De 6 grootste winkelergernissen

Vrije tijd door Fleur
Jaaa, shoppen! Er is niets wat onze dag kan verzieken als we weer eens de stad ingaan voor een nieuwe garderobe. Toch? Niet echt. Want hoe leuk die houtje-touwtjeblazer ook is, met deze winkelergernissen laat je ‘m liever hangen.

1. TL-lichten

Met drie spijkerbroeken, twee bermuda’s en een must-have bikini stap je de paskamer in. Zo, klapdeurtjes dicht, schoenen uit, omkleden en… huilen. Want waar je jezelf als een soort Doutzen in die skinny had gezien, zie je nu een soort Fiona van Shrek die erachter is gekomen dat Shrek het met die ezel doet. En wat je ook probeert om je bleekheid (met bijbehorende putten en kraters) te negeren, het. werkt. niet. Bedankt, TL-licht, Thank God, thuis passen-beleid. 
 
2. Sporen van je voorganger
Heb je eindelijk een paskamer zonder verneukeratief licht gevonden en hang je enthousiast je buit-in-spé aan de haakjes, ruik je iets. Is het je bovenlip? Nee. Zijn het dan je shopvoeten, die eindeloos in je gympies hebben zitten soppen? Ook niet. Nee, wat je ruikt, zijn niets minder dan andermans zweetkakken. En met jouw voeten sta jij nu op die plek. Een plek waar, als je goed kijkt, ook een halve hoop aan dna ligt, met al die haren van je voorganger.
 
 
3. Onaardige verkopers
In winkels kom je niet alleen om te shoppen, maar eigenlijk ook om de kas te spekken van iedereen die zich daar van negen tot zes het lazarus werkt. De godganse dag zijn jongens en meisjes bezig om ieder kledingstuk netjes te scannen en met de klant af te rekenen, bergen kleding opnieuw op te vouwen en vooral geen pauze te krijgen. Dat is niet altijd leuk, maar hé: je staat er niet voor niets. Heel zuur is het dan ook als jij met je geborduurde cardigan aan de toonbank verschijnt en de verkoper je geen blik waardig gunt. Als het item is gescand, krijg je middels wat gemompel te horen wat je moet dokken, en als je vervolgens met je nieuwe buit wilt vertrekken, word je al kauwgum kauwend door de verkoper nagestaard. Waarom dit vervelend is? Omdat je daar komt om ervoor te zorgen dat Shelly en Daan vanavond ook weer een zakje noedels open kunnen trekken. Omdat je er een teringmiddag vrij voor hebt genomen, om jezelf in de watten te leggen. Mag iedereen dan ook een beetje effe gewoon doen, ja?!
 
4. Onhandig ingerichte winkels
Shoppen is heerlijk. Helemaal als het efficiënt kan. Dat betekent dus dat je dat item waar je al 36 nachten niet van kunt slapen, snel mee naar huis kunt nemen zodra je het gevonden hebt. Sommige winkels hebben echter een indeling die alleen een toeterlamme architect heeft kunnen bedenken. Zo’n indeling, dus, waarbij je eerst een rondje rond de roltrap naar de eerste verdieping moet lopen, de kinderafdeling over moet en dan kan aansluiten in de rij, die in het midden van de winkel begint. Snappen wij niet. En dus naaien we die tuinbroek voortaan zelf wel in elkaar.
 
 
5. Puinhoop
Je gaat tien van de tien keer naar die ene winkel tijdens je shoptoer en negen van de negen keer vraag je je af waarom je dit nog doet. De reden? Het is er ie-de-re keer weer zo’n gigantische pleuriszooi. Bij binnenkomst word je meteen dertig meter de winkel in geslingerd doordat je struikelt over een miniplooirok en ben je daarvan net bekomen, dan moet je er een kwartier voor uittrekken om tussen die bergen textiel je juiste maat te vinden. Als je de nieuwe collectie niet zelf eerst uit het plastic moet hengelen. 

6. Alarm

Ben je het winkelen met alle obstakels en drama’s en vreselijkheden te boven gekomen, dan stap je natuurlijk heel opgelucht de zaak uit. Tenzij het alarm afgaat en er drie bewakers en een sluipschutter blijken te zijn ingehuurd om je in te sluiten. Waarom? Om niks, want je hebt gewoon netjes afgerekend. Terwijl je als een potentiële tbs’er aan wordt gekeken als voor de ingang je tassen worden gecontroleerd, besef je het opeens: zit er niet nog een alarm op een kledingstuk? En verrek. Geintje van de verkoper. Die dingen zijn er soms ook zó lastig af te krijgen. 


Wat is jouw grootste winkelergernis?