Sarah heeft haar zussen al 3 jaar niet gezien: ‘Ik heb nooit onvoorwaardelijke liefde gevoeld’
Als jongste zus van drie was Sarah altijd de benjamin van de familie. Iets dat tijdens haar jeugd misschien geen probleem was, maar naarmate ze ouder werd begon te wrijven. Het gevoel dat ze nooit serieus genomen werd, nam zulke ernstige vormen aan dat Sarah inmiddels al drie jaar geen contact meer heeft met haar familie. Sarah: “Mijn vader riep uit: ‘Jij bent ons van kinds af aan al tot last.’”
Andere levensfase
"Over het algemeen was mijn jeugd met mijn zussen prima. Met mijn oudste zus had ik weliswaar weinig aansluiting. We schelen zes jaar, dus ze zat altijd in een andere levensfase dan ik. Ging ik naar de middelbare school, was zij net gaan studeren. Had ik een proefwerk niet gehaald, zat zij midden in een tentamenperiode. We waren altijd met andere dingen bezig. Met mijn middelste zus was ik daarentegen dikke mik. Op de middelbare school kwam zij voor me op als ik gepest werd en toen ze in Groningen ging studeren logeerde ik altijd met veel plezier bij haar."
Genegeerd
"Naarmate we ouder werden merkte ik steeds vaker dat ik niet serieus genomen werd door mijn zussen, maar ook door mijn ouders. Ik bleef in hun ogen altijd de jongste en had nergens iets over te zeggen. Ging ik met mijn moeder en zussen shoppen, dan bepaalde mijn oudste zus altijd waar we heen gingen. Ze heeft het dominante karakter van mijn vader en mijn moeder laat het altijd maar een beetje gebeuren. Zelf had ik geen inbreng en werd straal genegeerd. Dat had natuurlijk impact op mijn ontwikkeling, want ik werd steeds onzekerder en ontwikkelde zelfs faalangst."
Niet aanstellen
"Tijdens mijn studententijd bloeide ik op. Ik ontmoette veel nieuwe mensen mensen en kreeg in de gaten dat de manier waarop mijn ouders en zussen mij altijd hadden behandeld niet eerlijk was. Op een zeker moment voelde ik me zelfs sterk genoeg om het bespreekbaar te maken. Ik verzamelde al mijn moed en vertelde hen dat ik serieus genomen wilde worden, maar zoals altijd wuifden ze mijn woorden weg en zeiden dat ik me niet zo moest aanstellen."
"Op een dag barstte de bom. Ik was op bezoek bij mijn ouders en toen ik probeerde de situatie nog eens aan te kaarten, riep mijn vader plotseling uit: “Jij bent ons van kinds af aan al tot last!” Hoewel ik dat gevoel altijd al had, sloegen zijn woorden toch in als een bom. Hoe kan een vader dat nou tegen zijn eigen dochter zeggen? Mijn moeder was erbij, maar deed uiteraard niets. Er knakte iets in mij en ik wist op dat moment: het was klaar voor mij."
Eigen probleem
"Het gezegde ‘de liefde voor je kind is onvoorwaardelijk’ gaat in mijn geval niet op. Nooit heb ik onvoorwaardelijke liefde van mijn ouders gevoeld. Ze waren nooit trots op mijn prestaties. Als ik een tekening had gemaakt, kon het altijd beter. Had ik een negen op school gehaald, kreeg ik de vraag waarom het geen tien was."
"Zelfs toen ik een periode overspannen thuis zat, wilden mijn ouders niet helpen. Ik liep bij een psycholoog, die een keer aan mijn ouders vroeg of ze ook eens wilden praten over de situatie. Daarop antwoordden zij resoluut: “Nee, dat is haar eigen probleem.” De psycholoog kon haar oren niet geloven."
