Een marteling: tien dagen niks eten. En dat voor iemand die bij het ontbijt al bedenkt wat ze 's avonds gaat koken. Maar toch deed ik de kuur. Om te reinigen, meer energie te krijgen en een beter eetpatroon te ontwikkelen.
Dinsdag:
Mijn citroensapkuur begint op het toilet. De avond voor mijn kuur neem ik voordat ik naar bed ga een glas water met groene poeder (zo staat het op het zakje: 'groene poeder'). Ik neem veel groene poeder, want ik ben geloof ik vergeten dat groene poeder laxerend werkt. Volgens het boekje De citroensapkuur helpt de poeder bij het afvoeren van slakken en gifstoffen. Vertaald: je gaat er van naar de wc. In de eerste nacht word ik ziek wakker. Buikgriepziek met koud zweet. Opgewekte diarree.
Ik word de volgende ochtend wakker en weet meteen dat er iets is vandaag. Ik loop de keuken in en zie vijf netjes citroenen liggen. Ik weet het weer: vandaag begint mijn citroensapkuur.
Woensdag:
Dit is mijn tweede dag van de kuur en ik loop mezelf continu af te vragen waar ik aan begonnen ben. Na een ophelderend telefoongesprek met mijn moeder weet ik het weer. Ik doe de citroensapkuur omdat de eerste keer dat ik de kuur deed, ik op een avond ging wandelen met mijn honden, en ik bijna niet meer kon stoppen met wandelen.
Voor mij zijn de belangrijkste redenen voor de kuur: reinigen, meer energie en een beter eetpatroon.
Op de website citroensapkuur.nl kunnen mensen aangeven dat ze bezig zijn met de kuur en zo kun je zien dat je niet de enige bent. Op dit moment doe ik de kuur met 19 andere mensen. In het gastenboek vraag ik rond wat de voornaamste redenen zijn voor de andere kuurders. Maarten doet het voor balans en evenwicht en voor wilskracht en doorzettingsvermogen. Marianne komt er lichamelijk en geestelijk sterker uit en wil een ander eetpatroon.
Donderdag:
Mijn vriend Walter doet samen met mij de citroensapkuur. Walter komt na zijn werk naar me toe. We gaan vanavond heel schoon en fit en uitgemergeld zitten zijn in de sauna. Hij komt binnen en ontwijkt mijn blik. Ik zie het meteen. Hij heeft iets gegeten. Tijdens de citroensapkuur weet je het meteen wanneer iemand iets gegeten heeft. Hij kijkt schuldbewust. "Wat heb je gegeten?" vraag ik meteen."Een kopje bouillon, ik kon niet meer!" "Een kopje bouillon?! Een kopje bouillon!" schreeuw ik. Ik hoor al dagen zakken paprikachips mijn naam roepen en ik geef nergens aan toe, maar meneer drinkt op zijn werk een kopje bouillon. Even vind ik hem een slappeling.
Vrijdag:
Met mijn vriendin, met wie ik eigenlijk altijd alleen maar over eten praat, reis ik samen terug naar Brabant. Ik ga dit weekend naar mijn ouders. Mijn vriendin koopt op het station in de kiosk een kaasbroodje. Door het raam kijkt ze me een beetje schuldig aan. Ik kijk terug en ik blaas mijn wangen bol. Ik doe mijn beste imitatie van een Michelinmannetje. Daarna zet ik mijn handen in mijn zij en doe alsof ik net zo dun ben als Kate Moss. Mijn vriendin en ik koken veel samen. Vaak bestaat het menu dan uit een slavink, wat groenten en aardappelpuree uit een zakje. Er moet meer zijn, dacht ik. Ik wil mijn eetpatroon veranderen.
Zaterdag:
Ik kan alleen maar denken aan paprikachips. Paprikachips, paprikachips, paprikachips. Ik zou er een musical over kunnen schrijven.
Hoewel ik alleen maar aan eten kan denken, heb ik geen honger. Nee ik jok. Ik heb heel erg veel honger, maar voor het verhaal is het beter als ik zeg dat ik geen honger heb. Ik heb totaal geen honger. Dat komt door de ahornsiroop.
