Dit herkent iedereen die in een grote stad woont
Het is oprecht HEEL ERG LEUK om in een grote stad te wonen. Je kunt altijd maar doen waar je zin in hebt. Heb je op maandag zin om in de lampen te hangen bij de kroeg om de hoek? Dat kan gewoon. Heb je om 21:00 uur nog géén idee wat je wilt avondeten? Dan ga je gewoon uiteten of haal je iets af. Het kan allemaal. Als je daarvoor te diep in je portemonnee moet graaien kun je ook gewoon nog naar de supermarkt, want die gaat toch pas op z'n vroegst om 22:00 uur dicht. Maar meestal sluiten de deuren pas om 00:00 uur. Super chill. Maar een stad heeft ook nadelen. Het is niet te doen met een auto. En waar komen al die muizen, ratten en kakkerlakken toch vandaan? Als je in de grote stad woont dan herken je dat gewoon.
1. Je herkent de zwerver die elke dag voor de Appie zijn daklozenkrant probeert te verkopen.
2. Je herkent de bedelaar voor Centraal Station.
3. Je herkent de straatmuzikant die met zijn gitaar met 2 ongestemde snaren genoeg geld bij elkaar probeert te verdienen voor een slaapplek.
4. Je herkent de mensen van het Leger Des Heils die hun vaste plekkie in de supermarkt hebben weten te bemachtigen.
5. In een grote stad is het een hel om met de auto door de stad te rijden.
6. Ongeveer elke weg is eenrichtingsverkeer.
7. Voor je het weet zit je met de auto op de busbaan.
8. Of erger nog: van het één op het andere moment zit je op de trambaan. Probeer daar maar eens vanaf te komen.
9. Iedereen in een grote stad kent het mannetje met de polaroid camera. Iedereen vindt hem irritant, maar iedereen heeft het ook vreselijk met hem te doen.
10. In een grote stad zijn altijd wel ergens werkzaamheden.
11. Het maakt niet uit wáár je je fiets neergooit of hóé je hem vastzet, hij wordt toch wel gejat. Of gemold.
12. Als er problemen zijn met treinen rijden ze vaak nog nét tot de grote stad, want die is belangrijk. Waar iedereen strandt, kun jij lekker de fiets naar huis pakken (zo werkt dat in ieder geval in Utrecht).
13. Even langs het gemeentehuis zit er niet in. Trek maar een nummertje en sluit aan in de rij.
14. Scootertjes van bezorgdiensten die je voor de sokken rijden. En dan zijn ze ook nog eens elektrisch, waardoor je ze niet kunt horen en ze ineens vanuit het niets half tegen je aan rijden. Zo irritant.
15. In een grote stad is de kroeg altijd open. Ook op maandag.
16. Geen zin om te koken? Bestel gewoon of haal af. Of ga tot midden in de nacht naar de supermarkt (ook leuk: disco supermarktavonden, heb je in de grote stad). En als dan echt alles gesloten is heb je altijd nog de nachtwinkel. Dubbel zo duur, maar je bent er ook dubbel zo blij mee.
17. Moet je ergens koken, voor een gezamenlijk dinertje, voor een picknick in het park of een gerecht voor een BBQ? Fiets gewoon even langs de traiteur. Die doet het werk voor je.
18. Je moet niet te lang in het restaurant blijven zitten, want als je de lampen uitdoet, dan komen de muizen, ratten en kakkerlakken je gewoon gezellig vergezellen.
19. Katten ownen de stad. Vet gezellig.
20. Bijna niemand heeft een buiten, maar dat maakt niet uit! Iedereen meet elkaar in het park.