Iemand helpen: hoe doe je dat goed?
We zijn nooit te beroerd om een vriendin te helpen. Helpen doen we, omdat we om haar geven en willen dat het goed met haar gaat. Daarom maken we tijd vrij, luisteren we aandachtig naar haar verhaal en komen we uiteindelijk met adviezen die haar situatie kunnen verbeteren. Onze hulp heeft dan bijgedragen aan het oplossen van het probleem en, zodra we zien dat het haar beter gaat, voelen wij ons daardoor ook weer beter. Iemand helpen werkt vaak volgens een bepaald principe. De belangrijkste term daarbij is 'inlevingsvermogen'. Vrijwel iedereen helpt een ander door zich in hem in te leven. We verplaatsen ons in de ander, stellen ons voor hoe het zou zijn om zelf in die problematische situatie te zitten en van daaruit gaan we kijken naar mogelijke oplossingen. Voordelen hiervan zijn dat het de saamhorigheid vergroot en dat wijzelf bevestigd worden wanneer degene met het probleem aangeeft iets te hebben gehad aan het gesprek. Er zijn echter ook nadelen. Juist door ons in te leven in de ander, kunnen wij zelf ook de stress gaan ervaren van het probleem. Dit kan zo ver doorslaan, dat we gefrustreerd raken wanneer de ander niet handelt zoals wij dat zouden doen. Iemand helpen kan dan veel energie kosten. En in sommige gevallen, bijvoorbeeld wanneer iemand steeds met hetzelfde probleem aanklopt zonder iets te veranderen, kan het ervoor zorgen dat we de ander eigenlijk niet eens meer willen helpen. "Het heeft tenslotte toch geen effect." Uit de nadelen van het helpen, komt heel duidelijk naar voren dat de manier van helpen die wij kiezen (dus door ons in te leven), ons zelf ook iets oplevert (of juist niet). We halen er voldoening uit, of ergernis. En helpen is daarmee dus eigenlijk een methode om niet alleen die ander, maar ook onszelf een goed gevoel te geven. Is dit eigenlijk wel de beste manier om iemand te helpen? Of kan het ook anders? In plaats van je de situatie voor je te halen alsof het jouw probleem is, kun je het juist ook nadrukkelijk bij de ander laten. Hoe jij zou handelen in die situatie doet er niet toe, want jij bent jij en die ander is jou niet. Wat jij zou voelen, hoeft die ander niet te voelen. Wat deze insteek jou oplevert, is dat jij wel de sympathie ervaart die je anders ook zou ervaren, maar de stress van het probleem blijft jou bepaard. Hierdoor hou je energie over om te zoeken naar de oorzaak van het probleem. De ander voelt en handelt immers heel anders dan jij; maar hóe dan – en waarom juist zó? Dit kan veel ophelderen voor de ander. Allereerst omdat hij nu zélf moet nadenken over mogelijke oplossingen voor het probleem. Er is nu namelijk niemand die zegt: "als ik jou was, zou ik..." Daarnaast ook omdat de ander tot inzichten komt over zichzelf; inzichten die helpend zijn bij het oplossen van het probleem. Inzichten die helemaal niet aan de orde zouden komen wanneer jij had geholpen vanuit het inleven, zelfs al dacht je nog het beste met de ander voor te hebben. Hoe werkt dat bij jullie? Vanuit welke invalshoek helpen jullie anderen? Welke heeft jullie voorkeur als je om hulp vraagt aan een vriendin? Ik ben benieuwd naar jullie ideeën hierover! |