Het antwoord ligt in de evolutietheorie van Darwin. De essentie van zijn theorie is dat organismen veranderingen ondergaan door natuurlijke selectie. Dus iemand die zich aanpast aan de leefomstandigheden zal eerder overleven dan iemand die dat niet doet. De drang om te overleven is groot, dus we passen ons graag aan.
Onze hersenen
Nu even terug naar de man en de vrouw. De hersenen hebben zich, vanaf dat we bestaan, gespecialiseerd zodat we konden overleven. De man en vrouw die zich het beste aanpasten, zorgden er automatisch voor dat er een sterk nageslacht kwam. Vervolgens zijn eeuwenlang die genen doorgegeven en is er (kort weg) een natuurlijke selectie ontstaan.
De mannen
Mannen hadden vroeger (in de oertijd) vooral taken waarbij ze zich richtten op langere termijn-doelen. Denk bijvoorbeeld aan het jagen: de achtervolgingen en wachttijden die daarbij komen kijken. Ze hebben zich dus constant geconcentreerd op één ding en geleerd bijzaken te negeren. Stel je voor dat de mannen onder het jagen afgeleid werden door een mooie vlinder, of de geur van een bloem. Dan zouden ze er waarschijnlijk weken over doen om het eten op tafel te zetten.
De mannen specialiseerden zich ook in de ruimtelijke ordening: ze scanden het jachtgebied en moesten de afstanden van de speer of pijl goed kunnen inschatten.
De vrouwen
Terwijl de mannen druk bezig waren met 'oorlogje spelen', moest de vrouw andere (even belangrijke) taken op zich nemen: de groep in de gaten houden, dingen organiseren en goed op het gevaar van buitenaf letten. Dat zijn veel dingen tegelijk, menig man zou dan ook door de mand zijn gevallen. De vrouwen specialiseerden zich dus voornamelijk in organisatie en het sociale en communicatieve aspect daarvan. Ook dit heeft zich generatie op generatie verder ontwikkeld. We mogen onze voorouders dus dankbaar zijn dat we, vandaag de dag, zo veel dingen tegelijk kunnen doen!
Vandaag
Nu even terug naar het heden, want al die jaren van specialisatie hebben behoorlijk wat teweeggebracht. De mannen hebben bijvoorbeeld maar liefst 16 procent meer hersencellen dan vrouwen. Wij compenseren dit gemis met een beter ontwikkeld en dus ook groter limbisch systeem (deel van de hersenen waar emoties samenkomen). Ook is bij de vrouwen de hersensamenwerking beter. De mannen gebruiken de twee helften specifieker en hebben deze samenwerking minder hard nodig.
Er zijn natuurlijk altijd mannen en vrouwen die roepen dat ze slimmer zijn dan de andere groep. Ik moet jullie helaas teleurstellen. Uit de IQ-test blijkt dat mannen en vrouwen over het algemeen even slim zijn. Wel is een duidelijk verschil in score te zien bij de verschillende onderdelen. De vrouwen gebruiken hun hersenen efficiënter, maar mannen gebruiken weer een groter deel van hun hersenen.
Verschillen
Veel verschillen tussen de man en vrouw zijn nu te verklaren. Wanneer vrouwen en mannen ruzie hebben, kunnen vrouwen zich vaak beter uitdrukken. Hoe ze zich voelen, wat het met ze doet etc. Mannen lopen vaak vast en raken geïrriteerd. Dit heeft dus te maken met de samenwerking van de hersenen en het limbisch systeem. Maar mocht je nu denken dat we daarom een streepje voor hebben, dan heb je het mis. We zijn namelijk ook beter in het samenvoegen en onthouden van onsamenhangende woorden en het plaatsen daarvan... We zouden ze dus gewoon moeten begrijpen. En als we willen dat de mannen ons wel begrijpen, kunnen we ook een beetje helpen door de informatie geordend te brengen, stap voor stap in een logische volgorde. Dat onthouden mannen namelijk gemakkelijk. Dat wordt oefenen!
En waarom mannen niet onder de indruk zijn als we huilen tijdens een ruzie? Dat komt omdat ze zich minder bewust zijn van (hun) emoties. Dat verklaart ook weer waarom ze vaak niet begrijpen waar we ons druk om maken.
Doordat mannen een beter ruimtelijk inzicht hebben kunnen ze beter kaart lezen. Dit is dus (helaas) een feit... Maar ook daarin zijn de vrouwen niet volledig afgeschreven. Als de kaart namelijk plaatjes zou hebben, zouden wij dat veel beter begrijpen. Vrouwen zijn namelijk beter in het onthouden van visuele aspecten, voor de mannen zijn beelden en winkels natuurlijk volstrekt onbelangrijk.
Ik generaliseer de man en vrouw natuurlijk behoorlijk in dit stuk, maar de werking klopt. De één heeft het alleen in mindere mate dan de ander. En met deze informatie in mijn achterhoofd zal ik mijn vriend soms iets beter begrijpen - als het me uitkomt natuurlijk...
Hoe zit dat bij jullie? Onze hersenen zorgen ervoor dat we elkaar vaak niet begrijpen. En nu de vrouw zich steeds meer ontwikkelt zouden we dan in een volgende eeuw ook de mannenkant hebben... en überslim zijn?