Rosemary's Sons gaat terug naar basis
Het is alweer even geleden dat de heren van Rosemary's Sons iets van zich lieten horen. In april 2005 komt hun album St. Eleanor's Park uit en daarna blijft het lang stil. Dit komt vooral door zaken die weinig met muziek maken van doen hebben: wisselingen in het management én een andere platenmaatschappij. Maar nu is er dan eindelijk de opvolger, Home sweet home, die in samenwerking met producer Patrick van Hofwegen is opgenomen. Er is bewust gekozen voor de muziekstijl americana, waarin je duidelijk eerdere nummers van de Sons kan herkennen.
Het openingsnummer The best is yet to come heeft iets bekends, maar een echte link weet ik niet te leggen. Het is wel erg aanstekelijk en blijft makkelijk hangen, dus een prima opener. De Sons hebben al eerder nummers opgenomen met andere artiesten en ook op dit album komen er twee van zulke liedjes voorbij. Met zangeres Stevie Ann is het duet Perfect opgenomen en op Mary-Ann laat JW Roy van zich horen. Ook wat dat betreft zoekt de band het dus dicht bij huis: het zuiden des lands.
How about it ligt lekker in het gehoor en daarmee een goede keuze voor de eerste single. De titelsong, Home sweet home, is een cover van een Mötley Crüe-hit. En waar het origineel veel gitaren gebruikt, blijft deze versie lekker ingetogen. Little secrets is wat meer up-tempo, terwijl afsluiter Devil in his pocket weer vrij rustig is. Maar juist deze afwisseling, die op de hele plaat wordt doorgevoerd, zorgt ervoor dat je tot het laatste moment blijft luisteren.
Ik geef het eerlijk toe: ik heb al vanaf het eerste moment een groot zwak voor deze band. Wat mij betreft is Home sweet home dan ook een erg fijne opvolger van St. Eleanor's Park. Hoewel de sound toch weer erg Rosemary's Sons is, had het hier en daar nog wel iets pittiger gemogen. En een tien nummers tellend album dat 35 minuten duurt, is mij eigenlijk iets te kort. Meer Rosemary's Sons, dat is wat we willen!