Achtergrond: Oorsprong van kerstmis.
We zijn opgegroeid met dit idee, in een christelijke maatschappij, al dan niet als christen, maar er zijn talloze historische feiten op te noemen die wijzen op een heel andere oorsprong, die niets met het Christendom te maken hebben.
Volgens de bijbel lagen de herders met hun schaapjes in het veld, toen zij bezocht werden door engelen die hen de komst van Jezus aankondigden. Het speelt dan wel in Israel, maar ook daar is het 's winters heel koud. Het is veel waarschijnlijker dat de schaapjes in de stal stonden en de herders bij een warm haardvuur zaten. Dit wijst er dus ook op dat Jezus waarschijnlijk in de zomer geboren is. Toch vieren we het in de winter.
Keizer Constantijn was een slimme man. Driehonderd jaar na Christus had hij door dat het Christendom flink aan het groeien was, ondanks Romeins verzet. Het kon wel eens uitgroeien tot een zeer grote en machtige religie. Hij was veertig jaar toen hij zich bekeerde tot het Christendom. Hij riep deze religie gelijk uit tot staatsgodsdienst. Het verspreidde zich snel door Europa, omdat heel Europa onderworpen was aan de Romeinen.
De onderworpen volkeren waren voor een groot deel Keltisch. Voor de komst van de Romeinen hadden zij het voor het zeggen in Europa. Zij hadden hun eigen goden en hun eigen feesten, die ze gewoon bleven vieren. Toen het Christendom de nieuwe staats godsdienst werd moest hier een einde aan komen. Om het de Keltische en Germaanse volkeren wat makkelijker te maken om over te stappen op een ander geloof, besloten de christelijke leiders om de geboorte van Jezus te vieren tijdens een belangrijke Keltische feestdag. Dit feest noemde men Yule (spreek uit: Yoe-woel), en viel op 21 december. Zo behield het volk hun geliefde feest, zei het in een iets andere vorm.
Het christelijke kerstmis staat daarom bol van de voorchristelijke symboliek. De Kelten, maar ook vele andere voorchristelijke volkeren vierden de winterzonnewende. Dat was voor hen heel belangrijk, omdat ze de ijzige winter door moesten zien te komen met rantsoenen van gedroogd voedsel. Het leven in die tijd was een stuk prettiger en comfortabeler als de natuur in volle bloei was, en vers voedsel in overvloed. Het beste eten en drinken was speciaal bewaard voor dit feest. Men kookte gezamenlijk een heerlijk feestmaal.
Men vierde dat licht de duisternis overwon. En is dat niet ook de boodschap van het Christendom? Jezus als overwinnaar van het kwaad. Het licht in de duisternis. We verstoken heel veel kaarsjes in deze tijd en door alle kerstverlichting heeft menig Nederlander een flinke energierekening.
En wat dacht je van de kerstboom? Het is een uiterst merkwaardig gebruik dat werkelijk niets met het Christendom te maken heeft. Waarschijnlijk is het een voorchristelijk vruchtbaarheidssymbool, dat door verschillende volkeren in Europa gebruikt werd tijdens de winterzonnewende. De boom stond voor het leven dat voortgaat. Ook werden er lichten gebrand bij heilige bomen. De Germanen hingen in deze tijd offers in hun heilige bomen. De traditie van het versieren van een boom is een lange tijd weg geweest, maar in de negentiende eeuw waaide het vanuit Duitsland weer over naar Nederland. Sindsdien is de kerstboom niet meer weg te denken. De paus heeft de 'heidense' boom lang geweerd. Pas sinds 1982 staan er kerstbomen in het Vaticaan. Toch is de kerstboom het belangrijkste symbool van het christelijke feest geworden.
De kerstbal zou een verwijzing kunnen zijn naar de offers zoals appels, goud en zilver, die de voorchristelijke volkeren brachten aan hun goden. Het kent daarnaast ook een andere oorsprong. De kerstbal, in zijn huidige vorm, dateert van meer dan 300 jaar geleden. Toen waren deze ballen bekend onder de naam 'heksenbal'. Deze ballen waren erg populair in de 18 eeuw in Engeland, maar hun eigenlijke oorsprong is veel ouder. Al meer dan 300 jaar worden deze glazen ballen voor de ramen gehangen om vervloekingen, boze geesten en ongeluk af te weren.
De kerstman is overgewaaid uit Amerika, maar vindt zijn oorsprong bij onze eigen Sinterklaas. Nederlandse kolonisten zouden de traditie meegenomen hebben. Al snel verwisselde de Sint zijn mijter voor een warme muts en kreeg hij een dikke mantel. In 1931 werd de kerstman gerestyled door de illustrator van de Coca Cola reclame. Zo ontstond de huidige kerstman. Het uitdelen van cadeautjes komt dus ook bij onze Sinterklaas vandaan.
Nu is de vraag in hoeverre cadeautjes bij de Sint horen. De bisschop van Mira zou goud hebben gegeven aan een man die door armoede geen bruidsschat had voor zijn drie dochters. Deze dochters dreigden verkocht te worden als slaaf, maar dankzij de gift van de bisschop konden ze trouwen, en waren zij gered. Het is echter heel goed mogelijk dat de katholieken het cadeautjes concept hebben gepikt van hun heidense voorgangers. In de nacht van Yule, het Keltische winterfeest, deelde de Winterkoning kleine geschenken uit aan de kinderen. En zo zijn we van de kerstman via de goedheiligman weer terug bij ons niet zo christelijke kerstmis.
Dat veel mensen niet langer stil staan bij de geboorte van Jezus is misschien niet eens zo erg. Zolang we het feest maar niet vieren omdat het er nu eenmaal bij hoort. Als we niet stil staan bij de achtergronden vervalt het tot een leeg en nietszeggend geheel. Het is een schitterende mix van eeuwenoude tradities en rituelen, die we in een verbasterde vorm in leven houden. Wat we ook geloven, uiteindelijk brengen we allemaal een eerbetoon aan het licht en vragen we om geluk en bescherming van onszelf en onze dierbaren.