Mijn mening: Van joods naar christen.
Het joods-zijn komt voor mij nu vooral tot uitdrukking in de humor en woordenschat die mijn ouders en ik hanteren. Mijn vader is niet joods, maar handig genoeg om alle nuances perfect op te pakken. Vroeger waren er meer joodse vrienden en kennissen in ons leven. Ik ben zelfs eens op een joods jeugdkamp geweest, maar ik heb me er nooit echt bij thuis gevoeld. Mijn moeder gaat zich met de jaren juist meer voor de cultuur interesseren en ook haar broer is erg bezig met de geschiedenis van het joodse volk.
Ik ben echter een andere kant uitgegaan. Sinds een jaar ben ik christen. Die omslag kwam in een heftige periode waarin alle zekerheden in mijn leven op z'n kop stonden. Ik zat aan de andere kant van de wereld, mijn huwelijk was op de klippen gelopen en ik probeerde wanhopig mezelf te vinden ergens tussen studie en werk. Op een dag ontmoette ik een Deens meisje dat voor een christelijke organisatie een soort trainingsprogramma volgde. We raakten bevriend en praatten over van alles, maar ook regelmatig over haar geloof. Ze nam me een keer mee naar een bijeenkomst van jongeren met livemuziek. Nadat zij terug naar Denemarken was gegaan, bleef ik op zaterdag naar de jongerendiensten komen. Iedereen was er warm en open en, heel belangrijk, liet me vrij.
Ik heb me zo thuis gevoeld in die groep. De zaterdagavonden werden een hoogtepunt van mijn week, in plaats van een verplichte kerkgang. Ik praatte met veel mensen - christenen, niet-christenen - en liet alles op me inwerken. Ik had immers nooit de Bijbel gelezen. Alleen al uit het oogpunt van algemene ontwikkeling vond ik dat een stuk basiskennis er eigenlijk wel bij hoorde. Na veel denken, praten en schrijven nam ik een besluit. Dat 'iets' waarvan ik altijd heb gedacht dat het er was, die energie, die noem ik God. En ik neem voor waar aan wat in de Bijbel staat: dat Jezus er echt was, dat Hij is gestorven voor mijn zonden. Onwaarschijnlijk? Voor mij net zo moeilijk te bevatten als aannemen dat er 'niets' is en dat we allemaal zijn ontstaan uit een grote knal.
In de kerk werd ik niet afgerekend op mijn joodse roots. Integendeel. Ik werd er eigenlijk voor op handen gedragen, en dat terwijl ik het zie als iets waar ik niets aan kan doen. In mijn familie gelooft namelijk niemand in een joodse god, dus religieus gezien was ik vroeger 'niets'. Ik werd uitgenodigd voor een 'bijbelklasje' en ben gegaan. Mijn openheid en kritische houding werden daar zeer gewaardeerd. Er waren dagen dat ik de enige student was tegenover vier begeleiders.
In mijn nieuwe woonplaats heb ik nog geen leuke kerk gevonden. De drempel om op een groep vreemden af te stappen, is op dit moment nog iets te hoog. En het zal natuurlijk nooit precies zo zijn als het destijds was. Ik bid iedere dag en uit dan vooral mijn dankbaarheid voor alle dingen, de goede en de slechte. Pas in tweede instantie vraag ik hulp voor mijzelf, maar zeker ook voor anderen. Ik wil God betrekken bij al mijn beslissingen, de grote en de kleine. Ik kan mijn eigen keuzes maken, maar Hij weet wat goed voor me is en wat hij voor me in petto heeft. Want God heeft een plan voor ieder van ons. Hij is goed en liefdevol, dat geloof ik echt.
Op mijn werk en in mijn vriendenkring en familie is goed gereageerd op mijn religieuze ommezwaai. Sommigen vinden het vreemd en moeilijk te begrijpen, maar ze laten me vrij om mijn eigen keuzes te maken. Op mijn monitor hangt een post-it-briefje waar ik 'God is liefde' op heb geschreven. Dat leidt nog wel eens tot leuke gesprekken met collega's en opent de deur wanneer ik het moeilijk vind mezelf als christen te uiten. Mijn moeder draagt een davidsster aan een kettinkje, ik een kruisje. Ik geloof niet in één waarheid voor iedereen. Dit is mijn waarheid. Wat is de jouwe?