Je drinkt tijdens de citroensapkuur iedere dag anderhalf tot twee liter citroensapmengsel. De ingrediënten van dit mengsel zijn: citroenen, ahornsiroop, bronwater en cayennepeper. De ahornsiroop zorgt tijdens de kuur voor de toevoer van alle noodzakelijke mineralen en spoorelementen. Ook stilt de siroop de honger.
Maar ik heb het wel koud. En de cayennepeper zou er onder andere ook voor moeten zorgen dat je je tijdens de kuur behaaglijk kan blijven voelen. Ik voel me pas behaaglijk als ik drie dikke Noorse truien over elkaar draag.
Dinsdag:
Ik ben op dag acht en ik heb het erg zwaar. Ik klik de hele dag rond in het gastenboek van de citroensapkuursite.
Walter vroeg aan het begin van de kuur in het gastenboek of hij de ingrediënten ook los van elkaar kon nuttigen, want hij vond het mengsel vies. Dit kon natuurlijk niet. Alle citroensapkuurders vielen zo'n beetje van hun stoel.
Een kuurder reageert: "Nee, je kunt het absoluut niet apart nuttigen. Het is een uitgekiend recept van een MAAG & DARM-arts uit de jaren vijftig." Mijn broer (ervaren citroensapkuurder) reageert zuur en wenst Walter veel succes en gebakken spekjes toe. Het leven van een citroensapkuurder is hard.
Zondag:
Ik ben dit weekend weer bij mijn ouders en dit keer gilt er een groot stuk oude kaas mijn naam. Mijn ouders gaan 's middags naar een feest en mijn anderhalve liter citroensapmengsel en ik blijven thuis om te leren voor een tentamen.
Ik kan me slecht concentreren, want het beeld van mijn moeder die tergend langzaam oude kaas voor mijn neus schaaft, staat in mijn geheugen gegrift. Ik loop naar de keuken en trek de koelkast net iets te gemakkelijk open. Ik schaaf een plakje kaas af en voordat ik het eigenlijk goed en wel besef, ligt het plakje kaas in vol ornaat op mijn tong. Tranen springen nog net niet in mijn ogen. Het is heerlijk. Ik geniet van dit plakje kaas tien minuten na, voordat het schuldgevoel komt.
Ik bel een beetje paniekerig Walter op, de man die na dag drie afhaakte. Met een kopje bouillon. Hij zegt ongeveer het volgende: "Tja. Ik weet het niet zo goed. Een plakje kaas. Het verstoort het reinigingsproces natuurlijk wel." Hier raak ik alleen maar meer van in paniek. Om te kalmeren drink ik in één keer driekwart liter citroensapmengsel en poets twee keer mijn tanden.
Dinsdag:
Ik ben op visite bij mijn broer. Hij heeft kruidenthee voor me gehaald. "Ik ben jaloers op je," zegt hij. "Je bent nu helemaal schoon en slank en fit." "Ik heb een plakje kaas op en Walter zegt dat nu het reinigingsproces is verstoord." "Ja. Dat is natuurlijk wel zo. Maar Walter is een slappeling."
Donderdag:
Dit is mijn laatste dag van de kuur. Morgen begin ik aan de drie opbouwdagen. Tijdens deze dagen ga ik langzaam beginnen met het eten van vast voedsel. Op dag een mag ik een sinaasappel, op dag twee rauwkost en op dag drie groentesoep. Ik ben zo met deze opbouwdagen bezig dat ik vanmiddag alvast boodschappen ga doen bij de natuurwinkel. Het is voor mij een reisje naar de Efteling.
Vrijdag:
Ik zit vol van de sinaasappel.
Aanrader?
Mensen vragen me tijdens zo'n kuur vaak of ze het boekje waar alles uitgelegd wordt van me mogen lenen. Dat mag. Maar ik raad niemand de citroensapkuur aan. Dat wil zeggen: ik ga niemand advies geven of je de kuur wel of niet moet doen. Het is heel heftig om tien dagen niets te eten, de eerste paar dagen voel je je zelfs goed beroerd. Hoe ik me na de kuur voelde? Opgewekt, energiek en ik ga bewuster met mijn eten om. Maar je moet een beetje ruggengraat tonen, en dat valt niet altijd mee.
|