Ons Soort Loeders: Einde vriendschap
“Zo'n tweede, die floept er zo uit hoor!”, gilt een crèchemoeder over de gang, nadat ik het nieuws verteld heb. Ik loop snel door. Ik kan maar niet wennen aan al die openheid over en rond mìjn doos.
Er komen meer reacties: “Toen ík drie maanden was, had ik al wel een buik hoor.” Zelfs in tijden van oorlog of zwangerschap vergelijken vrouwen hun figuur met elkaar.
“Ben je wel ontzwangerd?”, vraagt er eentje bezorgd, een man FGS*!
“Maar dit is toch veel te snel? Als deze komt, is je oudste nog geen twee jaar oud!” Heb ik weer. Is er eindelijk een regel, weet ik er niets van.
En: “Besef je wel waar je aan begint? Want je weet het hè, één en één is drie!” Ook dat was mij tot nog toe onbekend.
Verliefd
Nummer twee is dus in aantocht. Ik heb er zin in, vast iets met hormonen. En kwaad kan het niet, lijkt me. De oorspronkelijk voor eigen gerief uitgekozen man blijkt ook een schat van een vader en mijn lichaam wordt toch al nooit meer wat het geweest is.
Tien dagen na de uitgerekende datum beval ik in een halfuur van mijn dochter. De gynaecoloog zegt: “Ja, zo’n tweede, die floept er zo uit…” We noemen haar Tessel. Ik ben meteen verliefd.
De eerste weken zijn een eitje. Het aantal bezichtigingen is aanmerkelijk lager dan na Jochems geboorte. Schoontantes, ontslagen collega’s, een verlepte nicht, mij onbekende buurvrouwen: ze melden zich niet meer. Blijkbaar willen ze helemaal niet de nieuwe wereldburger zien, maar vinden ze het geinig om je met zo’n eerste te zien stuntelen.
Stappen
Ik vind het allemaal best. Wel steekt het dat ik niets van mijn Rotterdamse vriendinnen hoor. Ik verzamel moed en bel Tamar, de informele leider.
“Hoooi”, zegt ze, en ze begint enthousiast over hun laatste uitgaansavond. Binnen een paar minuten weet ik wie het nu met wie doet. Sommige mannennamen herken ik nog wel, die rouleren blijkbaar. Na een tijdje vraag ik haar of ze ons geboortekaartje heeft ontvangen. “Oh ja gefeliciteerd.” Dan is het stil.
“Komen jullie nog een keertje langs?”, vraag ik onzeker.
“Oh nee hoor”, zegt Tamar beslist, “daar begin ik niet meer aan. Ik ben 31, de hele godganze klerebende krijgt opeens kinderen, ik ben al weer vijf keer in die Prenataal cadeautjes wezen zoeken, ik kan geen romper meer zien. Trouwens, ik was bij je eerste toch ook al op kraambezoek geweest? Kom jij maar weer eens naar je ouwe gouwe Rotjeknor. Gaan we een keer ouderwets los, zal je goed doen na al dat babygeneuzel.” Stappen. Het voelt als een dreigement. Wat vond ik er ooit leuk aan? Die pleurisherrie, dat gezoek naar waar het leuker is, die kou. En ‘het laat maken’ doe ik al genoeg.
Maar ik snap Tamar wel. Wat hebben ze nog aan me? Dacht ik nou werkelijk dat die vriendschap zou aanblijven? Zij, de stoere meiden, ik, bleek onderdeel van een Brinta-gezin. Papa, mama, jongen, meisje, huis. Alleen de hond ontbreekt. En het juiste wasmiddel. En een stationcar. Best handig lijkt me dat eigenlijk, zo’n lange slee. Toch eens met Vins over hebben.
*for god’s sake
Lees ook de vorige verhalen van Alies!
Een helemaal niet zo roze wolk, oude vrienden die je niet meer ziet, keiharde concurrentie tussen moeders, opdringerige vaders, schoolpleinaffaires, etiket-plakkende professionals en tegen je zin de juf helpen: een greep uit de onderwerpen in de serie ‘Ons Soort Loeders’.
Hierin beschrijft Alies haar leven als moeder in het over het paard getilde Utrecht-Oost. Haar nieuwe vriendinnen, waaronder een jaloerse MILF en de Opper-Vagina van het schoolplein, lijken vooral bezig te zijn met de kinderen. Maar gaandeweg komen hun werkelijke behoeften aan het licht. Meer Alies? Kijk op Facebook.com/OnsSoortLoeders.