Anna: 'De buurvrouw wilde ons doodrijden'

Lifestyle door Mariëlle
Anna groeide op met een buurvrouw die leed aan een zware vorm van borderline en andere stoornissen. Verhuizen kon niet, want dan zou ze haar familie en haar achterna komen. "Het ging zelfs zo ver dat ze ons wilde doodrijden".

Anna (25): “Het klinkt raar, maar als je ermee bent opgegroeid went het: een buurvrouw hebben waarbij haar hele leven om ons draait. Ze wilde ons op een gegeven moment zelfs doodrijden. Dat mens is ziek.”


Van vrienden naar vijanden

“Het begon allemaal zoals alle buren een relatie met elkaar opbouwen. Mijn ouders kwamen bijna naast hen wonen. Het waren geen directe buren, er zat nog één huis tussen. Maar omdat mijn ouders en buurvrouw M. (laten we haar voor het gemak buurvrouw M. noemen) allebei kinderen hadden - mijn ouders toen nog één, dat was mijn broer - trokken ze al snel naar elkaar toe. Achteraf gezien trok zij vooral naar ons toe. Ze palmden mijn ouders in, zoals ze dat bij iedereen deed. En zo geschiedde dat toen mijn ouders op vakantie gingen buurvrouw M. op ons huis paste, de plantjes water gaf en de post sorteerde. Hartstikke lief vonden ze dat.”

Waar ging al dat geld naartoe?

“Pas veel later, toen ik inmiddels op de wereld was gezet, miste mijn moeder ineens geld uit haar portemonnee. Of… toch niet? Nee, ze had inderdaad nog drie briefjes en wat muntgeld in haar portemonnee. Maar hoe kon het geld dan zo snel op zijn? Ze ging het geld bijhouden en kwam er achter dat er regelmatig andere briefjes in haar portemonnee werden gestopt, van een lagere waarde. Ze was dus tóch niet gek. Maar wie deed dat dan? Wij? Haar kinderen? Hoe oud was ik? Vier? Dan zou mijn broer een jaartje of zeven zijn geweest. Wij waren namelijk de enige die bij haar portemonnee konden. Maar wij waren het niet, wij hadden het besef nog niet eens. Het was ook mijn vader niet, want dan was hij letterlijk een dief van zijn eigen portemonnee, gezien hij altijd de kostwinnaar is geweest. Mijn moeder heeft in een tijd van twijfel geleefd. Vooral twijfel aan zichzelf. Hield ze wel echt ál haar uitgaven bij? Of was ze gek aan het worden?”

Alle rekeningen stegen

“Ook onze telefoonrekeningen schoten de lucht in. Alle rekeningen schoten omhoog. Elektra-, water- en gasrekeningen stegen ook. Dat was raar, want we leefden helemaal niet anders, terwijl op de rekening werd aangegeven dat we meer dan het dubbele verbruikten. Dat je vroeger nog telefoons had waarbij je het beneden hoorde als iemand boven met een andere telefoon, op dezelfde verbinding, belde was een eyeopener. Mijn moeder, mijn broer en ik gingen even naar de stad. Mijn vader werkte die dag thuis, op zolder en hij verwachtte een belangrijk werktelefoontje. Mijn moeder wist dat ze die ochtend even niet moest bellen en toch hoorde mijn vader vanaf zolder dat iemand beneden aan het bellen was. Hij pakte op zolder onze tweede telefoon op om aan mijn moeder te vragen of ze het gesprek kon afronden, want hij verwachtte een belangrijk telefoontje. Maar hij kreeg geen reactie. Hij keek uit het zolderraam om te kunnen zien of de auto er al stond, want dan zouden wij weer thuis zijn. Maar de auto stond er niet. Iemand anders belde dus vanuit ons huis. Hij rende naar beneden en zag nog net buurvrouw M. wegrennen. Maar hè, waarom dan? Ze was een vriendin van hen. En wij waren bevriend met hun kinderen. Langzaam vielen alle puzzelstukjes op de plek: de hoge rekeningen, het geld dat miste uit hun portemonnee, dat zij toevallig dezelfde spullen hadden als wij, die bij ons ineens misten. Maar aan je vrienden twijfel je niet. Je twijfelt aan jezelf. Maar het was buurvrouw M. Zij draaide wasjes in onze wasmachine als wij er niet waren. Ze zette alle lampen aan zodra wij van huis gingen, ze belde vanuit ons huis en zij graaide in mijn moeders portemonnee. Dan denk je alles opgelost te hebben, maar vanaf dat moment werd alles erger. Met iemand die aan zware borderline leidt in combinatie met allerlei andere psychische stoornissen moet je geen ruzie hebben."


We konden niet eens op straat spelen

"Wat ik me nog kan herinneren is dat ze ons altijd wilde intimideren. Als ik alleen naar school ging (dat moet kunnen in een klein stadje als je maar 5 minuutjes hoeft te lopen) liep zij me achterna om me bang te maken. Ze ging zo dichtbij me staan zodat ze me net niet aanraakte. Ze bleef me aankijken. Ook al was ik (inmiddels) nog maar zeven, ik keek terug. Ik had geen idee wat de buurvrouw van me wilde, maar ik liet me niet intimideren. Ik vroeg of ze het kon zien, een bril nodig had en dat soort dingen. Levensgevaarlijk, want die reactie verwachtte ze niet en toch wilde ze me bangmaken. Toen mijn moeder dit hoorde werden we vanaf toen altijd gebracht en gehaald. Op straat spelen? Vergeet het maar! Als wij zaten te stoepkrijten, in ongeveer de meest kindvriendelijke wijk die je je kunt voorstellen, kwam zij in de auto op ons afgereden met het gas zo diep mogelijk ingedrukt. Mijn moeder kon mij een aantal keren nog maar net op tijd wegtrekken, anders was ik zo plat als een dubbeltje geweest. Daarbij ging één van haar dochters, mijn vriendinnetje van vroeger, alle buurkinderen tegen me opzetten. Ja, als zij een doel voor ogen hadden konden ze dat doel bereiken. De kinderen pestten me en scholden me uit, dus op een gegeven moment wilde ik niet eens meer op straat spelen."

