Op ontdekkingsreis door India - deel 3
Wat doe ik hier nu zoal de hele dag? Niet zoals sommige mensen de hele dag mediteren. Dat is niet waar ik behoefte aan heb. Wel probeer ik zoveel mogelijk bewust te zijn van de aanwezigheid van het Zelf, bij alles wat ik doe. Ik sta meestal om een uur of half zeven op. Ondanks het feit dat ik de halve nacht niet heb geslapen omdat het te heet is in de kamer, zelfs met de plafond ventilator aan, en het bed te hard is. Maar het maakt me niks uit. Ik hoef immers nergens te zijn overdag en als ik moe ben ga ik liggen.
Zoals ik de vorige keer al schreef draait alles hier om Ramana. Hij is de grote bekendheid hier en wordt wereldwijd gezien als één van de belangrijkste Indische goeroes uit de vorige eeuw. Een van de dingen die ik heel graag wilde doen tijdens mijn reis door India was de plek bezoeken waar hij van 1915 tot 1922 met zijn moeder heeft gewoond. Om in zijn aanwezigheid te zijn maar vooral om de aanwezigheid van mijn Zelf te ervaren. Met een groepje mensen die ik hier in Tiruvannamalai heb ontmoet beklimmen we vroeg in de ochtend regelmatig de Arunchala berg om het huisje van Ramana te bezoeken. En alleen al daar zijn is een prachtige ervaring. Vooral de eerste keer was indrukwekkend.
We liepen het voorportaal van het wit gepleisterde huisje in en van daaruit kwamen we in een kleine lage ruimte waar kussentjes lagen en waar je kon mediteren. Van hieruit konden we naar een nog lager gelegen ruimte die veel weg had van een grot. Er stond een afbeelding van Ramana met een kaars ervoor. Er zaten al wat mensen in het middengedeelte te mediteren en ik ging zitten op het enige kussentje dat nog vrij was en nam de meditatie houding aan. Wat mij meteen opviel was de enorme stilte. Een stilte die zo voelbaar was dat hij je helemaal bij jezelf naar binnen trok. Toen ik net goed en wel zat begon een Indiër, die net de kleine grot in was gegaan, te zingen. En dat was niet zomaar zingen of chanten wat hij deed. Dit was van zo’n heldere, zuivere en intense kwaliteit dat al mijn zintuigen in één keer helemaal open gingen staan. De devotie en liefde waarmee hij zong kwam recht uit zijn hart. Ik merkte dat ik zo op ging in zijn betoverende klanken dat er iets in mijn binnenste begon te resoneren met dat geluid. Ik werd als het ware het geluid. Het was een prachtige ervaring waar ik helemaal in verdween.
Sinds die eerste keer gaan we regelmatig terug naar het huisje van Ramana. Na de berg ga ik meestal even wat rommelen op mijn kamer. Ik ga lezen, schrijven of naar één van de meditatie ruimtes om daar lekker te zitten of te mediteren. Om half twaalf is er lunch en eet ik van een bananenblad. Na de lunch ga ik dan even rusten en soms wat slaap inhalen. In de middag zie ik soms wat mensen in Shanti café, een gezellig barretje hier verderop. Er liggen kussentjes op de grond met lage tafeltjes, en je kunt er lekker Westers eten bestellen. Er komen alleen reizigers en bijna iedereen heeft een laptop mee om daar gebruik te maken van het wireless internet. Ja, welkom in de wereld van de reiziger anno 2010. Dat was 15 jaar geleden wel anders toen we door Azië trokken zonder mobiel of internet!
In de namiddag ga ik vaak naar de bibliotheek in de stijl van vergane glorie. Oftewel terug naar de basisschool inclusief de formica tafels, schrootjes aan de muur en rekken vol met boeken van bijna honderd jaar oud. Het is en fijne plek waar ik elke dag een stukje in mijn boek over Ramana lees. Daar zit ik dan lekker in de stilte met anderen, waaronder de lokale bevolking, te lezen in de koelte van de plafond ventilator. Tenzij de stroom weer uitvalt zoals gisteren. Dan pak ik een waaier van de stapel die op het kastje ligt. Na de bibliotheek ga ik vaak weer terug naar de ashram om in één van de ruimtes te luisteren naar het zingen, om te mediteren of gewoon om lekker naar mensen te kijken terwijl ik op de grond tegen de muur aan zit. Om half acht is er weer eten van het bananenblad. Soms gaan we ter afwisseling met de mensen die ik heb ontmoet ergens anders eten. Na het diner ga ik vrijwel meteen naar mijn kamer. Het hek sluit om negen uur in de avond, en dan moet ik binnen zijn haha. Maar dan is het ook mooi geweest, dan wordt het stil op straat. Op mijn kamer schrijf ik dan nog twee uurtjes op mijn laptop en dan is het bedtijd.
Tiruvannamalai is een heerlijk plek om te zijn. Je voelt je hier nooit alleen. Buiten het feit om dat Ramana vanaf bijna elke plek wel ergens op je neerkijkt met zijn lieve, vriendelijke gezicht zijn bijna alle mensen hier heel aardig. Tezamen met de vrienden die ik hier heb gemaakt onder de Westerlingen moet ik zeggen dat het voelt als een warm bad waar ik in terecht ben gekomen. Ik realiseer me heel goed dat ik een gezegend mens ben om hier te kunnen zijn en van dit alles elke dag te mogen genieten!