5 dingen waar we als kind briljant in waren
Goed, we hebben heus weleens een snoepje gepakt terwijl het niet mocht en daarna ons meest onschuldige gezichtje opgezet. Maar als het ging om zeggen waar het op staat, scoorden we hóóg op de eerlijkheidsschaal. Wilden we niet dat een ander klasgenootje op ons feestje, excuus, partijtje kwam, dan zeiden we dat gewoon. “Waarom mag ik niet op je verjaardag komen?” “Omdat ik jou stom vind.” En dat was dat. Soms waren we ook te eerlijk. “Mama, waarom heeft die mevrouw zo’n rare pukkel op haar gezicht?”, was niet supertactisch als we het binnen gehoorafstand zeiden en ook nog met ons vingertje naar de vrouw in kwestie wezen. Wisten wij ook veel dat de hele kassarij geamuseerd stond af te wachten hoe mama zich daar uit ging redden.
Creatief zijn
Gaf ons vroeger een blanco vel en wat kleurstiften en we maakten meesterwerkjes. Oké, soms kon je niet zien wat het voorstelde, maar dat was juist het leuke: in onze hoofdjes bestond het wél. Die ene streep met die uitsteeksels? Dat was een megasterke krokodil die toevallig net in een duizendpoot was veranderd. En ja, papa kon even groot als het huis zijn, want hij was toevallig een reus. Niets hield ons tegen om te dromen – alles kon en alles mocht en wie dat niet snapte, was gewoon saai. Mogen we die mentaliteit terug, please?
Onszelf vermaken
Omdat we zo vreselijk creatief waren, hadden we als minimensen niet veel nodig om ons te vermaken. Met een doek en vier stoelen maakten we een huiskamertent. Om ons een heuse bioloog te voelen, hadden we alleen een insect in een bekertje en een vergrootglas nodig. En melkpakken en wc-rollen zorgden ervoor dat we op woensdagmiddag uren konden knutselen. Niks fulltime Foxkids, Kindernet en Cartoon Network. Spelen, maken, afbreken en weer iets nieuws verzinnen was wat we deden, tot we in onze verboden-voor-volwassenen-tent met rode wangen in slaap vielen.
Simpel leven
Wat we deden toen we krap vijf jaar oud waren? Eten, naar school gaan, spelen, eten, naar bed. Er waren geen enge blauwe enveloppen van de Belastingdienst. Ruzies praatte je uit of waren zo weer vergeten. Monsters bestonden misschien, maar die jaagden papa en mama wel weg. Harten waren nog niet gebroken, tranen werden alleen gelaten om kapotte knieën of een kwijtgeraakte barbie. In sommige gezinnen ging het er helaas heel anders aan toe, maar meestal was je kinderbestaan simpel en zorgeloos. Kunnen we dat weer even voor één dagje meemaken?
Manipuleren
Als we iets vroegen aan onze ouders, konden we drie antwoorden krijgen: ja, nee of misschien. Was het ja, dan hoefden we niet zo veel meer te doen. Bij nee of misschien kwamen we echter in actie. Onze appelwangetjes toverden we met de grootste glimlach tevoorschijn en we zetten ons liefste stemmetje op. Hielp dat niet, dan wisten we ook nog wel ergens een pruillipje vandaan te trekken, en was dát geen tearjerker, dan stortten we ons met ons knuffelkonijn huilend ter aarde. Soms had dat ook geen zin – je ouders waren niet van gisteren. Maar ach. Dan herhaalden we ons acteerstukje gewoon bij de andere ouder. Kijken wat die zou zeggen.
Wat kon jij als kind goed?