6 dingen die je niet op je eerste werkdag moet zeggen
Ein-de-lijk: je hebt een baan weten te scoren en je hebt er meer dan zin in. Op je eerste werkdag wandel je dan ook fluitend binnen. Dit wordt fantastisch! Zeker als je niet de fout maakt de volgende 6 dingen uit te kramen.
Een goed begin is het halve werk. En dus wil je op je eerste werkdag bij je nieuwe baan knallend starten. Dat komt helemaal goed als je de 6 volgende dingen vooral alleen maar denkt en niet, we herhalen: niet, uitspreekt.
1. “Dit weet ik allemaal al.”
Op je eerste werkdag word je natuurlijk ingewerkt. Bij sommige bedrijven duurt dit de hele dag, andere organisaties leggen kort wat dingen uit en gooien je daarna in het diepe. Hoe het ook zij: laat je vooral informeren en rondleiden, zelfs als je wel weet hoe de papierversnipperaar werkt en dat je eerst een 0 moet drukken voor je intern naar Kees kunt bellen. Na elke uitleg zeggen “dit weet ik allemaal al” is dus not done, want Tanja de manager maakt, hoe kort het misschien ook is, wel tijd om je wegwijs te maken. Dan mag je willen laten merken dat je al behoorlijk op de hoogte bent, maar voor Tanja kom je misschien net kijken. Laat Tanja dat denken – en bewijs later maar hoe goed je bent.
2. “Mwoah, ik verveel me een beetje.”
Het kan verkeren dat je op dag 1 een paar taken krijgt die niet zo moeilijk zijn, om je een beetje te laten wennen. Na taak 3, het kopiëren van dossiers en die voorzien van een nietje, ben je er eigenlijk een beetje klaar mee. Is dit nou waarvoor je aangenomen bent? Mocht Tanja langskomen om te vragen hoe je dag bevalt, zeg dan vooral niet dat je uit verveling bent begonnen met het nieten van je eigen arm. Echt niet doen. “Mwoah, ik verveel me een beetje” of: “Ik werk vandaag toch een beetje onder mijn niveau” zijn uitspraken waardoor ze je de volgende dag met plezier weer in het archief kukelen. Onthoud: je bent nergens te goed voor – iedereen moet weleens klusjes doen die vervelend zijn. Denk je dat Kees van Financiën teamleider is geworden door te zeggen dat hij zich het apelazarus verveelde? Precies.
3. “Heeft zij altijd zo’n rare broek aan?”
Wie nieuw is, in welke groep dan ook, zoekt naar aansluiting. Als íets mensen bindt, dan is het roddelen. En hé, laat daar nu net een mooi onderwerp aan komen lopen: Hennie van de kantine heeft een broek met neongele franjes eraan. In de hoop dat je collega Frans in is voor een sociaal bindend geintje, zeg je, wijzend naar Hen: “Heeft zij altijd zo’n rare broek aan?” Doe dit niet. Alsjeblieft. Het is 1. onaardig en 2. je komt ontzettend onbetrouwbaar over. Op dag 1, om 13.30 uur. Niet goed, men. Als je wilt bonden met je collega’s, vraag dan Tanja naar haar favoriete boek, Kees naar zijn modeltreinen, Cindy naar waar ze graag shopt en Gerwen naar zijn vaste stapweekenden. Komen een stuk leukere gesprekken van.
4. “Is Frans nog vrijgezel?”
Meteen bij binnenkomst zag je ‘m al staan bij de paraplubak: Frans. Stevige kont, goeie schoenen, guitige kop. Leuk! In plaats van alleen te kijken, besluit je er gewoon werk van te maken: wie niet waagt, die niet wint, toch? Nee, in dit geval kun je nog best weleens verliezen. Waar je nu bent, van 09.00 tot 17.00, is niet Café 't Pilske, maar je werk. Waar je net voor het eerste binnen komt denderen. Natuurlijk hoef je daarom niet meteen oogkleppen op te doen, maar om nu direct aan Cindy te vragen of Frans ’t met iemand doet, is niet nodig. Tenzij je alvast vóór de jaarlijkse kerstborrel het imago van daggerdoos wilt hebben.
5. “Wanneer zijn er rookpauzes?”
Je kunt niet zonder en op zo’n eerste werkdag al helemaal niet: je vertrouwde peuk. Natuurlijk moet je lekker zelf weten of je rookt of niet, maar als Tanja om 09.30 uur vraagt of je nog vragen hebt, hoef je dat niet te beantwoorden met: “Wanneer zijn er rookpauzes?” Dat komt namelijk over alsof het je eigenlijk alleen maar draait om wanneer je weer aan je stinkstok mag zuigen, terwijl je hier bent om, tja, te werken. Wil je roken? Wacht gewoon tot de lunchpauze en ga naar buiten. Andere wanneer-vragen die het meestal niet zo goed doen op dag 1: “Wanneer mag ik eindelijk op vakantie?”, “Ik moet mijn borstvergroting nog plannen en ik zal dan vier weken uit de roulatie zijn. Wanneer komt jullie dat het best uit?” en: “Wanneer trekken mensen hier meestal hun jas aan? Vijf voor vijf?”
6. “Ik heb grote plannen met dit bedrijf.”
Ambitie is goed. Werkgevers waarderen het ook enorm als je laat zien dat je gedreven bent. Maar je kunt ook overdrijven. Hoe? Door op dag 1 te zeggen dat je grote plannen met het bedrijf hebt. Dat is namelijk vooral de tekst van iemand die net is aangesteld als manager of directeur, niet van iemand die nog maar net de route naar kantoor uit zijn hoofd kent. Mocht je de zin: “Als Hennie nou naast de kantine ook de administratie op zich neemt en Kees een treetje naar onder zakt, kan Peter weer wat omhoog” overwegen: slik ‘m in. Houd je liever bezig met het goed voorbereiden van vergaderingen, meedenken over het teamuitje naar het Dolfinarium en het samenstellen van een boeket voor Secretaressedag.
Wat zou jij nooit zeggen op je eerste werkdag?