Poëzie die gezien moet worden

Media door Saar

Koerikoeloem - Tjitske Jansen
4 jaar na het verschijnen van haar debuutbundel 'Het moest maar eens gaan sneeuwen' is het dan eindelijk zover; Tjitske vangt haar levensloop in 'Koerikoeloem', de fonetisch uitgesproken versie van curriculum. Is het een boek of poëziebundel, één tekst of zijn het meerdere gedichten? De meningen zijn verdeeld. Misschien valt Koerikoeloem nog het best te lezen als theatertekst, vol herinneringen, sprookjesachtige observaties, emoties en ervaringen. Jansen weet het dagelijkse leven te vangen in begrijpbare taal, waarbij het verleden af en toe botst met het verleden. Iedere alinea start met de woorden 'er was', wat een bijzonder effect heeft. Koerikoeloem brengt toegankelijke poëzie door een van de populairste dichters van het moment, of zoals ze zelf beschreef: Er was iemand die zei: 'Van alle dichteressen die ik ken, ben jij de minst saaie.'
Tjitske maakt normale dingen weer bijzonder en doet je stilstaan bij het feit dat onze beleving vooral bepaald wordt door onze eerste ervaring. Dit wordt erg treffend verwoord wanneer zij vertelt over het eten van haar eerste oester. Lees Koerikoeloem zoals je wilt en laat je verrassen door dit werk, dat gevuld is met ahá-momentjes. 

Wie trekt de regen aan - Pim te Bokkel
De 24-jarige Pim te Bokkel is een dichter die alledaagse beelden bekijkt alsof hij ze door een microscopische lens ziet. Als observator van de kleine beweging voert hij ons mee tussen droom en realiteit. Te Bokkel gaat voorbij aan de zogenaamde McDonald's-poëzie, zoekt meer dan 'mooi' of 'leuk'. Hij roept beelden op die herkenbaar lijken, tot je ze van dichterbij bekijkt. Dit alles doet hij in heldere bewoordingen, filosofie wordt met taal gecombineerd.
Pim te Bokkel laat ons focussen, leert ons opnieuw kijken naar wat wij -dachten te- kennen en een naam gaven. De wereld als wonder, maar zonder schoonschrijverij. Niet met het antwoord als uiteindelijk doel, belangrijker is het stellen van de vragen: wie is de mens die waarneemt eigenlijk?  En hoe doet hij dit? Wat weten we over de manier waarop we weten? Raak geïnspireerd door deze geestverruimende bundel die genomineerd is voor de C. Buddingh Prijs 2007.
 
Ikea en andere verzen - Frank van Pamelen
Voor wie houdt van Light Verse, een humoristisch vers met kop en clou, is het boek van Frank van Pamelen een aanrader. Gevuld met actuele, prikkelende gedichten en visuele grappen met een hoge amusementswaarde. Van Pamelen speelt met typografie en vorm en zoekt naar grenzen. Deze lijken dankzij deze bundel weer wat verschoven te zijn. De cd met voordrachten die bij het boek geleverd wordt is heerlijk om te beluisteren. Deze 'bijlage' geeft een compleet andere dimensie aan de gedichten en zorgt ervoor dat zij meer tot hun recht komen dan wanneer je ze van het papier leest. De tussentijds gemaakte grapjes en de interactie met het publiek wekken de gedichten tot leven.
De schrijver zelf vat zijn werk ook wel samen als zijnde 'berijmde ongein'. Een prima omschrijving voor de beeldgedichten, cryptosonetten, brieven aan E. Presley en gedichten die de lezer 'zelf maar verder in elkaar moet zetten'. Dat poëzie leuk kan zijn is wederom ruimschoots bewezen.
 
Alle malen zal ik wenen - Leo Vreman
Van een heel ander type zijn de gedichten van Leo Vreman; hij stelt levensvragen aan de kaak en brengt zowel eenvoud als zwaarte in zijn werk naar voren. Er wordt geknutseld met gedachten; je vraagt je af waarom jij dit niet had kunnen verzinnen. Of verwoorden. Al woont de ereburger van Gouda al sinds 1947 in de Verenigde Staten, Leo Vreman geldt zeker als een van Nederlands grootste dichters. De bundel is een prachtige bloemlezing, die als titel een zin draagt uit een van zijn bekendste gedichten. Maar Vreman heeft nog veel meer te bieden; levendige, herkenbare gedichten. Vaak autobiografisch van aard en met een reflecterend karakter. Zijn werk is speels, soms surrealistisch en grillig, maar bovenal dichtbij. 'Alle malen zal ik wenen' is 'een selectie van zijn mooiste gedichten'. En mooi, dát zijn ze.