5 uitspraken die je beter niet tegen je kind kunt zeggen
Soms gooi jij er zonder dat je er over nadenkt iets uit, maar er bestaan uitspraken die je beter achterwege kunt laten, zeker als je tegen kinderen praat. Met sommige uitspraken beschadig je onbewust het zelfvertrouwen van je kind. Wedden dat je de volgende keer een stukje bewuster bent van hetgeen wat je zegt?
Lees ook: Deze dingen kunnen wij als volwassen van kinderen leren
“Goed gedaan!” of “Je bent geweldig!”
Complimenten geven aan je kind is harstikke goed als je het op de juiste manier doet. Zorg dat je complimenten niet generiek zijn, maar juist specifiek. Vind je dat je kind een paar mooie tackles heeft laten zien tijdens een voetbalwedstrijd? Zeg dan de volgende keer niet ‘goed gedaan’ of ‘je bent geweldig’, maar specifieer het compliment, bijvoorbeeld: “Je hebt een paar hele mooie tackles laten zien!” Door alleen maar generieke complimenten te geven of alleen maar positieve complimenten, creëer je bij een kind sneller faalangst of narcistische trekjes. Als je als kind alleen maar hoort dat je geweldig bent, dan neem je dit wellicht als waarheid aan. Kinderen ontwikkelen dan geen reëel beeld van zichzelf waarbij fouten maken ook oké is. Maak complimenten dus specifiek op de talenten of inspanningen die je kind laat zien. ‘Goed gedaan’ of ‘je bent geweldig’ worden standaard en zeggen eigenlijk niets.
“Omdat ik het zeg!”
Als kind heb je werkelijk niets aan deze uitspraak, maar het is wel iets wat ouders vaak uit gemak zeggen. Als ouder heb je wellicht niet altijd de tijd om alles uit te leggen, maar het is wel degelijk van belang om iets van context te geven, bijvoorbeeld: “Ik snap dat je liever in dit mooie weer met je vriendjes buiten wil spelen, maar oma en opa zouden het ook heel leuk vinden als je even langskomt.” Laat je kinderen weten dat hun gevoelens er ook toedoen en dat je naar ze luistert.
“Ik kan niet geloven dat je dit hebt gedaan!”
Door deze uitspraak eruit te gooien laat je je kind zich wellicht extra slecht voelen als je kind merkt dat jij ook nog eens teleurgesteld bent. De kans is groot dat je kind zich al schuldig voelt over de actie, maar jouw teleurstelling maakt het alleen nog maar erger. De volgende keer kun je beter uitleggen wat ze fout hebben gedaan en op zoek gaan naar waarom ze het zo hebben gedaan. Misschien kun je hierin tips geven of het volgende keer samen beter aanpakken.
“Oefening baart kunst”
Tuurlijk, de uitspraak is in theorie waar, maar deze opmerking geeft kinderen al snel het gevoel dat ze ergens in moeten winnen of moeten uitblinken. Indirect zeg je eigenlijk dat als het niet goed gaat, dat je kind niet hard genoeg heeft getraind. Dat wil niemand horen, toch?
“Ik doe het wel even…”
Je kent het misschien wel van toen jezelf kind was. Mama of papa ruimde je vieze sporttas en andere rommel wel op. Iedere keer dat er iets uit handen wordt genomen, gaat er een kans om te leren verloren. Als ouder kun je best helpen, maar je moet je kind ook vrij laten om fouten te maken en hiervan te leren. Help je kind door suggesties te geven of stimuleer je kind om door te zetten als het fout dreigt te gaan.
Lees ook: 6 dingen die kersverse ouders niet kunnen laten
