Ik wil de grootste hebben
Hoe ik er mij ook tegen verzet, het gebeurt. Bij het ontkleden betrap ik mezelf erop dat ik mijn lid bekijk en dan vanuit mijn ooghoeken de leden van mijn mannelijke medemens taxeer. Wij mannen hebben daar een zwak voor. Niet voor de genitaliën van de ander, maar wel voor de grootte. Het lijkt wel of de chemische huishouding in onze hersenen schreeuwt dat onze lul de grootste, de dikste, de meest rechthangende moet zijn. Na het zwemmen loopt de kleedkamer vol met dingelende en dangelende penissen. Diegenen die over weinig vlees in de kuip beschikken omgorden hun handdoek rond het middel bij het zich begeven naar de douche. Anderen die wel imponeren met volume en lengte, lopen fier rechtop, handdoek losjes over de schouder gedrapeerd, met hun handel open en bloot te koop. Wat ik mij nu afvraag, dames, is of de grote en de lengte een rol spelen. Zeer cliché, deze vraag, maar al duizenden jaren razend actueel bij beide seksen van de bevolking. Ik vermoed dat een stevig, goedgevuld exemplaar toch meer de appetijt opwekt dan een kromgegroeid rimpelgevalletje. |