Er lagen dan wel geen injectienaalden of dode muizen in de hoek, wel stonk de kamer naar een combinatie van zware shag en verjaarde etenswaren. De kamer die maximaal 12 vierkante meter was, bestond eigenlijk voornamelijk uit een tweepersoonsbed met daar omheen een enorme puinhoop om je doorheen te worstelen. Het bed was een soort groot, onopgemaakt eiland, waarbij het zelfs te veel gevraagd leek om even een hoeslaken om het oude, bevlekte matras te doen.
Ik gruwelde ervan en bekeek Leander vol afschuw. "Dus hier woon ik," zei hij nietsvermoedend, terwijl hij zijn rolgordijntje omhoog haalde. Er kwam wat zwak licht binnen, want voor zijn raam stond een grote boom. Ik weet nog dat ik om me heen keek, nogmaals de kamer op me in liet werken en hoe walging bezit van me nam. Overal stonden geïmproviseerde asbakken, dat wil zeggen dat Leander blijkbaar ieder mogelijk voorwerp tot sigarettendump had bekroond. Lege colaflessen met as erin, waxinelichthoudertjes met as erin, glazen, borden, zelfs een fruitschaal... Allemaal met as erin.
Leander ging op zijn ultiem smerige bed zitten en nodigde me uit om erbij te komen, "want stoelen zijn er niet." Goh, dat was me nog niet opgevallen. Het eerste wat me te binnen schoot was dat ik een afspraak met een vriendin vergeten was. Ik maakte dat ik wegkwam, met de intentie om nooit weer terug te keren. Twee uur later zat ik mijn hart te luchten bij een vriendin op een terrasje. Haar conclusie was veelzeggend: "Als een man een smeerlap is, smeer ?m." "Dat heb ik ook gedaan," bevestigde ik.
Op dat moment werd er op mijn schouder getikt. Het was Leander, die na mijn plotselinge vertrek schijnbaar ook een aantal vrienden had overgehaald om een kroegje op te zoeken. "Hoi," zei hij, lichtelijk gepikeerd alsof hij doorhad dat hij schaamteloos geditched was. "Oh, hoi,? zei ik ietwat verlegen. Ik zocht oogcontact met mijn vriendin, maar die was te druk bezig om zijn verschijning in zich op te nemen. Ik kon haar geen ongelijk geven; Leander had zich voor het gemak in het oudste kloffie gehesen dat ooit het licht had gezien. Ze fronste haar wenkbrauwen.
Leander vroeg me of ik even met hem mee kon lopen. Ik liet mijn vriendin dus kort alleen om hem te volgen naar een rustigere plaats. "Ik baal ervan," zei hij, "ik had het gevoel dat we het leuk hadden en nu heb je me overduidelijk aan de kant geschoven." Ik was geschokt door zijn directheid, maar besloot dat alleen eerlijkheid nu op z?n plaats was. Ik beaamde zijn opmerkzaamheid en wilde het daarbij laten. Maar op dat moment greep Leander naar zijn lange, vlassig hangende haren. Hij haalde zijn handen er doorheen en begon er gefrustreerd aan te trekken. "Whaaahh,? zei hij tegelijkertijd met overslaande stem.
"Gaat het?", vroeg ik. Ik rook een walm vanuit zijn oksels.
"Whaaah," zei hij weer, nogmaals agressief woelend door zijn haren.
"Goed," was mijn reactie. "Ik ga nu weer terug naar mijn vriendin."
Toen ik weer naast haar was aangeschoven, zagen we hoe Leander en zijn vrienden zich uit de voeten maakten.
"Wat zit zijn haar opeens gek," zei mijn vriendin terecht.
Zwijgzaam keken we toe hoe Leander met een ontploft vogelnestje op zijn hoofd mijn leven uitliep.
Alex.
|