Alloseksueel: wat is dat?
Op het gebied van seksualiteit vallen er veel distincties te maken. Je kan bijvoorbeeld alleen op hetzelfde geslacht vallen, alleen op het andere geslacht vallen, op meerdere genders vallen of op helemaal niemand. Voor dat laatste ken je de term waarschijnlijk al: aseksueel. Maar wat is alloseksueel? Dat leggen we je uit.
Lees ook: Omniseksueel: wat is dat?
Alloseksueel of aseksueel?
Iemand die alloseksueel is, is het tegenovergestelde van iemand die aseksueel is. Over het algemeen omschrijven we iemand die aseksueel is als iemand die geen tot weinig seksuele gevoelens ervaart. Je hebt dan geen of weinig behoefte aan seks en voelt je dan ook niet seksueel aangetrokken tot andere mensen. Alloseksueel betekent dat je juist wel seksuele aantrekkingskracht voelt. Als je dus wel behoefte hebt aan seks binnen of buiten relaties, kun je jezelf alloseksueel noemen. Iemand die alloseksueel is voelt zich seksueel aangetrokken tot andere mensen. Het eerste gedeelte van het woord, 'allo', betekent andere. Ofwel: je voelt je seksueel aangetrokken tot anderen.
Waarom is de term alloseksueel nodig?
Alloseksueel is een label dat misschien als onnodig kan worden gezien. Het is een label dat past bij de meerderheid van de samenleving. Het is dus een soort van de norm. Waarom is er dan een term voor nodig? Het bestaan van de term kan erg behulpzaam zijn voor mensen die zich identificeren als aseksueel. Hiermee ontstaat er een duidelijker verschil tussen de twee. Alhoewel de term nog niet erg bekend is, kan het bestaan ervan zorgen over meer bewustzijn over wat het betekent om aseksueel te zijn. Dit werkt eigenlijk hetzelfde als met de termen heteroseksueel of cisgender. Het zijn termen die aanduiden dat er geen sprake is van een queer identiteit. Door het hebben van seksuele gevoelens een naam te geven, voorkomen we dat we het gaan omschrijven als 'normaal'. Het omschrijven als normaal kan problematisch zijn. Hiermee duidt men namelijk in zekere zin aan dat aseksueel zijn niet normaal is, en dat is natuurlijk niet de bedoeling. Ook is er bij aseksualiteit sprake van een spectrum. Sommige aseksuelen liggen meer aan de volledig aseksuele kanten van het spectrum, terwijl anderen misschien iets meer richting alloseksualiteit gaan. Binnen aseksualiteit is er nog veel speling. Zo kan iemand zich ook identificeren als demiseksueel en aromantisch. Jezelf identificeren op dit spectrum wordt een stuk makkelijker wanneer er duidelijke termen zijn aan beide uiteindes van het spectrum.