5 tips om je work-out écht te laten werken

We ploeteren, zwoegen en zweten heel wat af in de sportschool, maar een grammetje minder? Ho maar! En dat terwijl je je wel degelijk aan dat grafdieet houdt. Argh! What to do? Misschien helpen deze tips een gramme- eh.. handje.

 

Na heel wat zweetuurtjes boek je nog steeds geen resultaat. De hamvraag (of moeten we potverdikkie vette visvraag zeggen?) is natuurlijk: wat gaat er mis? Allereerst: chapeau, je sport! Dat is al een kwestie op zich aangezien menig vrouw liever op de bank vertoeft. Maar om jouw work-outs ietsiepietsie beter te laten werken, helpen deze tips misschien een handje. 

 

1. Kwaliteit boven kwantiteit

Hoe langer de work-out, des te beter. Toch? Niets is minder waar. Probeer juist de moeilijkheidsgraad van de oefening  te verhogen! Gebruik een zwaarder gewicht of zet de loopband drie standjes hoger. Zorg voor een intensiteit die nét iets te zwaar is, maar die je dan ook nét haalt. Je weet wat ze zeggen: zweet is vet dat huilt (goh, die had wel in het clichérijtje kunnen staan) en pijn is fijn. 

 

2. Geen routine

Als je eenmaal voldoende motivatie hebt om regelmatig te gaan sporten, is de kans groot dat je een bepaalde routine vast gaat houden. Probeer juist een gevarieerd trainingsschema toe te passen en vindt een goede balans tussen cardio en krachttraining. Dit vermindert de blessures, en verhoogt de resultaten! 
 

3. Beat de comfortzone 

De comfortzone, wie kent ‘m niet? Ook dit is een grote valkuil als het gaat om een trainingsschema. Doe je een bepaalde oefening al een langere tijd? En gaat de oefening je makkelijk af? Dan is het misschien tijd om iets nieuws te proberen! Je lichaam zal de veranderingen merken, en op een ietwat langere termijn zal het  zijn vruchten afwerpen. We know, het is makkelijker gezegd dan gedaan maar het is een kwestie van volhouden dus.

 

4. Training vs. voeding

Probeer je training aan te passen op jouw leefstijl en voeding. Als je dagen staat te zwoegen in de sportschool terwijl je op een kwarkje en een soepje teert, zal dit niet veel goeds doen voor je lichaam. Eten geeft ons brandstof en je lichaam heeft juist essentiële voedingsstoffen nodig zoals bijvoorbeeld eiwitten. Bovendien houd je zo je stofwisseling op pijl. Doe je dat niet, dan zal dit na verloop van tijd zorgen voor een tragere stofwisseling. En dat skippen we liever even.

 

5. Een plan maakt de man

Jup, dat je een variërend trainingsschema moet hebben is een feit, maar dat betekent niet dat je je niet aan een bepaald plan mag houden. Sterker nog: dat is juist wél de bedoeling. Stel doelen op en weet ook wat je uiteindelijke doel is. Hieronder vallen ook de minidoelen die je per training stelt. Maak bijvoorbeeld een klein dagboekje wat je die dag wilt doen, en houd je hier ook aan! Veel mensen zeggen een uurtje gesport te hebben, maar zijn minstens 15 minuten kwijt aan het bedenken ‘wat ze nu gaan doen’. Dit is te voorkomen met een dagplanning. 

 

En last but not least: denk positief. Je mag je heus wel een keer vergrijpen aan een pak roomboterkoeken die je heel per ongeluk hebt ingeslagen bij de buurtsuper. Maar over het algemeen geldt: you can do it! 

 

Wat doe jij om in shape te blijven?