De kwestie der deksels en dopjes

Relaties door Maresa

Ik ging samenwonen met iemand van het andere geslacht, ook wel mijn vriend, ook wel Stefan genoemd. Een man en een vrouw, samen in een huis. Gelukkig delen we op veel gebieden dezelfde smaak. Het donkergroene behang (met GLITTERS!) in de woonkamer was dan ook het eerste dat door ons beide enthousiast van de muur getrokken werd. Er kwam een nieuwe keuken in de woning, en bij het uitzoeken van de handvaten grepen we gelijk dezelfde beet. We vonden het niet erg om uren in de Ikea rond te wandelen en allerhande zaken in ons karretje te laden. Nee, we waren gelukkig vrij gelijkgestemd.
 
Maar toen kwam het hele samenwonen. We deelden, buiten een goede smaak van inrichting, ook aan hartgrondige hekel aan het huishouden. Afwassen vinden we verschrikkelijk, net als stofzuigen, afstoffen, schoonmaken en de was doen. Nu moet je af en toe dingen doen waar je geen zin in hebt, dus maakten we een eerlijke verdeling. Ik de was, hij het schoonmaken, om beurten stofzuigen en afwassen. Hartstikke goed.
 
Na een paar maanden besloten we dat we klaar waren voor een volgende stap. Onze relatie was sterk genoeg om het zorgen voor een levend wezen te overleven. Een kind ging ons te ver, dus kochten we twee muizen. Stefan wilde hamsters, maar die schenen meer te stinken en ik vond het net dikke muizen zonder staart. Ter compensatie doopten we één van de muizen Hamster en de andere muis noemden we Geit (je moet toch wat). Hamster en Geit werden netjes door ons verzorgd en leven nog steeds.
 
Dit klinkt zeer rooskleurig. Dit klinkt als het ideale stel. En ja, dat zijn we ook wel. Maar er zijn dingen waar mijn nekharen keer op keer rechtop van gaan staan. Waar ik elke keer weer over zeur. Waar ik mijn vriend twintig keer per dag wil confronteren. 
 
De deksels en de dopjes.
 
Ik kan ermee leven dat mannen drinkpakken en flessen waar nog twee druppels in zitten, terugzetten in de koelkast. Ook snap ik dat mannen niet alles achter hun eigen kont op willen ruimen (doe ik ook niet altijd). Natuurlijk heb ik alle begrip voor mannen die niet altijd hun glas op een onderzetter laten staan. Maar ik word helemaal gek van de open flessen shampoo, scheerolie, limonade, bakken met gel en het allerergste: onze gezamenlijke tandpasta.
 
Eigenlijk was ik hier al eerder voor 'gewaarschuwd'. Ik had het kunnen weten door al die keren dat we in een hotel sliepen en ik me afvroeg waarom de flesjes shampoo en doucheschuim openstonden. Ik had het kunnen weten toen ik mijn schoonmoeder tegen mijn vriend hoorde schreeuwen dat hij zijn gelpot een keer dicht moest doen, en wel nú. Maar ik negeerde al deze vege tekenen. Eigenwijs als ik was (en ben), dacht ik dat ik er wel tegen zou kunnen.
 
Zoals ik al zei, woon ik bijna een jaar samen. En ik begin langzaam te wennen aan de ontbrekende deksels en dopjes op alle voorwerpen in het huis. Maar mocht ik de kans krijgen, dan houd ik mijn vriend een keer de hele dag binnen. Ik verzamel alle potjes, blikken, flessen en pakken in het huis, en stop ze samen met mijn vriend in de badkamer. Dan doe ik de deur op slot en wacht ik tot mijn vriend alle dopjes en deksels een keer heeft gesloten. Dat zal hem leren.

Geschreven door Maresa