Feestdagenspecial: Tafeletiquette

Vrije tijd door Karin
Een mooi versierde tafel, je fashionable kerstjurkje, je vriend in zijn pak, lekker eten en omringd door lieve vrienden: je bent er helemaal klaar voor. Maar? hoe zit dat nou met al die rijen bestek en hoe gedraag je je?

Ik geef toe: ik kom uit een boerenfamilie en tja? inmiddels woon ik al een paar jaar in een grote stad, maar dat boerse is er nog niet helemaal uit. Sterker nog: af en toe ben ik gewoon een beetje lomp. En ook qua eten heb ik nog jarenlang volgehouden dat je me het meeste blij maakt met patat en frikadellen; de dames in de dop waren er niets bij. Inmiddels heb ook ík m?n fashionable en chique momenten, en dus wordt het tijd voor een lesje etiquette. Want als we het met Kerst niet doen, dan leren we het nooit! Dus pumps aan, haar opgestoken, wimpers in de krul en tijd voor stap één!

Stap 1: het tafelkleed
Nee nee nee, met Kerst kom je er niet vanaf met wat plastic bordjes en een peper- en zoutstel op tafel. Allereest haal je natuurlijk een mooi, kerstig tafelkleed in huis. Let op: het kleed mag niet te lang zijn, namelijk twintig centimeter over de rand, want anders zitten je gasten met een stuk tafelkleed alias slabbetje op hun schoot. Onder het kleed leg je een molton. Een wat? Een tafelmolton. Zie het als een soort matrashoes, maar dan voor op tafel. Dit is geluiddempend, het beschermt de tafel en het laat het tafelkleed mooier vallen.


Stap 2: de borden

Als eerste komen niet de borden waarvan je gaat eten. Euuh..? Nee, borden zijn er ook voor de sier! Als eerste leg je dus zogeheten plaatsborden neer. Dit zijn grote, ronde sierborden van glas, hout of bijvoorbeeld metaal, waar bovenop de eetborden worden geplaatst. Je zet deze neer met een vingerbreedte van de rand van de tafel af. Daarop komen de borden voor het hoofd- en voorgerecht.

Stap 3: het bestek
Bij het bestek is het altijd van buiten naar binnen. Als je de tafel dus dekt, begin je met het bestek voor het laatste gerecht, en eindig je aan de buitenkant met het bestek voor het voorgerecht. Hoe simpel! Nog iets waar je op moet letten: de karteltjes van de messen naar binnen.

Maarrr? het bestek voor het toetje ligt niet naast het bord, maar bóven het bord! Indien je hier een mesje voor nodig hebt, ligt het snijvlak naar links met de karteltjes naar beneden, naar het bord toe dus. Indien je een vork en lepel nodig hebt voor je toet.. euh dessert, ligt het heft van de vork (vertaling: het handvat) naar rechts en daarachter de lepel met het ?snijvlak? naar rechts. Een ezelsbruggetje? Moet Veel Leren (Mes, Vork, Lepel).

 
Zoals ik al eerder vertelde, werk je dus van buiten naar binnen. De soeplepel ligt altijd aan de rechterkant. Links staat het broodbordje, het saladebordje en ? als je geluk hebt ? een kommetje om vieze vingers mee schoon te maken. Ook glazentechnisch gezien werk je van buiten naar binnen en ze staan rechts van je bord. Het servet leg je links neer, maar kan ook op het bord of aan het hoofd van het bord (in de vorm van een waaier of iets dergelijks).

Stap 4: de tafelindeling
Wil je zeker weten dat je niet naast die saaie tante Toos zit? Je kan ervoor kiezen om een tafelschikking te maken en bijvoorbeeld naambordjes neer te zetten. Volgens de etiquette geldt zelfs dat mannen en vrouwen om en om horen te zitten. En kleffe stellen worden ook gescheiden, hoezee! ("Ja sorry, dat moet volgens de etiquette?") Mannen horen de stoel van de dames aan te schuiven (eindelijk één avondje dat meneer galant is!). En ze horen zelfs op te staan als de dame de tafel verlaat of terugkomt.

Stap 5: tijdens het diner
Als je gaat zitten sla je je servet open en leg je het op je schoot. De gastvrouw (jij!) heft als eerst het glas en klinkt op de gelegenheid. Uiteraard houd je je wijnglas aan de steel vast om vetvlekken op het glas te voorkomen.

Tijdens het eten dien je, jammerdebammer, geen lichamelijk contact met je buren te hebben. Dus handjes thuis, dames! Als je niet eet, ga je niet met je handen over elkaar zitten, maar houd je ze op schoot of leg je je polsen op de rand van de tafel. Ook ellebogen mogen alléén op de tafel tussen de gangen door, als de borden al zijn opgehaald.

Als je met een klein gezelschap bent, schep jij als gastvrouw op. Onthoud: eerst het vlees, dan de groente en vervolgens de aardappels. (Lekker good old Hollandse pot!) In een groter gezelschap mogen de gasten zelf hun bordje vullen.

Als je even nog een soort van gezellig wilt kletsen, kan dit ook niet zomaar. Nee, nee! Je legt dan namelijk je mes en vork in ?ruststand?; het bestek ligt kruislings op het bord. Let op: je mes ligt onder en daar overheen, met de tanden naar beneden, ligt je vork. Als je klaar bent met eten leg je je mes en vork naast elkaar van rechtsonder naar linksboven op het bord. (mes boven, vork daaronder)

Ik zeg veel suc? euh plezier tijdens de feestdagen!