Frances: ?Ik groeide op in een sekte?

De maatschappij door Marleen_S
Frances groeide als kind op tussen twee extremen. Een vader die te veel dronk en een gelovige moeder die Jehovah’s Getuige was. “Ik was een buitenbeentje dat niet om mocht gaan met ‘wereldse’ mensen. Dan zou God mij haten.”

 
Je verjaardag vieren, een zak vol cadeaus krijgen met Sinterklaas of Kerstmis vieren met de familie. Doodgewone dingen die elk kind in zijn leven doet. Voor Frances (54) gold dat niet. “Op school probeerde ik me zo onzichtbaar mogelijk te maken. Als kind schaamde ik me voor mijn ouders, net zoals iedere tiener. Zeker toen er een paginagroot artikel in de krant verscheen over hen. Mijn vader was bekend in de uitgaanswereld. Hij dronk veel en leefde als vrijgezel zonder gezin. Hij had een totaal andere levensvisie dan mijn moeder. Zij was een lieve, zorgzame moeder die zichzelf te veel wegcijferde en zich altijd afvroeg of ze wel genoeg deed voor God. En toen kwam ze in contact met Jehova’s Getuigen. Een geloofs-gemeenschap die inmiddels wereldwijd zo’n 7 miljoen leden en in Nederland zo’n 30.000 volgers heeft.”
  
De wereld van Satan
Dat gebeurde tijdens de bekende rondjes langs de deuren. “Sindsdien maakte ik samen met mijn moeder, broer en zussen deel uit van een sociaal netwerk vol strikte leefregels. De organisatie van Jehovah’s Getuigen was een wereld op zich. Mijn vader hoorde daar als barkeeper niet bij en dat wilde hij ook niet. Volgens de organisatie behoorde hij tot de ‘wereld van Satan’.” Een verwarrende tijd brak voor Frances aan. “Er werd drie keer per week vergaderd waarbij er voortdurend gesproken werd over Gods Oordeelsdag, het toekomstige Paradijs op aarde op de gevaren van onze zondige neigingen en verlangens. Ook werd ons gewezen op de gevolgen die slechte omgang – de omgang met ongelovigen – zou hebben. Die zwart-wit redenaties hadden een diepe impact op mij als kind. Helemaal toen mijn ouders uiteindelijk gingen scheiden. De organisatie werd voor mij een toevluchtsoord.”
 
Wij tegen zij
“Ik was een verlegen, gesloten meisje en een buitenbeentje op school”, vertelt Frances. “Ze vonden me raar en ik vond het moeilijk om uit te leggen waarom ik geen feestdagen zoals Kerstmis of Koninginnedag mocht vieren. Hoe ouder ik werd, hoe moeilijker ik het vond om – emotioneel gezien – mijn hoofd boven water te houden. Ik was opgegroeid met de gedachte dat ik geen emotionele band moest aangaan met mensen uit de maatschappij om mij heen. Ik had de overtuiging dat deze ‘wereldse’ mensen mij negatief zouden beïnvloeden en mij tot een vijand van God zouden maken. Althans, dat is wat de organisatie mij deed geloven. Ik leerde te denken in termen als ‘wij’ tegen ‘zij’. Zo voelde ik dat ook en dat was vaak erg eenzaam.”
 

Frances voelde zich als kind alles behalve veilig. “In de wereld buiten de organisatie hoorde ik nergens meer bij. Dat dreef me verder in de armen van de organisatie. Het werd in mijn ogen meer en meer de enige ‘veilige’ plek tegen de wereld daarbuiten. Een wereld die mij beangstigende. Terwijl het eigenlijk andersom was.” Op een zeker moment begon ze toch te twijfelen. “Het waren vragen die ik eerst altijd wegdrukte met het idee dat het aan mij lag. Totdat ik een documentaire zag over kindermisbruik onder Jehovah’s Getuigen en hun beleid hierover. Dit had een grote impact op mij. Het was voor mij de start om serieus te onderzoeken wat er mis was met de organisatie waarin ik was opgegroeid. Na twee jaar van afwegen en overdenken bezocht ik in 2004 voor de laatste keer een vergadering.”
 

