voorkomen dat we de decemberblues krijgen, maar waar herken je de decemberblues aan? Als je last hebt van de decemberblues, ben je vermoeid, heb je behoefte aan slaap, is er een verschuiving in je dag- en nachtritme (hierdoor heb je steeds later het gevoel dat je ‘wakker’ bent), je bent prikkelbaar en heb een slechte concentratie. Ook voel je je somber, geniet je minder van dingen, heb je minder behoefte aan sociale contacten en wil je je afsluiten van de buitenwereld. Soms is het ook zo dat je gewichtstoename hebt, dat je eetlust toeneemt en dat je het gevoel hebt dat je minder in balans bent. Maar hoe kom je van deze decemberblues af?
Lees ook: De ultieme 'uit je winterdiptip'
Zorg vol genoeg licht
Het eerste en meest belangrijke om decemberblues te voorkomen, is zorgen voor voldoende (dag)licht. Naar buiten gaan tijdens deze koude dagen klinkt niet heel aantrekkelijk, we know. Toch is het belangrijk om overdag af en toe naar buiten te gaan en het daglicht op te zoeken. Op die manier geef je je lichaam een seintje dat het dag is en raak je biologische klok niet in de war. Heb je écht geen zin om naar buiten te gaan? Zit dan af en toe even bij het raam en kijk naar buiten. Ook dit helpt om genoeg daglicht tot je te nemen.
Beweeg voldoende
In de winter ben je misschien sneller geneigd om lekker op de bank te hangen of met de auto naar je werk te gaan. Dat snappen we. Maar toch is het beter om (waar het kan) extra beweging te pakken. Fiets of loop naar je werk, ga naar de sportschool of maak tijdens de lunch een korte wandeling. Waarom is dit belangrijk? Als je beweegt/sport, komen de stofjes endorfine (het feel good hormoon) en serotonine (gelukshormoon) vrij en daalt het cortisolniveau (stofje dat zorgt voor stress). Om dit manier voel jij je dus gelukkiger, ervaar je minder stress en voel je je minder neerslachtig.
Eet gezond
Tijdens de feestdagen staan er om de haverklap lekkernijen op tafel. En we snappen helemaal als je hier af en toe van geniet, dat mag ook. Maar zorg over het algemeen voor een gezond voedingspatroon. Als je je slecht voelt, zijn suikers (maar ook alcohol bijvoorbeeld) echte boosdoeners. Gezonde voeding is goed voor je humeur, je energieniveau en je gezondheid. Kies dus voor een appel in plaats van dat koekje volgende keer. Zorg ook voor voldoende vitamine D. Vitamine D zit in vette vis zoals zalm, haring en makreel. Als je het niet uit je voeding of daglicht haalt, dan zijn vitamine D supplementen een goede optie. Vraag hiervoor altijd om advies bij een voedingsspecialist of in een drogisterij.