Eenzaamheid
"Toch wilde ik mijn zussen niet belasten met de situatie met mijn ouders, dus ik hield nog jarenlang de schone schijn op. Hoewel ik amper nog contact had met mijn ouders, ging ik wel naar alle familieverjaardag en -uitjes. Daar zat ik met een big smile, maar stapte met tranen in mijn ogen weer in de auto. Het mooi weer spelen brak me op en ik voelde me eenzaam met mensen om me heen. Mijn zussen leken niets door te hebben en als ze iets doorhadden vonden ze het blijkbaar niet nodig om het aan te kaarten."
"Op een dag stuurde mijn oudste zus een WhatsApp bericht in onze familiegroep dat ze haar opleiding succesvol had afgerond. Ik was niet eens op de hoogte dat ze die opleiding überhaupt volgde, dus voelde me niet in de positie om haar te feliciteren via WhatsApp. Vlak daarna belde ze me op: waarom ik haar niet had gefeliciteerd in de app? Ik antwoordde dat ik niet eens wist dat ze die opleiding volgde, dus dat een WhatsApp-felicitatie me ietwat misplaatst leek."
"Nog geen half uur later belden mijn ouders me op dat ze direct langs wilden komen. Toen ik vroeg waarom, antwoordde mijn moeder: “Gewoon, voor de gezelligheid.” Ik wist niet wat me overkwam. Mijn ouders kwamen zelden bij mij langs, laat staan zomaar. En dat terwijl ze de deur bij mijn zussen wekelijks platliepen. Ik antwoordde dat het niet uitkwam, maar dat een andere dag die week prima was. Vanwege gezondheidsredenen moet ik veel rust nemen van de dokter. Ook dat namen ze nooit serieus, dus mijn moeders reactie verbaasde me dan ook niets: “Stel je niet zo aan, we komen gewoon langs.” Ik probeerde zo koeltjes mogelijk te antwoorden dat ze niet welkom waren en dat de deur dicht zou blijven. Daar lieten ze het gelukkig bij."
Rust
Op een dag vroeg mijn neefje me: “Sarah, waarom mag jij niet meer komen?” Toen ik niet-begrijpend reageerde en zei dat ik wel langs wilde komen, zei hij: “Je hebt iets fout gedaan tegen opa.” Toen wist ik dat mijn ouders hun verdraaide versie van het verhaal aan mijn zussen hadden verteld. Ze hadden zelfs mijn middelste zus voor hun karretje gespannen, degene met wie ik vroeger altijd goed overweg kon. Dat was het moment dat ik besloot dat het klaar was. Ik heb ze een bericht gestuurd heb dat ik even geen contact meer wilde. Ik wilde rust."
"Ik heb lang psychische hulp nodig gehad om eroverheen te komen. Door het gebrek aan liefde in mijn jeugd was ik streberig, perfectionistisch en kampte met faalangst en onzekerheid. Bij de psycholoog kwam ik erachter dat dit helemaal terugging naar mijn jeugd. Het duurde lang voordat ik het een plekje kon geven. Zo diepgeworteld zat het."
Beter af
"Ik mis het vaak om een familie te hebben. Met name de onvoorwaardelijke liefde van mensen die dicht bij je staan. Vooral met feestdagen, want met kerst zit ik alleen thuis. Maar mijn familie zelf mis ik nooit, omdat ik datgene dat ik mis nooit van hen heb gekregen. Zodra ik me eenzaam voel bedenk ik me hoe de laatste jaren kerst met hen was en dan weet ik: ik ben beter af zonder."
"Af en toen ontvang ik nog bloemen of emails van ze. Ze willen het wel goedmaken, maar ze willen mijn kant van het verhaal niet begrijpen. Ze denken alleen maar aan zichzelf en zijn niet bereid te veranderen. Kort nadat ik het contact had verbroken ontving ik zelfs een brief van ze waarin stond: “Wat moeten we nou tegen de familie zeggen als jij er niet meer bij bent?”
"Of ik het ooit nog goed zie komen? Ja, dat kan. Maar de bal ligt nu bij mijn zussen en ouders, afhankelijk of ze willen inzien dat ze fout zaten. Alleen als zij bereid zijn hun fouten in te zien en mij anders te behandelen valt het voor mij nog te lijmen."
*De naam Sarah en enkele feiten zijn om privacyredenen gefingeerd.