Marion: 'Ik werd gepest op mijn werk'

De maatschappij door Redactie Ze.nl
Het is bijna niet te geloven, maar ook volwassenen doen aan pesten. De laatste tijd is er in de media veel aandacht voor dit onderwerp. Ze.nl laat Marion aan het woord; zij is maanden getreiterd op haar werk.
 
Marion, 26 jaar, werkte twee jaar geleden voor acht maanden bij een populair uitzendbureau. Zij werkte met vijf anderen in dezelfde functie op kantoor als administratief medewerkster en voerde daarnaast geregeld gesprekken met potentiële, dan wel al bestaande klanten. Marion heeft sinds vier en half jaar een vriend, Wim (30) die in het dagelijks leven freelancing journalist is. Ze wonen samen.
 
De eerste werkdag
Marion: “Toen ik mijn huidige baan kreeg, kon ik mijn geluk niet op. Ik was net klaar met mijn hbo-studie en zag dit als het perfecte opstapje naar een stabiele carrière. Na de sollicitatieprocedure, werd ik uitgekozen. En dat voelde als een behoorlijke stap in de goede richting. Ik denk dat ik mezelf het best kan omschrijven als een vrolijk, optimistisch mens. Daarom keek ik niet op tegen mijn eerste werkdag, zelfs al had ik nog geen flauw idee in wat voor team ik terecht zou komen. Wat maakt het uit, dacht ik, ik heb nooit problemen met mensen, dus zolang ik bij mezelf blijf, komt het goed.
 
Onderweg naar mijn werk kreeg ik nog een lief smsje van mijn vriend met daarin: 'Je gaat het vast geweldig doen! Ik ben trots op je!'  Dus met een grote glimlach stapte ik het gebouw binnen en liep ik richting het kantoor van de teamleider die mij had aangenomen. “Goed dat je er bent, Marion!” riep hij opgewekt, “Kom mee, ik stel je voor aan het team!”


Zodra ik daar binnenkwam, gleden mijn ogen over de gezichten van mijn nieuwe collega’s. Ik stapte enthousiast op hen af, schudde hen de hand en stelde me voor. Ik merkte dat ze een beetje overdonderd waren van mijn directe aanpak, ze reageerden wat verlegen en terughoudend. Niet op een manier dat ik er iets achter zocht, ik heb wel vaker dat mensen zich in eerste instantie niet zo goed raad weten met mij. Niet omdat ik niet sociaal vaardig ben, maar juist omdat ik zo enthousiast en daardoor onbehouden uit de hoek kan komen. Een eigenschap die me tot dusver altijd in dank werd afgenomen.

Ik werd wegwijs gemaakt in het kantoor en algauw liet de teamleider mij achter bij mijn nieuwe collega’s. Eén van hen, een aantrekkelijke, ietwat rustige jongen zou mij gaan inwerken. Dus de dag ging voorbij en moe van de nieuwe indrukken ging ik naar huis. Ik plofte bij mijn lief op de bank en hij vroeg me hoe het geweest was. “Goed”, zei ik “Al kan ik nog niet zo goed hoogte krijgen van mijn collega’s.”

Een hoop geklaag
Met de weken lukte mij dat meer. Ik vond het uiterst opvallend hoe er voortdurend geklaagd werd binnen het team. Eigenlijk had iedereen overal wel iets op aan te merken, maar voornamelijk Jolien sprong eruit met haar tirades. Jolien was de informele leider van het team. Alles wat zij zei, leek de volledige waarheid voor de anderen. Zij sloten zich zonder twijfel aan bij haar opinie en namen haar klaagpartijen over. Zij bepaalde het onderwerp; zij voerden het geklaag uit.

Regelmatig werd ook ik in het negatieve betrokken. Bijvoorbeeld wanneer er iemand van een andere afdeling iets bij ons op kantoor kwam halen of vragen, zette Jolien vervolgens een rondje “gal spuien” in. Eigenlijk betekende dat dus dat ze diegene volledig met de grond gelijk maakte en bij ons om bevestiging vroeg. “Heb je die broek gezien? Een witte, linnen broek op je werk? Dat kan écht niet!” Waarna het hele team gelijkmatig de hoofden schudde en ik slechts een beetje ongemakkelijk Joliens blik wilde ontwijken. Ik voelde niet de behoefte om tegen haar in te gaan, ik werkte er tenslotte pas twee maanden en tja, Jolien leek toch wel iemand om aan je zij te willen hebben."

