'Mam, ik wil naar huis,' zegt Broekenmans verveeld. Oh God. De overigens prachtige voorstelling is net een paar minuten begonnen. Het is donker, de zaal zit vol. 'Ik ben moe,' vervolgt Broekenmans. Ik kijk naar links. Zeker 20 mensen zitten naast me. Ik werp een blik naar rechts. Pak 'm beet 35 man. Nu maar hopen dat Tristan niet opeens gaat verkondigen dat hij moet plassen. Of erger: poepen. 'Ik heb honger.' Ik besef dat ik niets bij me heb. Met een 'als het pauze is, ga ik iets lekkers voor je halen' probeer ik hem zoet te houden. 'Is het nu pausuh?' vraagt hij na een uitvoering. 'Nee, nu nog niet. Als het pauze is, dan merk je dat vanzelf.' 'Is het nu pausuh?' informeert hij wederom na een dansje. 'Is het nu wel pausuh?' smeekt hij na een pasje. En na het volgende. En volgende. 'Tristan,' antwoord ik licht geïrriteerd, 'het is pauze als ik zeg dat het pauze is. Kijk, daar is Naomi, daar in dat gestreepte shirt!' Naomi is zijn nichtje. Alleen als hij haar ziet dansen en zingen, denkt hij even niet aan pauzeren. Maar dan verdwijnt Naomi weer achter de coulissen. ''Is het dan nú pausuh?' *Zucht* 'Het is ook best moeilijk om zo lang stil te blijven zitten, hè? Snap ik best hoor,' probeer ik begripvol. Ofschoon ik het een vermakelijke voorstelling vind, begin ik me inmiddels eveneens af te vragen wanneer de pauze begint, en of het überhaupt komt. Het duurt nog zo'n vijf kleine uitvoeringen voor er een man aankondigt dat het tijd is voor een onderbreking. 'Is het nu pausuh?' vraagt Broekenmans hoopvol. 'Ja, het is nu pauze!' roep ik ietwat opgelucht. 'Kom, gaan we wat lekkers voor je halen.' 'Jippie!' giert hij uitgelaten en veert op; alle opgekropte energie explodeert uit zijn karkas. 'Mag ik dan wat chippies?' Na een kwartiertje beweging moet Broekenmans, weliswaar al chips etend, weer in de marshouding zitten. De voorstelling gaat verder. Broekenmans staart naar het plafond, wiebelt zijn voeten, slingert zijn benen.
'Is het al afgelopuh?'
'Ik ben zo moehoehoe-hoe.'
'Is het al afgelopuh?'
'Ik heb dorst.'
'Is het al af-ge-lo-ho-puh?!'
'Ssssszachtjes!' roep ik.
En dan, een flink aantal slingerende benen, schommelende rompen, ingehouden zuchtjes en steuntjes verder, is het einde inderdaad in zicht. 'Is het nu écht afgelopuh, mam?' 'Ja, dondersteen, het is nu afgelopen. Je kunt weer gaan staan,' reageer ik, waarna hij enthousiast opspringt en zegt: 'Het was wel heel erg leuk, hè mam?!'
??? |