Somebody Els: Kom van die bank af

Sport & gezondheid door Els
Ik sta voor de deur van de sportschool. In mijn hand een plastic tasje met sportkleding en een handdoek. Ik hoor hier niet, gaat er door me heen. Ik durf niet, maar ik verzamel al mijn moed en loop naar binnen.  
 
Binnen staat Raquel. Ik ken haar al jaren. Veertien jaar om precies te zijn. En in die veertien jaar is het contrast tussen ons altijd groot geweest: zij is de sportfreak, de clubmanager, de fitte fitnessgoeroe. Ze heeft er zelfs een opleiding voor gedaan nadat we gezamenlijk de middelbare school hadden doorlopen. 
 

 
Luiwammes
Ik daarentegen, ben lui. Ik was de leerlinge die een zelfgeschreven briefje inleverde bij de docent Lichamelijke Opvoeding met daarop de woorden: ‘Afwezig in verband met doktersbezoek’. Of ik leverde helemaal geen briefje in en ging gewoon niet. Sporten, ik vond het veel te vermoeiend. En dat is nooit veranderd.
 
Ik geef het toe, ik zit liever met een grote reep chocolade op de bank een marathon Grey’s Anatomy te kijken, dan dat ik de marathon van Rotterdam loop. En als de chocolade op is, gaat er een zak chips naar binnen. Want ja, zoet gevolgd door zout. Balanskwestie, snap je. Goed voor de beeldvorming: ik ben zo’n scharminkel dat ik alles naar binnen kan proppen zonder dik te worden. Dus ja, vind dan maar eens de motivatie.
 
Slap en mager
Maar, mijn lijf begon te protesteren. Ik voel me slap en mager. Ik bén ook slap en mager. Dus vorige week benaderde ik mijn fitte fitnessgoeroe. Want ondanks dat sporten haar lust en haar leven is, heeft ze het mij nooit opgedrongen. En dus durf ik het wel aan. Maar alleen bij haar, want ik vind het eng. Help.
 
Daar sta ik dan. In die rare sportschool, met grote gespierde mannen om me heen. Ik zie ze aan apparaten hangen die ik niet begrijp. Ik voel me klein en geïntimideerd. Ik zeg het nog een keer, ik vind het eng. Dit is niet mijn natuurlijke habitat, mensen. Raquel stuurt me naar de kleedkamer.
 

Leg press, shoulder press…
Eenmaal omgekleed loop ik onwennig met mijn handdoekje en bidon naar Raquel. Ik zoek steun bij haar, maar ze stelt me mooi niet gerust. In plaats daarvan koppelt ze me aan een trainer. Hij is jong, en goedlachs. Heeft een turnlijf. Had ik ook toen ik 8 was en sporten nog leuk vond. Hoe dan ook, hij laat me kennismaken met een triljoen apparaten. Leg press, glute, biceps, triceps, shoulder press. Ik train zowat elke spier in mijn lijf. En ik merk… dat ik het leuk vind.
 
Want deze kerel is geen vervelende betweter die me continu blijft aansporen met de irritante ongemeende woorden: “Kom op! Nog een keer! Je bent er bijna!” In plaats daarvan lacht hij veel, maakt een praatje, en zonder dat je het in de gaten hebt, doe je 10 keer een leg press van 70 kilo.
 
Na de training voel ik me gebroken. Alle spieren doen pijn. Ik heb écht gewerkt. Met trots in mijn stem vertel ik aan Raquel dat ik 7,5 kilo heb getild. Ze is oprecht blij voor me, terwijl ze vervolgens 25 kilo tilt. Show off
 
De komende twee weken moet ik dit trainingschema blijven volgen. Minimaal twee keer in de week. Eigenlijk zou ik drie keer moeten trainen, vindt mijn trainer. Maar als hij het niet erg vindt, houd ik het bij twee keer. Tenslotte moet er wel wat tijd overblijven voor de marathon. De marathon van Grey’s Anatomy, welteverstaan.
 
Lees ook de vorige columns van Els!
 

Een peuter en een konijn.
Een ex-man en een therapeut.
Vijf dagen werk in 32 uur. Kan makkelijk.
De tango en peuterballet.
 
Een appartement in een voorstad van Den Haag. 
 
Ik ben Els, ik ben 29 en zit nu al middenin het dertigersdilemma.
 
Hoe kom ik hieruit?!