Nieuw licht

Frances werd zich ervan bewust dat haar emoties enorm werden gemanipuleerd door de leiding van de Jehovah’s Getuigen. “Zij zien zichzelf als het communicatiekanaal van God. De titel, De Getrouwe en Beleidvolle Slaaf, die ze zichzelf hebben gegeven klinkt nederig, maar verbergt daarmee hun werkelijke macht over de leden. Ik vroeg me af of ik zelf zo labiel en onzeker was of dat de situatie waar ik in zat daar invloed op had. Ik wilde het weten en begon mijn eigen onderzoek, ging observeren wat er in mij en om mij heen gebeurde, zonder roze bril. Ik kreeg door dat bepaalde overtuigingen van de leiders werden gepresenteerd als ‘de waarheid’, eigenlijk alleen maar hun menselijke interpretaties daarvan waren.”

“Zoals het fenomeen ‘nieuw licht'. Hun verandering in interpretaties wordt ‘verkocht’ aan hun navolgers als ‘nieuw licht’, dat het ‘oude licht’ moet vervangen”, legt Frances uit. “Degenen die nog geloof willen stellen in het ‘oude licht’ - dat wil zeggen de oudere interpretaties - lopen het risico uitgesloten te worden van de groep. Hieruit bleek voor mij dat het eigenlijk draait om het blindelings onderwerpen aan de leiders en hun visies.”
 
Officieel uitgesloten
Toen Frances wegging  bij de organisatie ging dat niet zo gemakkelijk. “Het was moeilijk want van kleins af aan was ik volledig in de groep geïntegreerd. Een eigen identiteit had ik niet. Mijn beeld van sekten was, terwijl ik er zelf in eentje zat, heel extreem. Ik dacht dan meteen aan de ergste dingen zoals seksueel misbruik en collectieve zelfmoord. Mijn groep leek daar toch niet op? Totdat ik mijn eigen groep onder de loep ging houden. Ik kwam erachter dat bijna alle kenmerken van sekten en dwingende groepsculturen van toepassing waren op mijn eigen leefwereld binnen de Jehovah’s Getuigen. Uiteindelijk werd ik officieel door de gemeenschap uitgesloten."
 


Het was een traumatische ervaring voor Frances. “Mijn hele sociale leven bestond uit de Jehovah’s Getuigen. Helaas betekende mijn uitsluiting ook dat ik daarmee al mijn vrienden, veel van mijn familie en alles wat me bekend was in één klap verloor. Want omgang met een afvallige zoals ik, was verboden. Afvalligheid is in de ogen van Jehovah’s Getuigen net zo erg of zelfs erger dan moord, stelen, homofilie en roken. Want ja, ook dat laatste is ten strengste verboden binnen de gemeenschap”, vertelt ze. “Helaas geloven een aantal van mijn familieleden blindelings in de leer van de Jehovah’s Getuigen. We zijn in hun ogen slechte mensen en moeten volgens hen uit 'liefde' gestraft worden met uitsluiting, dat wil zeggen dat zij geen enkele vorm van contact meer met mij mogen hebben. Zelfs niet via e-mail.”

Toekomst

“Ik ben gelukkig getrouwd met mijn man en mijn kinderen zijn intussen volwassen. Onze tijd bij de organisatie heeft veel invloed gehad op onze relatie. We waren er continu mee bezig. Nu we daar weg zijn kijk ik niet meer te veel vooruit. Na de grote omschakeling en het verwerken focus ik mij op mijn werk als coach/counsellor. Ik merkte dat er weinig hulp was voor mensen die uit een sekte komen. Daarom wilde ik dit zelf gaan doen. Sinds december 2012 werk ik ook als partner van Sektesignaal.nl waar mensen misstanden in sekten anoniem kunnen bespreken en hun verhaal kwijt kunnen. Ik hoop dat meer mensen anders gaan kijken naar personen die uit een sekte komen. Het helpt enorm als iemand echt naar je luistert en begrip toont, zonder je te (ver)oordelen.

Lees ook onze andere real life verhalen.

Wil je ook je verhaal aan (de leZeressen van) Ze.nl vertellen? Stuur dan een mailtje naar redactie@ze.nl o.v.v. real life verhaal.