In het kader van de Internationale Vrouwendag op 8 maart werd een onderzoek gepresenteerd waarin de rol van vrouwen in leidinggevende functies bekeken wordt. Uit dit onderzoek blijkt dat Nederland, waar in 2007 28 procent van de managers vrouw waren, achterblijft bij de rest van Europa. Een beetje jammer! Noorwegen is met 40 procent overigens koploper.
Als klap op de vuurpijl doen de vrouwen die wel aan de top staan het ook nog eens slecht, volgens een onderzoek van reputatieonderzoeksbureau Hofkes in samenwerking met de Volkskrant. En nee, niet onze positieve vrouwelijke eigenschappen zouden succesvol leiderschap in de weg staan, maar juist te mannelijk gedrag! Zo scoren vrouwelijke topmanagers, net als hun mannelijke collega's, slecht op eigenschappen als zelfreflectie en bewustzijn van signalen uit de omgeving. Terwijl dit normaal gesproken juist sterke kanten van vrouwen zijn.
Goed, duidelijk is dus dat wij Nederlanders achterlopen. Maar als we de tips die de voor het onderzoek ondervraagde topmanagers serieus moeten nemen, lijkt het vrijwel onmogelijk om met een stel borsten en iets minder testosteron aan de top te komen.
Zo luidt tip 1: Zoek een mannelijk rolmodel. Nu kunnen we hier al over vallen, maar goed, als blijkt dat het werkt: prima, dan zoeken we een mannelijk rolmodel. Maar tip 2 en 3 zijn al niet met elkaar te rijmen. Tip 2 luidt: neem kinderen, omdat het thuis opvoeden van een stel kids je leiderschapskwaliteiten versterkt en je stabiel oogt. Tegelijkertijd is het derde advies: zorg dat je minimaal 57 uur per week beschikbaar bent. Voor je werk welteverstaan! Lekkere basis voor een stel opgroeiende kids.
Misschien moeten we ons niet te snel op de kast laten jagen, want tip 4 geeft toch weer een beetje lucht. We moeten namelijk op zoek naar een partner zonder eigen carrière. Of in ieder geval eentje die zoveel mogelijk zorgtaken van je overneemt. Helaas is het nog steeds zo dat veel mannen die aangeven parttime te willen werken om voor de kids te kunnen zorgen die kans niet van hun werkgever krijgen. Daarom zien we dat 63 procent van de topmannen alle zorgtaken uitbesteed aan zijn partner, terwijl 92 procent van de topvrouwen deze gewoon zelf op zich nemen.
Het laatste advies dat topmanagers (mannen en vrouwen overigens) ons geven is dat we over doorzettingsvermogen, zelfvertrouwen en zelfreflectie moeten beschikken en we sociaal vaardig moeten zijn.
Is er dan toch nog hoop op een toename van vrouwelijke managers? Wel als we al het volgende laten:
- Onderbreek je loopbaan niet te lang. De helft van de ondervraagde topbestuurder zegt zijn loopbaan nooit langer dan een maand te hebben onderbroken. De andere helft heeft zijn loopbaan gemiddeld drie maanden onderbroken, de mannen voor een sabbatical en de vrouwen voor zwangerschapsverlof.
- Neem nooit ouderschapsverlof op, dit heeft een negatieve invloed op je loopbaan.
- Kijk uit dat je jezelf niet te veel profileert, dat je niet teveel gericht bent op status en competitie. Dat wordt door je collega-topbestuurders als negatief ervaren.
Toch apart dat mannelijke 'toppers' juist vaak wel die laatste eigenschap hebben. Het lijkt erop dat er met twee maten gemeten wordt. Maar niet alleen door de mannen! Vrouwen zelf geven in het onderzoek ook aan dat zij vaker ontevreden zijn over vrouwelijke topmanagers dan over mannelijke! Dat schiet lekker op...
Wat denk jij, zijn meer vrouwen aan de top nog haalbaar of is het onrealistisch dat we ons stuk voor stuk ontwikkelen tot een of andere Superwoman?