Massamoord in de GVD-bak
Laten we de middag na de warmste dag van het jaar nemen: je hebt schijnbaar in twee dagen tijd iets wits, walgelijks en krioelends geproduceerd. Bleek heb ik nodig, dikbleek, ten minste tien liter en zo snel mogelijk. Na de eerste schok en onderdrukte kotsneigingen, ren ik naar de voorraadkast alwaar ik gretig en haastig speur naar alles wat ook maar een beetje chemisch ruikt. Ik giet royaal een fles chloor leeg over de composthoop waarin een opeenhoping van vliegenlarven kruipt die zich te goed doet aan bedorven kipsaté, groen beslagen sinaasappelschil, onkruid en bruingele varkenshaas. Ze lijken het zeer gezellig te hebben, zo met z'n allen, niet wetende wat hen nog meer boven het hoofd hangt: een waterkoker. 100 graden Celsius. Gna gna gna. Dat beetje gekookte vocht is echter niet opgewassen tegen pak 'm beet vijf kilo temperamentvolle, op de vlucht slaande maden, trachtend de dampende chloor in hun geboorteplaats te ontlopen, opdat ik het leed nog erger maak. Ze kruipen nu ook op de tegels. In een polonaise richting mij. 'Aanvallen!' hoor ik ze zo goed als roepen. Je mist alleen nog de schild en speer. Maar dan komt mijn verdedigingsmechanisme in alle hevigheid naar boven. Ik ben niet te vermurwen. Volle waterkoker nummer twee gaat er genadeloos overheen. Haha, jij bent dood! Whahaha, jullie ook! Ik begin er nog plezier in te krijgen. Na waterkoker nummer zoveel besef ik dat dit gekkenwerk is en ik geef een ruk aan de tuinslang, aangesloten op de keukenkraan, heetste stand. Happig verdrink ik het ongedierte in een cocktail van restjes Ajax, Dettol, Glorix en, nu we toch al lekker bezig zijn, anti-insectenspray, want wee degene die zijn eieren nu nog durft te leggen in mijn bak! De buitenbeentjes die ik hier en daar bijkans uit mijn gezichtsveld zie ontsnappen, veeg ik resoluut aan gort middels de ruwe haren van een bezem. Hier jullie! Haha! Het zou zomaar een scene uit Saw kunnen zijn. Gedreven door haat en walging jegens dit soort onderkruipsels, komt het einde van deze operatie in zicht. Een buurtbewoner die kennelijk door heeft waarmee ik bezig ben, loopt door de poort langs onze tuindeur en roept vanachter de schutting quasi geïnteresseerd: "Lekker klusje hè, die bakken schoonmaken." "Ja nou!" antwoord ik bezorgd, intussen angstvallig de tuindeur dichthoudend en biddend dat er dadelijk niet eentje in een vluchtpoging tussen zijn tenen schuift. Na zo'n tweeënhalf uur vegen, boenen, sproeien, schroeien, water koken, zweten, gif gieten en gif spuiten, heb ik honderden doden op mijn geweten, zo niet duizenden. Mission Completed. Gft-bak? GVD-bak zullen ze bedoelen! Ik ben voornemens om het afval enkel nog gedurende zeer strenge winters te scheiden. |