10x tenenkrommende taalfouten
We kennen het gevoel allemaal: die onverwachte rillingen wanneer je 'ken' in plaats van 'kan' ziet, of een 'word' in plaats van 'wordt'. Herkenbaar? Dan zullen deze taalfouten je wel heel bekend voorkomen.
Kun jij slecht tegen taalfouten? Dan ga je dit héél irritant vinden.
1. 'We hadden dus zowieso/zowiezo/sowiezo/zo wie zo/zoiezo iets anders moeten doen.'
De mogelijkheden om 'sowieso' te schrijven lijkt in deze taal oneindig te zijn, maar toch is er maar één juiste spelling van het woord, en deze bevat geen 'z'.
2. 'Ik moet het overnieuw doen.'
'Je doet iets over', of je doet het 'opnieuw'. Herhaal tien keer 'opnieuw' en je doet het nooit meer verkeerd. Kleine kanttekening: Annie M.G. Schmidt gebruikt wel 'overnieuw', maar laten we afspreken dat zij de enige is die dit soort streken mag uithalen.
3. 'Ik ben beter in voetbal als jij.'
Eén simpele regel: als iets gelijk is, dan zeg je 'als'. Bij alles wat groter, kleiner, leuker, stommer, grappiger, ingewikkelder, verrassender of wat dan ook is, gebruik je het woord 'dan'. Zo simpel is het.
4. 'Hoe vindt je zelf dat het gaat?'
Nou, niet goed dus. 'Je vindt' is inderdaad met een 't', maar draai je het om, dan verdwijnt de 't'. Gebruik als voorbeeld het werkwoord 'lopen': 'ik loop', 'jij loopt', 'loop jij?'
5. 'Ben je de enigste die met de auto kwam?'
Nee! 'Eniger' dan 'enig' kan niet, dus het is heel makkelijk: 'enigst' bestaat niet. Alleen als je spreekt over een 'enig kind', wordt 'enigst' officieel nog geaccepteerd, maar neem geen risico's en gebruik alleen 'enig' of 'enige'.
6. 'Ik zal die jas bij jouw langsbrengen?'
'Jou' gaat over de ander, 'jouw' gaat over iets wat van de ander is. Jouw trui is van jou. Onthoud dit.
7. 'Wat een verwarrende bedoeling.'
Wij snappen ook dat 'bedoening' een stuk minder bekend klinkt dan 'bedoeling', naar het is toch echt 'bedoening'. Een verwarrende bedoening.
8. 'Ik irriteer me aan heel veel dingen.'
We snappen dat je, wannneer je je ergens aan ergert, best een tikkeltje boos kunt zijn en hierdoor vergeet hoe de Nederlandse taal in elkaar zit. Maar onthoud dat irriteren, in tegenstelling tot ergeren, geen wederkerend werkwoord is. Dus je ergert je aan iets, of iets irriteert je. 'dat ergert me' kan trouwens ook.
9. 'Ik heb me hond uitgelaten'
Als alle mensen nu eens 'm'n' intikken, in plaats van 'me' gebruiken zouden ze het ons een stuk makkelijker maken. Kleine moeite, groot gebaar.
10. 'Heb je dat met hun besproken?'
Nee, het is 'hun tas', en je vraagt iets aan 'hen'.