'Altijd die eeuwige sokken!': 6 lezeressen over hun samenwoonergernissen
Nooit meer alleen wakker worden en vrienden uitnodigen voor een etentje in júllie huis. Samenwonen is heerlijk! Toch? De volgende leZeressen leven niet meer zo op die roze wolk. Zes keer samenwoonergernissen!
Chantal (26): “Begrijp me niet verkeerd, J. is het echt voor mij, maar het is zó’n sloddervos. Alle clichés die je in tijdschriften tegenkomt, van lege wc-rolletjes aan de toiletrolhanger tot stinksokken naast het bed: bij mij thuis gebeurt het. Ik heb al tachtig keer gevraagd (lief en niet zo lief) of hij de troep achter zijn kont kan opruimen. Iedere keer belooft hij verbetering, maar ik heb er nog niks van gemerkt. Gelukkig kan hij lekker koken en geeft hij niet veel tegengas als ik ‘m een keer een vaatdoek in zijn handen druk, anders was ik inmiddels denk ik ontploft.”
Tamar (24): “Ik ben vroeg gaan samenwonen – 21 was ik – en ik weet nog dat ik dat toen het einde vond. Smoorverliefd was ik, dus dat mijn vriend zich niet aan het schoonmaakrooster hield, kon me toen niet zo veel schelen. We zijn nu drie jaar verder en ik kan je vertellen: ik ben niet meer zo mild. Stapels afwas op het aanrecht, een vieze badkamervloer, remsporen in de plee: I’ve seen it all. We hebben er eindeloze discussie over gehad, maar inmiddels weet ik: pick your battles. Sinds een halfjaar hebben we daarom een schoonmaakster. Wat een verademing.”
Leonie (28): “Ze zeggen dat je je partner moet nemen zoals hij is, maar ik blijf met één ding vreselijk veel moeite houden: zijn voetbalverslaving. Dat er in zijn werkkamer een poster van ons elftal uit 92 hangt, is tot daaraan toe, maar dat er in onze huiskamer een vitrinekast met gesigneerde foto’s en een ooit gevangen voetbal moet staan, gaat me een brug te ver. Concessies proberen te vormen heb ik al geprobeerd: ik stelde hem voor om zijn vitrinekast naar zijn werkkamer te verplaatsen. Zo mocht het kreng wel in huis blijven, maar hoefde het niet zo in mijn zicht te staan. Dat vond hij prima, op voorwaarde dat zijn tafelvoetbalspel dan naar beneden mocht. Soms vraag ik me echt af of ik niet per ongeluk met een kleuter samenwoon.”
Claudia (30): “Mijn vriend heeft een hechte vriendengroep en dat vind ik super voor hem, maar ze kennen met z’n allen weinig grenzen. Mijn lief is supertrouw, daar niet van, maar hij houdt enorm van feestjes geven en gameavonden houden en volgens hem is de meestgeschikte locatie daarvoor… ons huis. Iedere dinsdagavond als ik thuiskom van mijn werk, heeft hij zich met zijn vrienden en wat laptops aan de keukentafel geïnstalleerd om weer helemaal op te gaan in een of andere terror-game. Meer dan een ‘hoi’ en een ongeïnteresseerd ‘hoe gaat het?’ mag ik niet verwachten, maar na afloop lijkt ons huis wel een bouwval. Overal vind je platgetrapte stukken chips, plakkerige plassen cola en natuurlijk is er tijdens een wc-bezoek meer naast dan ín het toilet gericht. Ik ben nu aan het bedenken hoe ik hierover het best een gesprek kan beginnen, maar op avonden als deze zou ik het liefst weer alleen in een studiootje zitten.”
Floor (27): “Tussen mij en mijn vriend was het liefde op het eerste gezicht en het was echt een kwestie van maanden voor ik bij hem introk. 'Ik hoop alleen niet dat je allergisch bent voor honden, want ik kan Beatle echt niet wegdoen’, zei hij toen we nog apart woonden. Omdat ik gek ben van dieren, verwachtte ik geen probleem, maar boy, wat kom ik daarvan terug. Ik weet niet wát hij in die wandelende kwijlbak ziet, maar ik word helemaal gek van dat beest. Heb ik net de vloer gedweild, komt die hond weer met zijn slootpoten binnenrennen. Lig ik heerlijk tegen mijn vriend aangenesteld, voel ik opeens een kop die zich tussen ons in probeert te wurmen. Daarnaast heb ik al vijf paar schoenen weg kunnen gooien omdat dat dier zich erop uit heeft geleefd. En stínken dat dat beest doet. Ik heb al verschillende keren voorzichtig aan m'n vriend gevraagd of het niet een idee is Beatle wat dingen af te leren, maar daar wil hij niks van weten. Sterker nog: hij vindt zijn hond ‘schattig’ zoals-ie is. Even met mijn vriend vluchten voor een weekendje weg, zit er ook niet in: Beatle gaat overal mee naartoe.”
Denise (29): “In het begin van onze relatie ondernamen W. en ik van alles: we sportten samen, planden gezellige dagjes uit en liepen alle leuke feestjes af. Sinds we samenwonen is het gedaan met de pret: we hebben zelf een huis laten bouwen met alles erop en eraan en W. heeft daarom naar eigen zeggen weinig meer nodig. Sporten? Dat doet hij nu op de toestellen die hij heeft laten bezorgen. Filmpje kijken? Dat kan toch op ons grote scherm? Feestjes kunnen we, vindt hij, thuis organiseren. En dus komen we sámen amper de deur meer uit en zie ik hem vooral thuis, waardoor hij steeds meer een huisgenoot en minder mijn vriend voor me wordt. Tijd om in te grijpen, ja. Maar hoe?”
Wat zijn jouw samenwoonergernissen?