Extreme dierenliefde

De maatschappij door Danielle de M
‘Emmeren’. ‘Oorspronkelijk gezegd van Huzaren, die staande op een omgekeerde emmer geslachtsgemeenschap met een paard zouden hebben gehad’. Staat in de van Dale. 
 
Hadden jullie niet gedacht. Dat de oorspronkelijke betekenis van ‘zit toch niet zo te emmeren’ eigenlijk iets anders is dan je voor ogen hebt als je dat naar iemands hoofd smijt. Het aparte hiervan is natuurlijk dat bestialiteit (seks met dieren) kennelijk zo gemeengoed is geweest dat het zich in het dagelijks spraakgebruik heeft kunnen nestelen. Emmeren zal om voor de hand liggende redenen een beetje in de obscuriteit blijven heden ten dage, maar er zijn meer mogelijkheden voor degenen die zijn of haar dierenliefde openlijk een stapje verder wil nemen. Ik kwam dit bericht tegen in de krant:
 
 
Trouwen met je huisdier
How about that. Trouwen met je huisdier. Tuurlijk. Al blijf ik het vreemd vinden dat er weigerambtenaren zijn als het gaat om personen van hetzelfde geslacht in de echt verbinden, maar dat dit toch kennelijk als iets heel ludieks wordt gezien. Waarom zou je dat willen, vraag ik me af? En meer nog, wíe zouden dat nu willen? Ik ben dol op mijn dieren, en zij denk ik ook op mij, maar zover gaat de liefde nu ook weer niet. Ik vind het maar raar, zo schreeuwclaimerig ook.  Zo van; deze hond IS VAN MIJ! MIJN HOND! KIJK MAAR, WE HEBBEN DEZELFDE HALSBAND! MET NAMEN!

Het lijkt me trouwens dat, als je trouwt, dat het op zijn minst een wederzijdse beslissing moet zijn. Je zou het als een signaal kunnen zien als je je ezel tegenstribbelend naar het altaar moet slepen, maar goed. Van alle katten, honden, cavia’s, schildpadden en goudvissen die zich ooit de mijne hebben mogen noemen kan ik met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid stellen dat het niet in hun hoofd opkwam - of komt - om ook op papier van mij te willen zijn. Die willen niet trouwen. Die willen op tijd hun eten en aandacht voor hun borstelverslaving. Dat laatste geldt natuurlijk niet voor de schildpadden en goudvissen, die verlangen hoogstens dat er als extraatje af en toe een vlieg in hun water dondert.
 

 
Met een duif
Komt er nog wat in me op. Er staat ‘te midden van bloemen, gospelzangeressen en witte duiven’. Wat als je met een duif wilt trouwen? Toch best lullig als-ie al z’n vriendjes de lucht in ziet gaan maar hijzelf aan een ringetje met touwtje moet blijven hangen. Of kun je, als je heel eenzaam bent, er ter plekke een uitzoeken? “Doe me die maar. Ja die met die olijke blik ja, die je bij de vorige losliet. Hij schrok zich even rot van dat gehallelujah van de meiden, maar geef ‘m een paar seconden en hij is weer good to go.” Volgens mij worden die dieren allemaal hartstikke zenuwachtig van al die 'praaaaaaiiiiiise Jesus! Looooord Jiehiezus!'-gospeluithalen, maar who gives a shit, getrouwd zal er worden.
 
Buiten dat lijkt wispelturigheid een te verwachten karaktertrek bij de potentiële huwelijkskandidaten, aangezien er specifiek vermeld staat dat er ‘binnen acht uur na de plechtigheid’ weer gescheiden kan worden. Waarom dat nu weer? Je laat je in de onecht verbinden, er zitten geen juridische consequenties aan vast, je doet dit dus om de liefde voor je dier te uiten naar het dier en de rest van de wereld toe. Logisch dan dat je het acht uur later weer afneemt. 
 
Kan iemand me dat allemaal eens uitleggen? Want ik snap er niks van. Wat een geëmmer allemaal.

Lees ook de vorige columns van Daniëlle!

Daniëlle de Mol Moncourt (1969) geniet ervan met een knipoog naar dagelijkse dingen te kijken.

Ze is moeder van twee hevig puberende zonen - waarbij ze die knipoog meer dan hard nodig heeft -, schrijfster en journalist. Buiten dat houdt ze van sporten, heeft ze een hardnekkige chocoladeverslaving en wijst ze een lekker wijntje ook niet af.

In haar columns observeert ze mensen, de dingen die ze doen en waarom ze dat doen. Wat drijft ze? Een enorm gebied dat haar verbeelding steeds weer opnieuw prikkelt.

Over haar sportavonturen schrijft ze op haar blog serendipityddmm.blogspot.com.