Mode? Niets meer van aantrekken!
Ik ben niet echt het type dat ijverig de mode of trends volgt en me vervolgens meningloos in een kledingstuk hijs. Maar oké, je zult mij niet snel in het soort kleding zien lopen Nu is het gelúkkig weer uit de mode, want wat heb ik mij geërgerd aan het feit dat -wanneer ik in die periode op zoek was naar een doodgewone spijkerbroek- ik alleen maar van die hopeloze (of liever gezegd: heuploze) gevallen in de winkels zag liggen! Zo'n broek waar zelfs het type anorexia nog vetrollen tevoorschijn mee tovert: De Heupbroek. Als ik de verkoper om een spíjkerbroek vroeg, ('Ik ben níet op zoek naar een 'shakirabroek'.') en ik kreeg een broek in mijn handen geduwd met het antwoord: 'Dit is niet zo'n laag model,' dan kreeg ik weer hoop. Maar eenmaal in het pashokje was die hoop acuut vervlogen, aangezien ik dat niet-zo'n-laag-model-broekje niet eens verder omhoog kreeg getrokken tot nét boven mijn schaamstreek (en naar mijn mening is dat letterlijk iets om je voor te schamen). Als ze dát al een 'hoog' model noemen, wil ik niet eens weten tot welk gebied een láág model eindigt. Dat ik dacht dat die heupmodellen niet lager konden, omdat er voor het andere geslacht anders niets meer te fantaseren viel, had ik fout. Dat realiseerde ik mij toen er in de supermarkt een onderbroek van een jongeheer in mijn gezichtsveld kwam. Toen ik voorzichtig nog eens goed keek, zag ik dat zijn broek werkelijk tót zijn achterste hing. Alsof hij zó uit het toilet kwam wandelen en vergeten was zijn broek weer omhoog te trekken. Dat was geen heupmodel meer, maar een bilmodel. 'Mode in Nederland is erg jong' zegt Carlo Wijnands van het advies- en bemiddelingsbureau HTNK, zo vernam ik de krant. Nou, volgens mij lijkt mode in sommige gevallen van alle leeftijden te zijn. Laatst kwam mijn schoonmoeder -die toch dik over de zestig is- van vakantie terug met een paar roze klompen voor Robine. 'Die zie je nu overal, dat is 'in',' zo wist ze mij te melden. Ik had er geen idéé van, maar inderdaad, toen ik erop ging letten, zag ik ze overal in winkels liggen en droegen vriendjes en vriendinnetjes van Robine ze bij de vleet.
Soms moet ik echter gewoon even wennen aan de mode. Waar ik trouwens nooit aan gewend ben geraakt is de tegenstrijdige kledingcombinatie: sjaal, muts en wanten om je warm te houden, maar tegelijkertijd een ultra korte winterjas waarbij de buik helemaal bloot ligt. Zo moest ik eerst nog wennen aan het model laars 'UGG'. De naam UGGly was mijns inziens passender geweest. Maar eenmaal gepast, vond ik ze zo heerlijk warm zitten -alsof je op sloffen loopt- dat ik ze niet meer uit wilde doen. Maar tegen de tijd dat ik aan iets gewend ben, is het alweer 'note done'. En was het niet de legging die ik tig jaar geleden weg heb gegooid nadat ze net zoveel jaren tevergeefs in de kast lagen te wachten tot ze weer gedragen mochten worden? Nu staat de legging weer in het lijstje 'do's' en 'moet' ik weer nieuwe kopen.
Geschreven door Yvonne |