De vlooienmarkt
Zaterdagochtend 7 uur. Dikke trui, winterjas, handschoenen, sjaal en optionele muts: check. Bomvolle auto waar we met geen mogelijkheid meer inpassen: check. Twee zussen die al hun zooi in de IJhallen gaan verkopen: check.
Alhoewel het niet vroor, stonden zus en ik om half 8 als twee bepakte Eskimo’s voor de auto. Allebei met twee tassen in onze hand en de grote onuitgesproken vraag hoe we in vredesnaam onszelf (en vier tassen) in de auto gingen krijgen. Hadden we de afgelopen nacht niet over nagedacht en het kwam erop neer dat onze spullen zichzelf nu naar de IJhallen moesten rijden. Niet handig.
Een kwartier lachen, duwen en zes blauwe plekken verder zaten we semicomfortabel in de auto. Nou ja, m’n zus dan. Ik zorgde ondertussen dat de stoeltjes achter ons niet tijdens het remmen onze hersenen insloegen en zat met dubbelgeklapte benen tussen zes vuilniszakken naar de tas met routebeschrijving te zoeken. Het is improviseren tijdens zo’n ‘vlooiendag’. Ook wanneer blijkt dat je niet in hal 1 zit, waar je met de auto in mag rijden, maar hal 2: de autovrije zone.
Verkoopdag: knalroze pumps en vrouwen wurgen
Maar zus en ik hadden er zin in. Want als je zoveel troep bij je hebt, ben je erop gebrand om zo veel mogelijk kwijt te raken. Anders moet je het immers weer mee terugnemen. Na het vinden van de kraam met de eerste lading spullen, ging zus dan ook direct uitpakken. Ik liep zo’n zes keer heen en weer om de rest op te halen. Tip voor alle ‘vlooienmarketeers’: probeer nooit zoveel mogelijk troep in één keer mee te nemen. Je bent niet superman. Je hebt spieren die boos worden. Heel boos. Maar daarover later meer.
Maar zus en ik hadden er zin in. Want als je zoveel troep bij je hebt, ben je erop gebrand om zo veel mogelijk kwijt te raken. Anders moet je het immers weer mee terugnemen. Na het vinden van de kraam met de eerste lading spullen, ging zus dan ook direct uitpakken. Ik liep zo’n zes keer heen en weer om de rest op te halen. Tip voor alle ‘vlooienmarketeers’: probeer nooit zoveel mogelijk troep in één keer mee te nemen. Je bent niet superman. Je hebt spieren die boos worden. Heel boos. Maar daarover later meer.
Onze verkoopdag begon echter als een trein. De koopjesjagers stonden al tijdens het uitpakken boven de koffers mee te kijken en hadden binnen no-time hun meegenomen karretjes vol. Bye bye Senseo, Krups, dartbord en gruwelijk lelijk borden. Ook de rest van de dag hadden zus en ik amper tijd om een broodje Unox rustig weg te kauwen. Niet alleen dankzij de leuke bezoekers, die oprecht blij leken te zijn met knalroze pumps, maar ook de vrouwen die je het liefst na twee minuten wilde wurgen. Met de te verkopen sjaal.
Winst
Ondanks de ‘mijn-prijs-is-juist’-typjes zaten zus en ik aan het einde van de dag tevreden de laatste Haribo-snoepjes op te eten, terwijl onze buur-vlooienmarketeers het over de verkoop hadden. Beide vrouwen dachten dat onze verkoop iets beter ging. Ze hadden zelf voor 60 euro verkocht (de marktkraam alleen kostte al zo’n 30 à 40 euro).
Ondanks de ‘mijn-prijs-is-juist’-typjes zaten zus en ik aan het einde van de dag tevreden de laatste Haribo-snoepjes op te eten, terwijl onze buur-vlooienmarketeers het over de verkoop hadden. Beide vrouwen dachten dat onze verkoop iets beter ging. Ze hadden zelf voor 60 euro verkocht (de marktkraam alleen kostte al zo’n 30 à 40 euro).
Hadden zus en ik beter verkocht? Godzijdank wel. Anders had de winst de daaropvolgende spierpijndagen (overal, écht o-ve-ral) niet goed kunnen maken.
Hoeveel winst we hadden? Dat heb ik zelfs de buur-vlooienmarketeers niet verteld, maar we hebben een klein deel van de winst kunnen besteden aan een feestelijke avondmaaltijd.
Dus bedankt koopjesjagers, zus en ik weten het nu eindelijk ook: we love de vlooienmarkt!
Lees ook de vorige columns van Jerney!
Jerney van Poorten - een 26-jarige in ontkenning - heeft een ‘overdose’ aan fantasie, een boel sarcasme en een afkeer voor mensen die altijd drie zoenen moeten geven.
Wekelijks schrijft ze op haar blog talktoyousoon.nl over alles wat in haar ogen bijzonder interessant is. Zoals George Clooney of ruziën in bed. De columns zijn niet politiek correct, maar gelukkig ook nooit politiek: "Want dat is voor oude mannetjes met hangbillen."