Het werd alleen maar erger

"Kon het nog erger? Ja, het kon nog veel erger. Zij pestte namelijk ook haar eigen, zwakbegaafde, dochter. Die dochter was het enige familielid wie nog wel bij ons over de vloer kwam. Omdat ons huis de enige plek was waar ze zich wel veilig voelde. Een hartstikke lief meisje dat mishandeld werd door haar ouders. Zowel geestelijk als lichamelijk. Ze negeerden haar chronisch. Haar verjaardagen werden vergeten. De cadeaus die ze bij ons kreeg moest ze zelf van haar moeder in de prullenbak gooien als straf dat ze ze had aangenomen. Haar banden werden door haar bloedeigen moeder lek gestoken. Waardoor ze lopend naar school moest, twintig kilometer verderop. Dan ging ze op mijn moeders fiets, want die had mijn moeder al klaarstaan, speciaal voor zulke situaties. Het ging steeds verder. Tot de dochter van buurvrouw M. op een dag huilend bij ons naar binnen rende en vertelde dat ze haar eigen moeder van de trap had gegooid. Dat lieve meisje dat haar moeder van de trap gooide. Dan moest er iets verschrikkelijks gebeurd zijn. Ze moest in bescherming genomen worden, anders zouden er doden vallen. Mijn vader heeft direct de kinderbescherming ingeschakeld en voor iemand kon tegensputteren was hun dochter uit huis gehaald. Haar redding werd een reden om ons hele leven te verzieken."

Haar dochter werd direct uit huis gehaald

"Dat wij haar dochter uit huis hadden laten halen kon ze ons nooit vergeven. Een logische reactie van een moeder zou je denken. Bij haar ging het er puur om dat haar eer was aangetast. Dus die dochter verzweeg ze vanaf dat moment. Vanaf dat moment had ze een kind minder. Maar ze deed er alles aan om ons pijn te doen. Ze reed haar fiets naar achteren en reed de fiets keihard tegen mijn broer aan die daardoor keihard op zijn hoofd viel. Ze kon iedereen wijsmaken dat ze hem echt niet had gezien. Maar ons niet. Daarna kwam haar dochter ook nog bij mij in de klas en zette ook daar iedereen tegen me op. Iedereen moest mij biggetje noemen en dat deden ze ook. Buurvrouw M. wilde ons doodrijden. Overal waar ze ons zag fietsen en waar zij in de auto reed achtervolgde ze ons en bleef ze maar gas geven. De bosjes inrijden en smalle steegjes in fietsen waren onze enige redding. Ze liet zich namelijk niet tegenhouden door stoepjes. Als het nodig was pakte ze die gewoon mee."


Mijn zwangere moeder zat onder de blauwe plekken

"Mijn moeder, gierend van de hormonen omdat ze op dat moment mijn zusje in haar buik droeg, raapte al haar moederinstinct bij elkaar om bij die buren aan te bellen. Ze wilde het onder de volwassenen houden, ze moesten de kinderen er buiten laten. Dat had ze geweten. Buurvrouw M. spoorde haar man aan om mijn moeder in elkaar te slaan. Met haar dikke buik en onder de blauwe plekken kwam ze huilend thuis. En het ergste: ook hier hadden ze de kinderen bij betrokken. Hoe ging het met mijn ongeboren zusje?"

We waren machteloos

"En de politie? Die deed niks. Die zette haar af en toe achter de tralies. Dan ging ze als ze vrijkwam gewoon een paar keer onder de zonnebank en dan vertelde ze iedereen dat ze op vakantie was geweest. Konden we dan niet verhuizen? Nee. Onze overbuurman was onze en haar dokter. Hij had beroepsgeheim, maar omdat hij alles zag gebeuren en het zo erg vond heeft hij er alles aan gedaan om haar op te laten nemen in een gesticht. Hij vertelde ons dat ze aan een zware vorm van borderline leed en verschillende andere geestesziekten. Zij zou ons altijd blijven achtervolgen, waar we ook naartoe gingen. En inderdaad, we zijn haar wel eens ‘toevallig’ tegengekomen op onze vakantiebestemming. Ze reed ons gewoon achterna of ze wist waar we waren, omdat ze ons afluisterde door zich onder ons raam of in onze tuin te verstoppen. Om één of andere reden kon ze niet opgenomen worden, want daar moest ze zelf toestemming voor geven. Het is een horrorbuurvrouw waar we nooit vanaf komen. Tot de dood ons scheidt."

Het heeft me wel gemaakt tot wie ik ben

"Omdat tot nu toe alles met een ‘sisser’ is afgelopen en het vooral gêne en geld heeft gekost vind ik het niet eens zo heel erg. Waarschijnlijk omdat ik eraan gewend ben en me alleen nog maar realiseer hoe bizar het is als ik het met anderen deel. Ik kan er soms zelfs om lachen als ik eraan terug denk. Hoe kan iemand zo’n rare kronkel in haar hersenen hebben? En die kop van haar als ik haar groette, wat ze niet verwachtte, is onbetaalbaar. Door haar zie ik dat wij heel gelukkig mogen zijn met onszelf. Dankzij haar kan mijn leven alleen maar beter worden. En dat wordt het ook."

Wat zou jij doen als je zo'n rare buurvrouw had?