Het begin van het pesten
Het geklaag werd alleen maar erger. Er ging geen dag voorbij of Jolien gaf wel ergens op af. Langzaam maar zeker raakte ik steeds meer verbijsterd door de makheid van de overige teamleden. Ik begon me er van te distantiëren: al die negativiteit, ik had er geen zin meer in. Dus wanneer Jolien of iemand anders ergens op af gaf, stortte ik me op mijn werk. En op een gegeven moment begon ik te ervaren dat deze keuze mijn positie in het team niet ten goede kwam. Integendeel. Ik werd überhaupt niet meer betrokken in gesprekken (al bestonden de meesten alsnog uit geklaag), ik werd nooit meer gevraagd naar mijn privésituatie (zoals “Joh, hoe was het concert?”) en eigenlijk kreeg ik ook steeds meer nul op het rekest wanneer ik interesse in een ander toonde.

Het buitensluiten werd erger. Er werd geen koffie meer voor me gehaald, er werd zelden nog “Goedemorgen” tegen me gezegd en tijdens de lunch kreeg ik de rol van de mompelaar. Je weet wel, degene die erbij zit als meubilair, maar die nooit de mogelijkheid krijgt om een zin af te maken, zonder asociaal onderbroken te worden door een ander met een 'beter' verhaal. De moed begon me in de schoenen te zakken en mijn motivatie begon af te nemen. Zodra ik op mijn werk was, deed ik mijn best. Maar om me ertoe te zetten om te gaan, dat werd steeds lastiger. Zo meldde ik me een week ziek, uit pure overbelastheid. Met totale tegenzin zette ik me er de week daarna weer toe aan om naar mijn werk te gaan. Daar vroeg niemand mij hoe het met me ging. Er werden juist veelzeggende blikken gewisseld bij mijn binnenkomst.

Toen kwam de dag dat één van mijn collega’s er genoeg van had. Ze nam mij in vertrouwen en vertelde me wat er achter mijn rug om gaande was. Het bleek dat er dingen over mij werden gezegd als “Met zo’n kop zou ik ook niet naar mijn werk komen” en zodra ik het kantoor verliet, deden mijn collega’s mijn stem na aan de telefoon. Ik hoorde hoe mijn collega’s zich achter mijn rug om compleet lieten gaan en eigenlijk kon ik toen maar één ding en dat was op mijn fiets springen en naar huis rijden. Huilend.

De druppel
Het is onvoorstelbaar om in de pispaalpositie te komen op je werk. Ik had nooit verwacht dat mij dat zou gebeuren. Ik ben helemaal geen slachtoffertje of een slappe vaatdoek en ik mis ook niet de vaardigheden om normaal in contact te treden met mensen. Waarom ik dan toch de pineut werd? Al sla je me dood.
Bij mij werd de druppel bereikt toen Jolien op een dag op mijn stoel was gaan zitten om me na te doen. Ik kwam binnen en ik stond echt met een bek vol tanden. Het enige wat ik kon uitbrengen was: “Je moet je diep schamen” en toen ben ik naar de teamleider gerend. Daar heb ik per direct ontslag genomen en de situatie uitgelegd. Hij wilde nog een bemiddelingspoging doen “want ik ben heel blij met je” maar ik zag het niet meer zitten. Er was al te veel kapot. In overeenstemming met hem mocht ik een week van mijn opzegtermijn van een maand laten vallen. Ik ben dus nog drie en een halve week met opgeheven hoofd naar kantoor gegaan.
En toen ik thuis kwam na die laatste dag, was ik opgelucht op een manier die volkomen nieuw voor me was. Wat een stelletje sukkels daar.

Een nieuwe baan met leuke collega's
Tegenwoordig werk ik als adviseuse bij een communicatiebureau. Toen ik hier solliciteerde, heb ik me uitgebreid verdiept in het team voordat ik de baan aannam. Zowel bij mijn sollicitatiegesprek als mijn inwerkperiode, stond ik op scherp. En met succes: ik heb nu een fijn team met mensen die open en eerlijk communiceren. Nu ik merk hoe het ook anders kan, vind ik het bijna bewonderenswaardig dat ik het nog 8 maanden heb volgehouden bij die vorige baan!”

Heb jij, net als Marion, ook wel eens een soortgelijke situatie meegemaakt? Wat gebeurde er en hoe heb jij gehandeld?

Wil jij een persoonlijk verhaal delen met de lezeressen van Ze.nl? Het kan zijn over je werk, maar ook over andere zaken in je leven. Je bent welkom! Stuur een mailtje naar redactie@ze.nl