Ik ben bang voor eten
Het is net zoiets als uit de kast komen. Een persoonlijk geheim, dat sommige mensen al een beetje ontrafeld hebben. Een geheim, totdat de scharnieren van de kast het begeven en de wereld te weten komt dat je anorexia hebt.
Jarenlang heb ik een groot geheim met me meegedragen. In het begin was het een vederlicht geheimpje, zo onschuldig als het maar kon. Ik had zelf immers nog niet door waar ik mee bezig was. En terwijl ik zelf lichter werd doordat ik afviel, werd mijn geheim steeds zwaarder. Loodzwaar.
?Ik heb geen trek?
Maar hoe houd je zoiets groots geheim? Er zijn natuurlijk heel veel trucjes voor en ieder heeft zo zijn eigen methoden. Ik gooide mijn lunch (die toch al weinig voorstelde) zo nu en dan weg, en er waren zat smoesjes om weinig te eten of veel te bewegen. Maar ik was vooral heel goed in de eigenlijke waarheid verdraaien. Zo goed, dat ik er zelf in ben gaan geloven en nog dieper wegzakte onder het gewicht ervan.
En niet alleen dat. Ik loog. Over hoe het werkelijk met mij ging, dat ik ?zonder reden? gewicht verloor en ik ontkende ieder ander teken van een eetstoornis. Vandaag de dag heb ik daar nog spijt van, maar ik durfde mijn geheim niet op iemand anders? schouders te laten rusten. Ik wist immers hoe zwaar het was.
Het openen van de kast
September 2009. Zomaar, plotseling. De scharnieren braken en ik vertelde het mijn vriend, toen we nog geen relatie hadden. Ik kan me niet meer herinneren hoe het precies ging. Ik weet alleen nog dat de tranen over mijn wangen stroomden en dat het vertrouwd voelde. 'Het gaat helemaal goed komen, maak je geen zorgen', sms?te hij ?s avonds nog. Daar denk ik nog vaak aan terug, vooral op moeilijke momenten.
Dag, kast
In de zomer van 2010 barstte de bom. Mama vond dat ik weinig at en zei dat ze me mee naar de dokter zou nemen. Ik kon er niet tegen en heb verteld dat ik eens eerlijk zou zijn. En dat ben ik geweest. Het was verschrikkelijk. Ik had willen wachten, want ik was net op dat moment bezig met het regelen van een behandeling (die ik uiteindelijk niet kreeg). Ik wilde zo graag laten zien dat ik al beter aan het worden was. Maar de omstandigheden lieten het wachten niet toe.
Papa was natuurlijk verdrietig, maar enorm opgelucht dat ik zelf al aan mijn probleem aan het werken was. Mama was verscheurd. Het was haar schuld, dacht ze. Ze begrepen niet waarom ik zo lang gewacht heb met het vertellen. Voor mij was het heel simpel. Ik wilde gewoon niemand opzadelen met mijn problemen, zeker mijn ouders niet na alle ellende die we al meegemaakt hadden. Bovendien wist ik heel goed dat ik ze pijn zou doen, en dat was het laatste wat ik wilde. Ik vond het toegeven van mijn geheim hartverscheurend.
Het was een belangrijke stap. Eindelijk kon ik mezelf vrijgeven en ècht aan mijn probleem werken. Nu had ik immers mensen die mij konden steunen. Eerst mijn vriend, toen mijn ouders, later familie en vrienden. Het was het gevoel van: iedereen mag het weten, ik ben bang voor eten.
________________________________________________________________________________________