Op ontdekkingsreis door India - deel 2
Soms moet ik mezelf even knijpen. Dan denk ik: “Ik ben gewoon in India! Helemaal alleen en ik ben niet bang en ik heb ook geen heimwee.” Het is nu drie uur in de nacht en ik zit te typen op mijn bed. Het veel te harde bed waar ik toch enorm dankbaar voor ben. Gewoon omdat het er is en ik me er toch weer elke nacht op neer kan leggen.
Hier in de ashram is alles goed verzorgd. Het grote terrein, dat bestaat uit meerdere meditatie ruimtes en een dinerzaal heeft ook wat dependances door het hele stadje heen. Zo is aan overkant een bibliotheek met alleen maar boeken over Ramana. Dat is de man waar het allemaal om draait hier in Tiruvannamalai. In elke winkel, op de straten, in de cafeetjes en op mijn kamer hangen foto’s van de lieve man. Hij is de grote bekendheid hier en wordt wereldwijd gezien als één van de belangrijkste Indische goeroes uit de vorige eeuw.
Ramana werd op 29 december 1879 geboren in een stad ten zuiden van de plek waar ik nu ben. Nadat zijn vader overleed groeide hij op bij zijn oom. Hij was goed in sporten en hield niet zo van naar school gaan. Hij was een populaire jongen die het heerlijk vond om ‘s nachts stiekem met vrienden te gaan zwemmen. Op een bepaald moment kreeg zijn oom een boek over de 63 heilige figuren in India. De jongen raakte gefascineerd door het boek en las het in één keer uit. Wat bijzonder was omdat Ramana niet erg godsdienstig was en alleen maar naar de tempel ging omdat het moest.
Maar op zijn zestiende veranderde dat toen hij een bijna dood ervaring had in het huis van zijn oom. Hij was alleen thuis toen hij ineens op de grond viel en dacht: “Dit is het, nu ga ik dood.” Wat er toen gebeurde was heel bijzonder. Ramana realiseerde zich dat, terwijl zijn lichaam dood was, er nog steeds een aanwezigheid was die dit allemaal kon zien gebeuren. Iets dat niet dood kon als het lichaam overleed.
Vanaf dat moment veranderde zijn leven. In het begin ging hij nog steeds naar school en liet hij zijn familie niets merken van zijn inzicht. Hij kon alleen niet meer loskomen van het idee dat er een Zelf was dat dag en nacht aanwezig is. Ramana kon het leven niet anders meer ervaren dan vanuit die andere plek, vanuit aanwezigheid, vanuit dat wat er altijd is, ook als het lichaam dood gaat. Zijn interesse in de normale dingen van het leven verdween steeds meer naar de achtergrond. Een paar weken na de bijzondere ervaring hoorde Ramana een familielid praten over de berg Arunachala. Deze berg staat bekend als de meest heilige plek van de wereld. Het was een paar honderd kilometer verwijderd van zijn eigen woonplaats. Ramana werd door het gevoel overvallen dat hij daar heen moest. Met drie rupees op zak ging hij onderweg. Hij liep weg van huis, liet een briefje achter en vertrok naar Tiruvannamalai. De plek waar ik nu ben.
Daar aangekomen heeft Ramana zijn eerste jaren op diverse plekken doorgebracht. Hij was alleen nog maar in staat om de hele dag meditatief te zitten. Overal waar hij zat kon hij alles ervaren maar hij was niet in staat om te bewegen, te spreken of te eten. Op een bepaald moment, toen hij erg geplaagd werd door jongelui omdat hij de hele dag in dezelfde houding zat heeft hij zich teruggetrokken in een soort kelderruimte. Mensen uit de omgeving hebben hem er na een tijdje uitgesleept omdat hij niet meer kon bewegen, hij kon alleen maar in het Zelf aanwezig zijn. Ramana zelf verklaarde later dat mensen om hem heen van alles van hem wilden maar dat hij alleen maar die enorme vreugde kon ervaren van in het Zelf zijn. Dat het geen verkozen spreekverbod was waar hij aan deed maar dat hij gewoon niets meer te zeggen had. Woorden schoten tekort zullen we maar zeggen. Hetzelfde met eten, hij werd gevoed door zijn ervaring van het Zelf en daardoor had hij totaal geen eetlust meer.
Ondertussen gingen de mensen zich over deze zonderlinge jongeman ontfermen. Ze begonnen hem te wassen en te verzorgen. Omdat iedereen zich met hem bemoeide besloot hij uiteindelijk op de berg in een grot gaan wonen. Daar werd hij bezocht door kinderen en volwassenen die in de grot stilletjes om hem heen kwamen zitten. Puur en alleen omdat hij zoveel rust uitstraalde. Hij sprak zelden maar het verhaal gaat dat als je in zijn aanwezigheid was, alle vragen die je had wegvielen. Je werd door zijn aanwezigheid direct naar je eigen Zelf toegetrokken.
Ramana heeft zeventien jaar in de grot gewoond. En omdat er zoveel mensen van heinde en verre in de aanwezigheid van deze bijzondere man wilden zijn werd er onderaan de berg een ashram gebouwd. Ramana besloot van de berg af te dalen om in de ashram te verblijven. En zo begon het verhaal van de plek waar ik nu zit. Hij overleed hier in 1950 toen hij 71 was. Ik heb me voorgenomen om hier op de Arunachala berg het huisje te bezoeken waar Ramana heeft gewoond. Om in zijn aanwezigheid te zijn maar vooral om de aanwezigheid van mijn Zelf te ervaren.